Oude verhalen – Joost en Hannie

Hoe ging het korfbal lang geleden? Hoe was het korfbal vroeger bij SAMOS of DVS? Wat gebeurde er bij Synergo? We zoeken oude verhalen voor #100jaarkorfbalinUtrecht en #25jaarSynergo. Deze keer oude verhalen van Joost en Hannie Spierings.

Naast 100 jaar korfbal in Utrecht, is er nog een jubileum in de buurt. Tuinwijk grotendeels opgebouwd uit dezelfde stenen al de “Inktpot” en deels opgericht om NS personeel te huisvesten bestaat ook 100 jaar.

In deze gezellige wijk, zoek ik (Casper, alias de interviewer) Hannie en Joost Spierings op in hun woning aan de Willem Arntszkade die al sinds de oplevering in eigendom van de familie Spierings is. Joost is er geboren en heeft het in 1990, van zijn moeder overgenomen.

We nemen plaats aan de houten keukentafel in de gezellige pas uitgebouwde serre en onder het genot van een kop vers gezette koffie die de interviewer koud laat worden, maken we een reis door de tijd.

We maken sprongetjes heen en terug, waardoor de interviewer bij het uitwerken het overzicht dreigt te verliezen en wederom zijn koffie koud laat worden. Hij besluit het voor de lezers overzichtelijk te houden en in plaats van de volgorde tijdens het interview, zoveel mogelijk de chronologie van de tijd aan te houden.

Een beetje een cliché vraag, maar wel interessant omdat jullie een korfbal stel lijken te zijn en mede in die hoedanigheid worden geïnterviewd: Hoe hebben jullie elkaar eigenlijk ontmoet?

Joost: ‘Nou, dat was niet bij korfbal, daar deed ik niet aan. Ik was meer een denksporter destijds en hield van schaken.’

Hannie: ‘Het was heel cliché, bij de dansschool van Zegers in de Breedstraat. Daar kwamen we elkaar tegen in 1971. Ik had een vriendinnetje die ook naar deze dansschool ging. Het was een katholieke dansschool, anders was ik naar een protestantse dansschool gegaan.’

Schaken, dansen, verzuiling, de interviewer probeert het toch naar het korfbal te sturen en heeft echt wel ergens tijdens het interview gevraagd hoe ze daaraan begonnen zijn.

Hannie: ‘Ik heb als kind bij HKC gekorfbald. Dat was omdat ik in Hoograven ben opgegroeid. Ze speelden destijds nog op gravel aan de Overste den Oudenlaan in Kanaleneiland. In 1966 ben ik daar als 12-jarige via schoolkorfbal terecht gekomen. De directeur van mijn lagere school (Jan Willem van der Meene school) was mijnheer Verbeek, die was tevens voorzitter van HKC en heel actief bij de KNKV.

HKC had destijds al heel goed door dat schoolkorfbal een heel belangrijke rol kan spelen bij de werving van nieuwe jeugdleden. Dat is nog steeds zo. Ik wil alle complimenten geven aan Peter Kalisvaart die dat bij Synergo uit de grond heeft getrokken met hulp van diverse betrokken leden en Ineke Engels die dat tot op de dag van vandaag met de rest van de schoolcommissie verder heeft uitgebouwd.’

Joost: ‘De kracht binnen een vereniging zit hem in relaties die langdurig zijn.’

Aha, de kracht van langdurige relaties, De interviewer bladert door alle notities en merkt op dat Hannie ook tijdens het interview heeft gemeld dat zij en Joost in 1976 zijn getrouwd en toen vanwege Joost zijn toenmalige werk bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat naar Den Haag zijn verhuisd. De oplettende lezer merkt dat dat 45 jaar geleden is en de interviewer heeft niet verzuimd om het gelukkige bruidspaar daarmee te feliciteren.

Fusies

Joost, hoe ben jij als denksporter uiteindelijk toch bij korfbal terecht gekomen?

Joost: ‘Ik ben laat met korfbal begonnen. Dat was in 1978 bij VES in Den Haag. Ik was toen 25 of 26 jaar. Ik ben met het team van Hannie meegegaan om een toernooitje mee te spelen. Toen ik mee ging naar een uitwedstrijd bij Valto in Naaldwijk in de zaal vond ik vooral de gezelligheid erg leuk.

