Oude verhalen – Aukje

Hoe ging het korfbal lang geleden? Hoe was het korfbal vroeger bij SAMOS of DVS? Wat gebeurde er bij Synergo? We zoeken oude verhalen voor #100jaarkorfbalinUtrecht en #25jaarSynergo. Deze keer oude verhalen van Aukje van Alphen.

Aukje (1957) was speelster van het Hoofdklasse-team van SAMOS begin jaren ’80. Daarnaast was zij destijds zeer actief onder de rode korf en in de Bibelebonse bouwkeet; als zangeres, pantomime of poppenkast speelster, met gekke pruiken en rare teksten.

Nu speelt ze bij de Synergo-recreanten en ze kan nog steeds goed korfballen hoor! Zelf vindt ze dat ze de snelheid niet meer heeft en het nu meer van haar inzicht moet hebben…

Aukje

Aukje bezit een stuk of 10 plakboeken met allemaal krantenknipsels, vaak voorzien van bijpassende tekeningetjes. Deze berichten tonen de verslagen van de wedstrijden en allerlei foto’s van de creatieve avonden van SAMOS tussen 1972 en 1982.

Naast dat ze heel veel tijd heeft besteed aan optredens en sketches in het clubhuis gaf ze training aan pupillenteams: ‘Ik had geen eerste teams; ik was meer van de gezelligheid. De laatste 2 of 3 jaar coachte ik junioren. Dat vond ik wel wat lastiger. Nu ben ik als vrijwilliger niet meer actief.’

Aukje: ‘Nadat ik in 1982 gestopt was, deed ik een tijd niets aan sport. Toen mijn dochter ging korfballen, werd ik een vaste toeschouwer van haar team. In 2013 zij ging studeren en besloot ik zelf weer te gaan korfballen. Het spelletje blijft gewoon leuk! Ik speel nu in de recreanten en train één keer in de week. De snelheid heb ik niet meer; ik speel vooral op inzicht.’

Korfbal

Aukje is begonnen bij Animo Ready uit Haarlem. ‘Mijn moeder korfbalde ook, het is echt een familiesport. Ik stond dus al in de kinderwagen op het veld, maar destijds mocht je pas vanaf 8 jaar korfballen. Het voordeel was dat we bij het korfbal konden douchen. Wij hadden thuis geen douche in die tijd. Thuis wasten we ons in de tobbe in de keuken.

In 1970 kwamen we in Utrecht wonen. Naast korfbal vond ik volleybal ook erg leuk, maar ik mocht geen twee sporten doen. Dus moest ik kiezen en werd het toch maar weer korfbal, bij SAMOS. Sjoukje Engelsman, de oma van Synergo’s Sjoukje, kwam bij ons thuis voor een praatje. Om te kijken uit wat voor soort gezin ik kwam en waarom ik wilde korfballen. Ik mocht! Ik was aangenomen!’

‘Ik startte als 13-jarige in de junioren, in de J2. Ik was een ukkie en naar de uitwedstrijden zat ik daarom achterop de brommer bij onder andere Hans Kraak of Henny Helweg. Ik voelde me dan wel ongelukkig en dacht dat zij dat ook wel zouden hebben! Als we naar Hilversum moesten, gingen we gewoon op de fiets.

Na een half jaar in de J2 ging ik door naar de J1 met Peter van Doorn als trainer/ coach. Na 1 jaar in de J1, ik was 14½, kwam ik in SAMOS 3, met Netty Smulders en Anneke Smith. Daarna kwam ik in SAMOS 1, met onder andere Gert Verhoef. De ouderen letten toen ook in de wedstrijd wel op het kleine meisje!’

‘Mijn kracht was afvangen en de bal aangeven. Ik was eigenlijk “de paaldame”. Dit is later wel veranderd. Ik vond het eerst niet prettig als de aanval over mij werd gespeeld. Ik was meer van de sneaky balletjes als mijn dame even de verkeerde kant op keek. Dan was ik er langs voor een doorloopbal.’

‘Verdedigen was nooit mijn sterkte kant geweest’, vertelt ze. Om er direct aan toe te voegen: ‘Ook niet bij de recreanten!’. Het middenvak vond Aukje heerlijk: ‘lekker rennen van de ene naar de andere kant!’

Aukje: ‘Hoewel ik erg fanatiek was, heb ik slechts één keer een blessure gehad: een verstuikte enkel. Ook nu bij de recreanten heb ik gelukkig geen last, maar ik moet goed warm lopen vanwege mijn achillespees. Uiteraard had ik vaak stijve, blauwe en dikke vingers. Ik doe nog altijd mijn ring af voor de wedstrijd.

