Oude verhalen – Johan

Hoe ging het korfbal lang geleden? Hoe was het korfbal vroeger bij SAMOS of DVS? Wat gebeurde er bij Synergo? We zoeken oude verhalen voor #100jaarkorfbalinUtrecht en #25jaarSynergo. Deze keer oude verhalen van Johan van Kooten Niekerk.

Johan (1942) begon bij Desto, stapte door verkering met een DVS-meisje over naar DVS. Toen weer Desto en later keerde met zijn vrouw Corrie (1944) terug naar DVS.

Hij hield zich bij DVS bezig met trainen en coachen en was de hoofduitvoerder van de nieuwe kantine. Op Johans palmares van Synergo staat de Beker van verdienste 1998/1999 als boeibordmaker van de toenmalige kantine. Tot 2017 haalde hij elk jaar bij de gemeente palen op voor het schoolkorfbal.

Johan en Corrie gaven me mooie verhalen over DVS, onder andere over dóórgaan, het corps commandotroepen én over een voor mij totaal onbekend woord: schuimjolen!

Johan

‘Korfbal is me altijd goed bevallen en ik vond het leuk’, vertelt Johan. ‘Bij DVS heb ik mijn mooiste tijd gehad. Ik vond het er erg gezellig, zowel voor de wedstrijden als erna.

We speelden met DVS 1 geen Hoofdklasse en hadden de mensen er niet voor om de top de halen. Bovendien heeft DVS helaas geen spelers kunnen aankopen.
Je hebt ook spelers nodig die eigenheimers zijn, bijvoorbeeld zoals Ben Crum. Als speler heb ik trouwens nog wel wat doelpunten gemaakt tegen Ben.

Je hebt ook spelers nodig die eigenheimers zijn

Ik had als trainer wel succes en was een driftkop: ik kon goed tekeer gaan als je bijvoorbeeld de bal verkeerd gooide. En als ze niet goed speelden, dan haalde ik ze eruit.

Ik was zelf een doorzetter en spelers rust geven was er niet zo bij. “Als je denkt dat je moe bent, ben je op de helft. Doorgaan!”. Dat heb ik geleerd in mijn diensttijd; je moet de vermoeidheid uitschakelen. Als sporter ben je het zat, je hoofd mag niet moe worden als het lichaam moe wordt.

Tijdens mijn werk ben ik een keer van een steiger gevallen. Van 12 meter hoogte kwam ik gelukkig terecht in het zand. Ik stond op en ging weer verder werken, met slechts een aantal blauwe plekken. Dat kwam door mijn training parachutespringen. Ook als ik mijn evenwicht verlies, gaat het automatisch dat ik doorval en weer kan opstaan.

Als je denkt dat je moe bent, ben je op de helft. Doorgaan!

Met de DVS-junioren versloegen we in de eerste klasse de uiteindelijke kampioen Blauw Wit uit Amsterdam. De groep was helemaal gek van korfbal en was één en al oor als ik wat vertelde. Als ik zei hoe ze moesten spelen, dan deden ze dat.

Ik was in de 60 toen ik stopte met trainen en coachen. Het was voor mij tijd om te stoppen en voor het team was het tijd om na 10 jaar iemand anders voor de groep te hebben. Toen ik stopte als trainer, kreeg ik 5 stenen bekers: die staan symbool voor mij, Corrie en onze drie kinderen.’

Korfbal

Johan: ‘Mijn ouders waren echte korfballers. Omdat mijn zusje korfbalde, ging ik mee, anders mocht zij niet korfballen. Ik was 10 jaar toen ik zelf ging korfballen, bij Desto. Je mocht officieel pas vanaf 12 jaar beginnen en dus trainden we alleen, zonder wedstrijden te spelen.

Ik was een gemiddelde speler, wel snel en met een heel goed schot van grote afstand. Mijn record is 8 doelpunten in 1 wedstrijd, meer heb ik er nooit gemaakt. Ook kon ik redelijk gemakkelijk langs mijn tegenstanders komen voor de doorloopbal.’