In 1990 zijn VES en PAMS, luisterend naar de illustere namen “Vermaak en Sport” en “Pak Aan Maar Samen” enkele jaren voor de fusie van DVS en Samos gefuseerd tot Futura (vorig jaar weer verder gefuseerd met Dubbel Zes naar S.V. Dunas). Ik was nauw betrokken bij die fusie als voorzitter van de fusiecommissie. En toen die fusie net een feit was, zijn we met ons gezin naar Utrecht vertrokken en lid geworden van SAMOS.’

Hannie: ‘Dat was makkelijk, ook voor de kinderen, want het veld was dichtbij huis. Uiteindelijk zijn al onze dochters (Wendy, Ellen, Sonja en Michelle) lid geworden. Wendy is na 2 jaar op haar 11e gestopt. Ellen trok op Synergo veel op met Eva en de zusjes Pruis (Miriam en Hedwig) die van DVS over kwamen. De fusie kwam precies op tijd. Er kwam bijna een heel jeugdteam over van DVS en aangevuld met de spelers van Samos kon daar precies weer een jeugdteam van gemaakt worden.’

Hoe was jullie eerste indruk van SAMOS?

Hannie: ‘Heel goed, ik kan me nog herinneren dat er toen we net lid warden er voor de jeugd een circusactiviteit was. Er werd heel veel georganiseerd in die tijd. Zelf was ik bij SAMOS en later Synergo ook vrij actief in het kader: Ik was wedstrijdsecretaris, heb een aantal jaren in het bestuur gezeten als secretaris en was betrokken bij het opleiden van scheidsrechters en jeugdtrainers.’

Oefenmeester

Joost, ik heb jou in de jaren negentig leren kennen als trainer van Hebbes. Je hebt een oefenmeesters diploma (heet nu KT4). Kan je iets daarover vertellen?

Joost: ‘Ik was al jeugdtrainer van de A1 bij SAMOS. In 1992 is dat team kampioen geworden. Onder andere Habib, Mascha, Chantal en Dennis en Raymond van Kragten zaten in het team.

Ik heb in die tijd eerst de basiscursus in Utrecht gevolgd. Toen korfbaltrainer samen met Jan Hof van De Vinken en uiteindelijk Oefenmeester in Papendal. Daarbij heb ik stage gelopen bij Dalto en uiteindelijk mijn diploma gehaald met Synergo 3 als team.

In 97/98 en 98/99 heb ik Hebbes getraind. Daar deed ik alle senioren omdat die op dezelfde avond trainden. De selectie die ik tevens coachte is destijds naar de eerste klasse gepromoveerd.

Na Hebbes ben ik NOVA gaan trainen, maar in 2001 toen ik bij de ESA in Noordwijk gaan werken, was dat niet meer met mijn werk te combineren. Dat is nu geen obstakel meer, want ik ben alweer een paar jaar met pensioen. Ik train nu alweer enkele jaren het Synergo 9. Daar heb ik bewust voor gekozen omdat ik zie dat in heel veel verenigingen de laagste teams vaak weinig aandacht krijgen, terwijl ook daar de behoefte bestaat aan een goed verzorgde training. Ook Anne de Roos heeft dat goed gezien, want zij gaf ook aan het laagste team training. Het wordt de laatste jaren een beetje moeilijker omdat ik vind dat je de oefeningen voor moet kunnen doen en dat wordt fysiek lastiger.’

Hannie: ‘Ik liet het gewoon één van de spelers doen. Van Gaal doet toch ook niet alles voor?’

De interviewer herinnert zich dat Dick Advocaat en Guus Hiddink nog ouder zijn en wil Hannie bijvallen, maar realiseert zich net op tijd dat hij als Synergo 9 speler niet geheel belangeloos is. Daarom besluit hij de druk op Joost niet nog verder op te voeren en zich te verheugen op elk jaar dat hij er nog aan vast wil plakken. Dus vraagt hij snel wat Joost afgezien van zijn betrokkenheid bij het laagste team het allerleukst vindt als trainer/coach.