In 1982 was ik 25 jaar en ben ik gestopt. Vlak voor de start van de competitie had ik nog 2 trainingen meegedaan. Maar ik vond het mooi geweest, ik was er klaar mee. En dat was een goede beslissing.’

Intuïtief

‘Ik was en ben een intuïtieve speelster, ik korfbal niet beredeneerd. De patronen doorhebben duurde wat langer; ze moesten echt inslijpen. Ik heb een hekel aan systemen, zoals het vierkantje spelen. Dat is gewoon naar het lege stuk lopen. Weet je niet waar je naartoe moet? Vul het lege gat op!’

Weet je niet waar je naartoe moet? Vul het lege gat op!

‘Na de wedstrijd gingen mijn teamgenoten vaak de hele wedstrijd analyseren. Sommigen hielden ook allerlei statistieken bij hoeveel kansen iemand had genomen en hoeveel je er had gescoord. Dat was niets voor mij: ik was blij als ik goed had gespeeld.’

‘Toen ik net in het eerste speelde, waren de anderen 10 jaar ouder dan ik én ik speelde goed, dus ik denk dat ze daarom meer van me accepteerden. In die jaren heb ik niet veel voor het korfbal gelaten. Ik dronk en rookte en ging laat naar bed. Ik zat zaterdagnacht nog vaak in de Wooloomooloo. Wel was ik de enige in het team die werkte, terwijl de rest studeerde. Ik werkte al vanaf mijn 19e.’

Korfbal vroeger

‘Het middenvak’, vertelt Aukje, ‘vertraagde erg. Goed dat die eruit is. Ook vond ik het wel lekker om in de regen te draven. Ondanks dat het gravel je benen deed open schuren. In de zaal spelen vond ik ook heerlijk, daar gaat het lekker snel.’

Bijvoorbeeld de regels van afstand houden, vrije ballen en een cirkel in het veld zijn volgens Aukje duidelijk veranderd. ‘En snijden! Als mijn dame er voor zorgt dat ik tegen het blok loop, dan is ze er langs. Dan fluit de scheids niet af, dat kan ik niet uitstaan!’.

‘Met Onno Stoopendaal hadden we vroeger ook mental trainingen. Dan zaten we zo’n 3 uur voor de wedstrijd bij iemand thuis. Dan vroegen ze of je nog goed in je vel zat. Het heeft me één keer geholpen; het korfbal lukte me allemaal even niet en ik barstte bij die mental training in tranen uit. Daarna ging het weer beter!’

Inzepen

‘In 1972 trainden we een keer in de sneeuw. We gingen elkaar inzepen en ik vond het als 13-jarige wel erg stoer om de trainer Fred Gressie in te zepen!’

Trein

Aukje: ‘Ik was 15 jaar en had op zaterdag een familiefeest in Nijmegen. Voor de wedstrijd zou ik dan zondagochtend met de trein naar Utrecht gaan. Dit ging echter helemaal mis! Drie kwartier voor tijd kwam ik pas op aan Utrecht Centraal en ik moest nog langs huis. Tien minuten voor de wedstrijd was ik er, kotsmisselijk van alle spanning. In de rust heb ik nog overgegeven. Wel een puike wedstrijd gespeeld!’

The police

Met het jeugdteam van Midden-Nederland gingen we een keer naar Engeland. In Londen hadden we 2 uur voor onszelf om de stad te ontdekken. Samen met Jeannette Albers ging ik een winkel in om spijkerbroeken te passen. Men dacht dat we spijkerbroeken gestolen hadden. Politie erbij, werden we in een kamertje gestopt voor ondervraging. Dit verhoor heeft ons 1 uur gekost; konden we daarna meteen terug naar de bus!’

Carnaval

‘We hebben twee keer carnaval gevierd in Breda, Franks geboortestad. We hebben als SAMOS ook meegedaan aan de carnavalsoptocht.’

Samenwonen

‘Ik heb nog met Otto van de Vijver en Erik Spelten samengewoond aan de vismarkt in Utrecht. We huurden de kamer van Max en Netty Smulders.
Ik weet nog dat we daar een keer Sinterklaas vierden met een juniorenteam dat ik coachte. Er was die avond iemand die geen surprise had gemaakt. Max Smulders en ik hebben toen snel om de hoek bij bakker DO Schat een taart gehaald en een gedicht van een paar regels geschreven. Opgelost!’

