Oude verhalen – Renske en Janwillem

Hoe ging het korfbal lang geleden? Hoe was het korfbal vroeger bij SAMOS of DVS? Wat gebeurde er bij Synergo? We zoeken oude verhalen voor #100jaarkorfbalinUtrecht en #25jaarSynergo. Deze keer oude verhalen van Renske Wind-Blokker en Janwillem Wind.

Voor een goede start met oude verhalen wilden we natuurlijk beginnen bij Renske (1948)! Zij was jarenlang archivaris van onze vereniging. Bij een activiteit of met nieuwe teamindelingen en foto’s, ging er altijd een exemplaar naar Renske voor het archief. En met onze zoektocht naar alle Synergo-kampioensfoto’s en naar verhalen en oude foto’s van #100jaarkorfbalinUtrecht en #25jaarSynergo komt dat archief heel goed van pas!

Janwillem (1953) heeft naar eigen zeggen ‘heel veel gedaan, maar vooral voor de jeugd’: ‘In de jeugdcommissie en eigenlijk alles wel voor de jeugd; onder andere selectietrainingen, teams indelen en wedstrijden inplannen’. Persoonlijk staat Janwillem in mijn top van favoriete coaches. Zijn ideeën en uitspraken gebruik ik zelf nog steeds: de nadruk op veel schieten en quotes als ‘Je moet zelf je wedstrijd maken’ en ‘Je moet zelf de lat neerleggen’.

Renske en Janwillem

Renske is ‘zowat op het SAMOS-veld geboren’. Zij is onder andere archivaris, voorzitter en wedstrijdsecretaris geweest. ‘Ik heb eigenlijk bijna alles gedaan, heb alle commissies wel gehad. En via SAMOS heb ik Janwillem ontmoet. Hij was bevriend met mijn broer, Jan B. jr.

Via Bert de Groot en zijn 2 broers Joop en Henk werd Janwillem lid van SAMOS. ‘Ik woonde in Rivierenwijk en fietste daarna elke keer naar SAMOS. Later was mijn leraar scheikunde aan de HBS, Cees Veen, de vice-voorzitter van SAMOS. Hij vroeg me voor de jeugdcommissie, mijn eerste kadertaak’.

Korfbal vroeger

Renske: ‘Als dame stond je onder de paal: in de aangeef of in de afvang. Na het aangeven draaide je dan meteen om en ving de schoten af. En in de afvang stond de tegenstandster áchter je. De heren vielen het meeste aan en verdedigden ook.

Ik ben verhuisd naar Vries en heb in die periode bij ASKO in Assen gespeeld. Toen ik daarna in 1981 weer terugkwam bij SAMOS, was er wel aardig wat veranderd: aanvallen ging toen ook via de dames! Dat vond ik wel leuk, want ik was een aanvallende dame!’

Janwillem was ‘meer van de aangeef en van het aanvallen. Als je ouder wordt, ga je beter schieten. Ik was een slechte verdediger, ik liet er net zoveel door als ik er maakte. Later als oudere korfballer hield ik het overzicht’. En hij voegt er met een glimlach aan toe: ‘Ik stuurde de anderen gewoon.’ Ook was hij toen door zijn postuur veel in de afvang te vinden: ‘Ik keek en wachtte lang het schot af en ving dan de bal.’

‘Ik heb 1 seizoen reserve hoofdklasse gespeeld. Dat was wel op het veld. In de zaal kwam ik tot de reserve eerste klasse; dat was een lastiger niveau voor me.’

Onsportief

‘Ik heb van horen zeggen’, vertelt Renske, ‘dat in de begintijd van het korfbal het onsportief was om het schot te verdedigen als iemand wilde schieten. Iemand liet dan hardop weten dat (meestal) hij wilde schieten en de verdediger stond dat dan netjes toe.’

Drie (3!) vakken

Een korfbalteam bestond vroeger op het veld uit 6 dames en 6 heren (12-tallen, verdeeld over 3 vakken) en in de zaal uit 4 dames en 4 heren (8-tallen, in 2 vakken). Naast het aanvals- en verdedigingsvak was er nog een middenvak (zonder korven!).

Als thuisploeg kon je vooraf kiezen welke volgorde van wisselen je volgde vanuit de aanval:

  • Aanval A: de verdediging rouleerde door naar de aanval
  • Aanval C: het middenvak rouleerde door naar de aanval

Dat kon volgens Janwillem een tactisch volgordeprobleem opleveren: ‘Je wisselde om de twee doelpunten, zoals nu. De goede verenigingen trainden tactisch op het middenvak en zetten dat in tijdens de wedstrijd… Met het grote vakken van 30×30 meter en met het middenvak kon het voorkomen dat je de hele wedstrijd, 90 minuten lang, niet had aangevallen!’ In 1990 is het middenvak afgeschaft.