Joost: ‘Dat is het trainen en coachen van een presterend competitief team. Maar daar zou ik nu sowieso niet meer aan toe komen. Ik ben namelijk elke zaterdag bij competitiewedstrijden van Dalto (dat Korfbal League speelt) aanwezig waar ik video en statistiek doe.’

Wedstrijdstatistiek: van blocnote naar laptop

Daar komt dan toch misschien iets van die denksporter naar boven en je brengt ook je kennis vanuit je werk mee. Kan je de argeloze korfballer iets over de rol van statistieken vertellen? Wat houdt het in, hoe wordt het gebruikt en wat is jouw rol geweest bij de ontwikkeling?

Joost: ‘De volgende parameters worden per speler bijgehouden: Alle schoten (raak/mis), dichtbij, veraf, doorloopballen, rebound, steals en steal rebounds. Als je al die data combineert en analyseert, kan je daar je voordeel mee doen.

Ik ben er tijdens mijn korfbaltrainersopleiding mee begonnen. Als onderdeel van deze opleiding moesten we 5 wedstrijden turven en deze data combineren. Vanuit mijn werk had ik ervaring met het automatiseren van data-analyse en ik dacht dat als ik dat nu elektronisch kon maken, je er heel snel verschillende doorsnedes mee kunt maken. Ik ben begonnen met het simpele programma van mijn werk DBASE3+.

In 2005 heb ik het samen met Kees van Buren van Antilopen naar Access omgebouwd. Ik zie ons nog zitten in de hoek van de kamer daar (Joost wijst), elke maandagavond, wekenlang. Dat is door Jan Sjouke van de Bos die ik nog kende van mijn oefenmeester opleiding gebruikt voor het Nederlands team. Ben Crum heeft het geïntroduceerd in de Korfball League en nu is het verplicht.’

Als er in de livestream van een Korfball League wedstrijd een speler in beeld komt met statistieken, dan komt dit van het programma van Joost.

Ik kan me goed voorstellen dat in de verdere professionalisering van onze sport, dit heel belangrijk was, maar werden jullie bij de introductie niet een beetje als nerds gezien?

Joost lacht: ‘Ja, je moet je voorstellen dat je dan tijdens een League wedstrijd aanschuift aan de rand van de jurytafel. Daar zit je dan met je laptop. De eerste 5 seizoenen dat het was uitgerold, deed ik dat bij Blauw-Wit. Ik kan me wel herinneren dat we een beetje werden uitgelachen door de coach van een tegenpartij. Maar toen we goed keken, zagen we dat die gewoon iemand op de bank had zitten die heel ouderwets op een blocnote zat te turven.’

Wens voor Synergo

Hebben jullie tot slot een wens aan Synergo voor de toekomst?

Joost: ‘Synergo is een vereniging waar iedereen op zijn eigen niveau moet kunnen korfballen, waarbij we elkaar moeten blijven tegen komen. Er moeten goede uren zijn voor trainingen en wedstrijden en tijden dat er ook anderen zijn. Dus niet een team dat op een raar tijdstip geïsoleerd van de rest van de vereniging moet trainen of spelen. Dat je de spullen hebt opgeruimd en je alleen in de kantine bent. De samenhang tussen de teams van alle niveaus is heel belangrijk.’

Hannie: ‘Het aanbieden van goede maaltijden waardoor er meer mensen in de kantine blijven is een hele goede zet geweest. We zouden ook op social gebied buiten het korfbal iets kunnen betekenen. Ik ben gevraagd door Mamoun om vanuit een commissie sociaal te onderzoeken of we de kantine in de doordeweekse ochtenden zouden kunnen open stellen voor de buurt.’

De interviewer ziet wel wat in allerlei nevenactiviteiten maar vraagt zich af of daar wel genoeg kader voor is. Het zijn toch meestal dezelfde schouders waar alles op rust en dan moet je toch uit kijken dat het niet ten koste gaat van iets anders wat we ook belangrijk vinden? Hannie gaat daar op in met een geweldige afsluiter:

‘Je moet eerst kader werven en dan bedenken wat je daarmee kunt doen, in plaats van eerst iets te bedenken en dan kader erbij te zoeken.’

Joost en Hannie, bedankt voor deze mooie verhalen!
Casper.

Zie ook