Hardlopen

Aukje is helemaal niet van het hardlopen. Ook nu in deze coronatijden niet, waarin je niet als team kon sporten. ‘We moesten eens een rondje hardlopen vanaf het SAMOS-veld langs het Zandpad. Dat vond ik het vervelendste dat er was. Ik liep helemaal achteraan. Iedereen wachtte op een bepaald punt en toen ik er was, gingen ze meteen verder. Ik moet een bal in mijn handen hebben. Gelukkig waren de hardlooptrainingen maar twee keer per jaar.’

Supporters

‘Toen we in de hoofdklasse speelden, waren er elke keer volle zalen. Hoog Catharijne zat altijd vol. Dat gaf een lekker gevoel! Uit de hele stad kwamen mensen kijken.’

Sporthal De Dreef, toen nog met een koepel, was de favoriete hal van Aukje. ‘Die hal zat ook altijd helemaal vol en het was altijd gezellig na de wedstrijd. We hadden een trouwe supportsschare. We gingen zelfs met bussen naar de uitwedstrijden. Mijn ouders waren er ook altijd bij.’

Gewisseld

Kijkend in de albums kwamen we een artikel tegen van 10 februari 1975. Aukje: ‘Dat was de enige keer dat ik gewisseld was!’

Sloot

Aukje: ‘In 1977 sprong Frank Backx tijdens de wedstrijd tegen Sparta (in Friesland) de sloot in om de bal te pakken. Op de terugweg van de overkant sprong hij nog een keer in de sloot. De wedstrijd werd even onderbroken om Frank weer op te knappen.’

Avondjes

‘In die tijd hadden we geen telefoontjes en geen vakanties in het buitenland. We waren vooral met sport bezig. Ons sociale leven was sport. We gingen niet naar musea, dat deed ik pas later.

Wat ik vooral zo leuk vind, is dat het bij korfbal heel gewoon voelt dat de mannen en vrouwen met elkaar sporten en met elkaar omgaan. We hadden een vast clubje van onder andere Hans Kraak, Otto van de Vijver, Anneke Smit, Rixt Hoekstra, Heleen Engelsman, Jos Hendriks, Betty van Mechelen en Jan-Willem Briedé. Samen organiseerden we avondjes van “De Bibelebonse bouwkeet” om geld in te zamelen voor de bouw van de kantine, het Vossenhol.

Een ander programma was Onder de rode korf. Gasten ‘onder de rode korf’ waren onder andere bondscoach Ben Crum, Hoofdklasse-scheidsrechters Cor Visser, Henk Siebelist en Wim Dirksen, Luto-speler/coach Frits Bruijntjes. Of trainers als Karel Verschoor (PKC), Anton Mulders (Deetos), Cees van Lunteren (Rohda), Herman Bruins (KVS ), Hans Gerritzen (Blauw-Wit) en Kees Vreeken (SAMOS).

Ook was er poppenkast. Het verhaal van de koe die vla de zaal in spoot is Aukje zeker bekend, want zij zorgde ervoor: ‘Chocoladevla! Ik weet verder niet meer precies hoe het echt zat. Vooral de lol vooraf van al die avonden is blijven hangen! Al die optredens hebben me als mens helpen ontplooien. Ook weer goed voor in mijn werk later.’

Kantine

Mensen konden in 1980 stenen kopen voor de nieuwe kantine, het Vossenhol. Ze waren 30 guldencent per stuk en er waren 25.000 stenen nodig. Aukjes moeder kreeg 20 jaar later haar geld terug: ‘want het was een lening’.

Onder andere door technische gebreken moest er later een nieuw clubhuis komen. Aukje: ‘Om geld in te zamelen waren er acties zoals een fancy fair, met workshops schilderen en je kon bij mijn moeder een workshop poppen maken volgen.’

Volgens het krantenbericht in het Utrechts Nieuwsblad van die tijd kreeg SAMOS de opdracht van de gemeente om “de kleedlokalen te slopen. Aangezien deze aan het clubhuis vastzitten zou dat een tochtig geheel worden.” Volgens Aukje heeft Jos Hendriks de kantine nog als schets uitgetekend.

Wens voor Synergo

‘Vooral doorgaan zo!’ Aukje hoopt dat Synergo ‘de sociale vereniging blijft die het nu is. Daarvoor zijn natuurlijk wel veel vrijwilligers nodig. Gelukkig heeft elke periode wel een groep die de kar trekt.’

Aukje, bedankt voor deze mooie verhalen!
Sander.

Zie ook