Zaalkorfbal en van 3 naar 2 vakken

Jan Blokker sr. heeft zich hard gemaakt voor een zaalkorfbalcompetitie. Destijds heette dat microkorfbal. In de zaal speelden de vereniging vaak toernooien. De allereerste zaalcompetitiewedstrijd was in de Jaarbeurs.

In de overgang van de zaal naar het veld werden de teams aangepast, want in de zaal was er geen ruimte voor drie vakken. Ondanks dat Renske in het Utrechts korfbalteam heeft gespeeld, vindt ze zichzelf ‘een speelster van het derde vak. In de winter, tijdens het zaalkorfbalseizoen, viel ik af naar het tweede.’

Van 3 naar 2 vakken

Toen het idee kwam om alle 12-tallen op te heffen en aan te passen naar 8-tallen, was er een discussie binnen de korfbalwereld, omdat je dan ook de doorstroming kwijtraakte. Normaal gingen in de zaal de zwakkeren een team naar beneden en de sterkeren kregen een kans om een team omhoog te gaan. Zo was er een soort extra selectie om de concurrentie sterker te maken. Daar werden de teams beter van.

Catharijnehal

SAMOS speelde destijds hoofdklasse. Onze zaal was de Catharijnehal. Nu staan daar de fietsenstalling en het stadskantoor van Utrecht. Renske: ‘SAMOS was toen het Dalto van nu. Andere verenigingen kwamen toen bij SAMOS kijken. Er waren volle tribunes en mensen kochten kaartjes om naar de wedstrijden te kijken. Cock Wolf en Jan de Vos waren toen zaalcommissaris.’

Route bij uitwedstrijden

‘Als we een uitwedstrijd hadden, wist meestal de persoon in de voorste wagen wel waar het veld was. De andere auto’s volgden gewoon. Er was geen navigatie, geen Tomtom of Google maps. Je keek in het routebeschrijvingenboek van het KNKV’.

Janwillem weet ook nog dat de voorste auto bij een uitwedstrijd naar Amsterdam als geintje in de vroege morgen de rotonde in Amsterdam helemaal nam. Gevolgd door nog een rondje en nog eentje. Hij wist de weg, maar de andere auto’s niet en zij moesten hem noodgedwongen volgen, rondje na rondje!’

Korfbal was vroeger wat tegenwoordig de sociale media zijn

Kantine als sociale media

Volgens Janwillem zocht een aantal leden in de jaren ’60 een breder sociaal contact met elkaar dan alleen maar korfbal. Elke vrijdagavond kwamen ze in de kantine onder de naam Samsoos bij elkaar om muziek te maken en muziek te luisteren. Om spelletjes te doen, te feesten, musicals te organiseren. Daarin hadden de junioren een grote rol. ‘Nevenactiviteiten waren, en zijn nog steeds, heel belangrijk. Het korfbal en een korfbalvereniging waren vroeger wat de sociale media zijn. Het was meer dan korfbal.’

Kantine en een koe

‘Er is 2 keer brand geweest in de kantine. De tweede keer hebben we een nieuw clubhuis neergezet. We spaarden toen geld voor de bouwkosten van de nieuwe kantine, de SAMsoos. Met de Bibelebonse bouwkeet werden om geld te werven feestavonden voor en door eigen leden georganiseerd. Aukje van Alphen en Anneke Smith maakten daarvoor eens een poppenkastvoorstelling. In die poppenkast was er een koe waarvan opeens de staart rustig omhoog ging. Daaronder zat een gat en ineens spoten ze zo vla de zaal in!

Om extra geld in te zamelen werd er een landelijk praatprogramma met interviews georganiseerd, onder andere door Otto van de Vijver: Onder de rode korf. Hier kwamen veel korfbalbetrokkenen van buiten de eigen vereniging op af.’

Renske vervolgt: ‘Na de verhuizing van SAMOS in 1961, bij de opening van de kantine, (het Vossehol, de voorloper van de SAMsoos en Synersoos), verrichte een politicus de opening. Er was een hele grote korf van 2,5 meter om te scoren. ‘Alleen, die man kon niet goed mikken…’ Daarna liepen we met zijn allen door deze korf de kantine in.’

Winnen hè?

Janwillem: ‘De junioren (met onder andere Christa, Inge, Maurice en Brahim) speelden een keer een degradatiewedstrijd in de zaal tegen een goed team. Zo zaten er in de sporthal van Blauw Wit (Amsterdam) allemaal SAMOS-mensen op de tribune die een groot kabaal maakten. Zij hadden zelfgemaakte mutsen op met de tekst: ’Winnen hè!’. En ze hebben die wedstrijd gewonnen!’

De UKF

Janwillem: ‘De verdeling van de scholen voor het schoolkorfbal over de stad Utrecht ging via de Utrechtse Korfbal Federatie (UKF), met een afvaardiging van een korfbalvertegenwoordiger in de Utrechtse zaalverdelingscommissie. Onder andere Gjalt Knopper heeft dit later nog gedaan.