Volgens Corrie zeiden tegenstanders vooraf vaak over Johan: “Ik neem die kleine wel, dat jonge jochie is niet zo vlug”. ‘Maar’, vult Johan aan, ‘toen ik in militaire dienst zat, rende ik de 100 meter in 10,4 seconden!

Naast korfbal deed ik aan turnen. Op mijn 28e schoot ik los van de rekstok en raakte geblesseerd. Toen stopte ik met turnen.

Jarenlang heb ik nog gespeeld bij de recreanten van DVS en daarna die van Synergo. Met onder andere George en Ineke, Peter Kalisvaart, Rudolf, Hans de Ridder en Henk Verbaan. In 2006, toen ik 64 was, ben ik gestopt vanwege mijn gezondheid. Ik had een aantal omleidingen gekregen.’

Schuimjolen

Volgens Johan waren DVS en Desto aan het ‘schuimjolen’. Hij gaf meer uitleg: ‘De verenigingen zweefden door de hele stad. Desto zat bijvoorbeeld naast de Koningsweg en verhuisde later naar Terwijde. Ondanks dat Desto nu een slapende vereniging is, zitten ze nu tegenover de Skydive langs de A2.

Bij DVS heb ik nog bij het Noorderbad in Zuilen gekorfbald en in de Johannapolder, bij boerderij Meereveld. Op het laatst speelden we met DVS bij de voetbalvelden achter het stadion Galgenwaard aan de Weg der Verenigde Naties.

DVS was als de gereformeerde jongensvereniging; een beetje bekakt in onze tijd. Een voorbeeld daarvan vind ik een uitspraak van George toen: “Daar komt de bal, vang je hem?”. Dat was ik heel anders gewend!’

Verkering

Volgens Johan kwam zijn overstap van Desto naar DVS door zijn verkering: ‘Tijdens mijn dienstplicht had ik verkering met een meisje van Desto. Toen zij overstapte naar DVS, ging ik ook naar DVS. In die tijd volgde ik de zwaarste militaire opleiding van Nederland, het corps commandotroepen en heb ik nog de groene baret ontvangen. Ik was altijd moe als we samen waren. Ik ging van dienst naar huis, ging mijn bed in, ging slapen en korfbalde. Onze verkering ging dus uit en ik keerde terug naar Desto.

Daar kreeg ik verkering met Corrie en na nog geen jaar verkering konden we in 1967 samen een kamer krijgen en konden we het huis uit. Dus gingen we trouwen. Daarna gingen we samen bij DVS spelen.’

Korfbal vroeger

‘Als je het korfbal vergelijkt met vroeger is het nu veel intensiever. Wij trainden vooral op techniek: met 1 hand gooien en vangen, vangen en dan direct schieten. En natuurlijk het zesje draaien voor het schot.

Tijdens de trainingen zei ik vaak “loop maar met me mee”. Ik had vanuit dienst zo’n goede conditie, niemand hield me bij. Ik weet nog dat we gingen hardlopen met George tijdens de training: een rondje Kanaleneiland. Dat vond George nooit zo leuk. Als hij dan naast me kwam lopen, liep ik bij hem weg. Kwam hij weer bij me, liep ik weer weg.

We trainden maar één keer per week en hadden in totaal maar vier korven. Die palen moesten we ook nog flink sjouwen: de palen lagen in de kantine, terwijl er nog een voetbalveld tussen de kantine en de korfbalvelden in zat.

In het middenvak wilden tegenstanders vaak de bal over me heen gooien. Ik onderschepte hem dan vaak, want ik rende overal.’

  • Corrie: ‘Het spel is goed opgeknapt doordat het middenvak eruit gehaald is.’
  • Johan: ‘Ik vond het wel erg leuk om in het middenvak te spelen.’
  • Corrie: ‘Daar konden we ook een beetje uitrusten.’

Johan vervolgt: ‘Nu is er meer verrassing in het spel, omdat de bal direct vanuit de verdediging in de aanval komt. Dat kan nu gelijk een doelpunt zijn. Vroeger moest je eerst door het middenvak. Daar zag je ook wel of het spel bij de tegenstander goed klopte: hoe ze speelden in het middenvak, was een waarschuwing hoe ze konden spelen.

Tegenwoordig is het ook bijna niet meer verdedigd als je schiet. Dat was in onze tijd wel anders: je moest de bal kunnen aanraken, dan was het verdedigd. En als je de bal dan aanraakte, was het een strafworp.

Als ik nu korfbal op tv kijk, dan wil ik wel meedoen: het lijkt nu soms meer op rugby, het is hard geworden.’

Kippen

‘Als we in de zaal speelden, was dat in Utrecht in de Veilinghal of in de Jaarbeurs. Dat waren dan toernooien die de hele middag duurden. In Barneveld speelden we in de kippenhallen. Het stonk er verschrikkelijk!’

Aanrijding

‘Onderweg naar een uitwedstrijd tegen DVO lette de chauffeur even niet op kregen we een aanrijding. De auto lag op zijn kant. Ik gaf een flinke trap tegen de voorruit: “Hier kunnen we eruit”.’

Schaatsen

‘In 1963 heb ik met een aantal jongens van ons commandocorps de Elfstedentocht gereden. Helaas moesten we vanwege de barre omstandigheden van het ijs af in Harlingen en mochten we niet door!

In onze groep hadden we een jongen die een half uur sneller had geschaatst dan de winnaar Niels Paping. Alleen wij reden niet mee met de wedstrijd; toen wij vertrokken werd het al licht.’

Douchen

‘Je moest thuis douchen na een wedstrijd, maar in de jaren ’60 hadden de meesten thuis geen douche. We gingen dan naar het badhuis aan het Willem van Noortplein.’

Corrie vervolgt: ‘We zijn er niet mee grootgebracht om te douchen na de wedstrijd. Je moest je bijvoorbeeld in Houten omkleden achter een hooiberg. Bij Desto aan de Koningsweg douchten we in de kleedkamers van de voetbalvereniging. Er was dan 1 aparte kleedkamer voor de dames’, waarop Johan aanvult: ‘We mochten nooit met de dames onder de douche…’

Kantine

In de tijd dat Johan trainer was van DVS, heeft de vereniging samen met de personeelsvereniging van de AMEV en de voetbalvereniging een nieuwe kantine gebouwd.

Volgens Johan was het mooi werk en was het een hele mooie tijd: ‘Ik zat in de bouwploeg en regelde het werk als hoofduitvoerder. Omdat ik bij een bouwbedrijf werkte, kon ik een hoop regelen. Dan ging ik naar de groothandel en vroeg of ze me konden matsen met materialen. We deden alles in onze vrije tijd. Behalve het personeel, zoals de metselploeg van de kantine, die huurde ik in via mijn werk.

Het resultaat was echt een mooi clubhuis. Voor DVS was hij eigenlijk veel te groot; In de hoofdruimte kon je een korfbalwedstrijd spelen!’

Bondsdagen

Johan: ‘Met Pinksteren waren er de Bondsdagen van de Christelijke korfbalbond. Dat waren toernooien voor alle zaterdagverenigingen in Nederland. Mijn vader was daar scheidsrechter en dan gingen we met de trein naar de eerste bondsdag in Arnhem. Later gingen we de bus naar het terrein van SMS aan het Zuilenselaantje in Zuilen. De finale was altijd op het veld van hun buren; op het veld van voetbalvereniging Elinkwijk.’

Synergo-recreanten

‘Met de recreanten van Synergo hadden we een keer teamavond op de camping van George en Ineke. Daar zaten we dan in een koude tent! Of we zaten me het hele team bij ons thuis aan een lange tafel te gourmetten.’

Wens voor Synergo

‘DVS was een mooie vereniging en ook Synergo is een prachtig iets. Ik hoop dat Synergo elke keer blijft opstaan en blijft doorgaan. Liefst dat ze hoger gaan spelen, zodat we ze op tv kunnen zien spelen. Net zoals dat we Nederland – België of de zaalfinale op tv bekijken.’

Corrie en Johan zien ook erg uit naar de reünie in het lustrumfeestweekeinde in juni 2022: ‘Dan zien we de “oude bessies” weer!’

Johan en Corrie, bedankt voor deze mooie verhalen!
Sander.

Zie ook