Binnen de UKF waren er afspraken welke vereniging welke scholen zou uitnodigen. In de loop van de jaren waren er steeds minder Utrechtse korfbalverenigingen die een schoolkorfbaltoernooi organiseerden. Alleen SAMOS, HKC en Vogel bleven uiteindelijk over. En natuurlijk leverde Peter Kalisvaart enorme inspanningen voor het Synergo-schoolkorfbaltoernooi! En dat is uitgegroeid tot het grote schoolkorfbaltoernooi waaraan nu zo’n 1.000 kinderen over 2 dagen meedoen!’

Circus

In het seizoen 1990/1991 was er een circusschool bij SAMOS. Dat had Tiny Verhoef voor de leden georganiseerd voor een lustrum. De kinderen leerden ’s ochtends oefeningen en 2 uur later lieten ze het resultaat zien aan de ouders. Er waren acrobaten, kinderen leerden op een grote bal te lopen of op een evenwichtsbalk.

Erevoorzitterschap van Renske

‘Drie maanden nadat ik terugverhuisd was naar Utrecht, vroeg ik wat er als vrijwilligerstaak vrij was om te doen. Zo kwam ik in het bestuur terecht. Later zou Jan-Willem Briedé stoppen als voorzitter en toen heb ik in de vergadering gezegd dat ik het wilde doen. Wat ik daar erg leuk aan vond, was om de vereniging aan te sturen en om met de mensen te werken.

Het laatste jaar van SAMOS was ik als voorzitter vooral bezig om de verenigingen en commissies van SAMOS en DVS in elkaar te voegen en te ondersteunen. Dit proces verliep ook vrij soepel en na 10 jaar voorzitterschap van SAMOS werd ik tijdens de oprichtingsvergadering voorzitter van de nieuwe vereniging Synergo.’

Na 5 jaar nam Eric Grendel het over en is Renske benoemd tot erevoorzitter.

Fuseren

Jan Blokker sr. had volgens Renske eens voorspeld: “Er blijven maar een paar verenigingen over in Utrecht. De inwoners en de leden trekken naar Houten, Nieuwegein etc. De gezinnen verhuisden uit de stad”. Daarop vult Janwillem aan: ‘De nieuwbouw van de wijk Overvecht in de jaren ’70 bracht gelukkig mogelijke leden.’

Renske: ‘Uiteindelijk ging het met SAMOS ook niet goed. Het bestuur deed in de jaren ’90 pogingen om te fuseren met korfbalvereniging SMS (Sport Maakt Sterk, in Zuilen). SAMOS was toen zelfs bereid te verhuizen naar het Zuilenselaantje waar SMS toen speelde. Maar de oudere leden van SMS wilden niet en hielden de fusie tegen.

Toen kwam er een verzoek van de voorzitter van DVS, Rudolf Hoogeveen: hij stelde voor om de jeugdteams van DVS en SAMOS samen te voegen. SAMOS had geen juniorendames en DVS juist wel. De jeugdleden van DVS gingen trainen aan de Loevenhoutsedijk. Dit kwam ook omdat er van de DVS-kantine was niet veel meer over was en zij hem deelden met een voetbalvereniging. Na een jaar volgden de seniorenteams. Dit leidde tot de fusievereniging Synergo op 17 juni 1996. Een naam die George heeft bedacht.’

Van gravel via ‘gras’ naar kunstgras

In de tijd van SAMOS bestond het hele sportpark Loevenhout (inclusief voetbalvelden en tafeltennishal!) uit één groot gravelveld, met SAMOS-kantine. SAMOS had daarmee ruimte voor 3 velden van 90×30 meter.

De gemeente Utrecht verhoogde echter de huur van de velden extreem. De huur ging per wedstrijdveld, maar de vereniging werd kleiner en kleiner. Renske: ‘We hebben toen 2x een veld teruggegeven. Uiteindelijk kregen we een grasveld. Dit was wel heel slecht gras. De gemeente had dit verkocht als “sterk gras”. Maar alles sleet weg, er bleef geen gras meer over. Het werd een zandbak.

In plaats van 3 gravelvelden hielden we 1 slecht grasveld over. Een eerste kunstgrasveld was toen hard nodig. Het bestuur zei toen dat we eigenlijk meteen 2 velden moesten neerleggen, maar dat wilde de gemeente niet. Met een zandbak in plaats van kunstgras straalde de accommodatie niet veel meer uit. Wat een verschil met nu!’

Wens voor Synergo

Janwillem en Renske hopen dat Synergo heel lang blijft bestaan. ‘Dat we jonge kinderen blijven aantrekken, zoals via het schoolkorfbal. Dat het verenigingsleven blijft doorgaan en dat de sociale kracht van de vereniging blijft! Met de toevoeging van Janwillem: ‘Want de mensen maken de vereniging’!

Renske en Janwillem, bedankt voor deze mooie verhalen!
Sander.

Zie ook