Oude verhalen – Elroy

Hoe ging het korfbal lang geleden? Hoe was het korfbal vroeger bij SAMOS of DVS? Wat gebeurde er bij Synergo? We zoeken oude verhalen voor #100jaarkorfbalinUtrecht en #25jaarSynergo. Deze keer oude verhalen van Elroy Fokkenrood.

Elroy (1966) is een oud-speler van DVS en Synergo en was trainer/ coach van Synergo-jeugdteams. Hij begon als 17-jarige bij DVS en dat bleek destijds niet alleen te zijn vanwege het korfbal…

Een tijdje geleden kwamen we als Synergo-recreanten deze snelle speler nog tegen, maar dan in het shirt van Fiducia.

Elroys naam prijkt op het overzicht van Synergo’s ‘Anne de Roos beker van Verdienste’, toen de eerste beker in 1996 is uitgereikt.

Een gesprek met oude verhalen van Elroy met daarin onder andere leuke meisjes, snelheid, gras en techniek!

Elroy

‘Bij DVS heb ik niet zoveel vrijwilligerswerk gedaan’, vertelt Elroy. ‘Ik moest mijn plek nog vinden in de vereniging. Ik was niet zo mondig; ik liet mijn voeten altijd spreken door veel te rennen.’

Na de fusie begon zijn vrijwilligerswerk echt: ‘Ik was trainer/ coach van Synergo C1. Omdat ik zelf pas laat begonnen was met korfbal, miste ik de techniek en waarom iets wel of niet zo is in het spel. In die tijd is een clinic van Rob Lof voor trainers/ coaches me altijd bijgebleven. Daar leerde ik waar ik op moest letten als coach en ik leerde er als speler nog meer van!

Er waren oefeningen om vrij te lopen en om de diepte op te zoeken in het vak. En hoe je moest uitblokken, iets dat ik daarvoor nooit echt had geleerd. Je ziet vaak spelers veel moeite doen om de vangpositie te pakken om vervolgens onder de korf de tegenstander te laten gaan. Waarom heb je dan zoveel moeite gedaan?

Daarnaast was ik lid van de technische commissie bij Synergo, onder andere samen met George. En JTC-lid met onder andere Mirjam Pruis en Mamoun Loukili.

Juist in de (jeugd)technische commissie leer je heel snel iedereen kennen in de nieuwe vereniging. Je bekijkt vaak wedstrijden om spelers ergens in de teams te kunnen plaatsen. Dan moet je natuurlijk de namen weten en de gezichten die erbij horen.

Na zoveel jaar was ik wat commissie-moe en ben ik gestopt. Gelukkig staan er dan altijd andere mensen op!’

Korfbal

‘Dankzij mijn neefje Stephan Westbroek ben ik gaan korfballen. Hij vroeg of ik meeging naar DVS. Op zaterdagen en woensdagen was er bij DVS altijd wel iets te doen voor de jeugd, zoals pannenkoeken eten of bingo. Dat waren leuke clubactiviteiten die ik van andere sporten niet kende. Ik was een jaar of 17, had op dat moment geen sport en ging eens kijken. Ik leerde nieuwe gezichten kennen en er waren leuke meisjes: “Ach, het lijkt me wel leuk om te korfballen”.

Ik kon handballen en volleyballen en heb een blauwe maandag gevoetbald, dus vrijlopen en vangen lukte me wel. Maar net als bij ouders die jaren bij hun kinderen kijken en ineens zelf gaan korfballen, had ik geen techniek. Hoe loop je vrij bij het korfbal? Hoe stel je je op onder de korf in de rebound? Ik bakte er niets van!

Ik vind korfbal een leuk spel, met een goede sfeer en je moet samenwerken en goed met elkaar omgaan. Bij andere sporten was de sfeer vaak anders, met blèrende en gillende ouders langs het veld, dat was niets voor mij. Als teamsport ben ik nog geen andere leukere sporten tegengekomen.

Korfbal moet je wel echt leren spelen. Het is een technische, intensieve en moeilijke sport. In volle vaart iemand een bal aanspelen en weer doorgaan om te scoren doe je niet zomaar. Je moet een actie maken om vrij te lopen, je kunt niet wandelen.

Ik begon in DVS J2. Na een jaar dacht ik dat ik het ook wel zou kunnen in de Junioren 1. Het was gelukt, ik was geselecteerd en speelde dat seizoen in de J1, samen met mijn neefje Stephan. In dat jaar heb ik heel veel geleerd én gezien dat ik ook toen nog niet zo veel wist van het korfbal…

Ik was klein, lichtvoetig en snel. Ik had mijn snelheid als voordeel. Als de verdediger voor in het vak bij me stond, maakte ik 2 bewegingen en was ik er voorbij. Technisch was ik niet heel goed en dat draag ik nog steeds wel mee. Technisch een strafworp nemen, dat was lástig en dat vind ik nu nog steeds wel lastig.

Ik moest me als kleinere heer goed opstellen onder de korf. Tijdens de trainingen speelde ik bijvoorbeeld vaak tegen oud-Synergo-speler Leon Rotscheid. Hij is een kop groter en moest enorm zijn best doen om tegen mij te rebounden!

Ik ben altijd al een slimme speler geweest. Ik heb nog steeds vooral oog voor anderen in een meer dienende rol in plaats van zelf steeds in de punt te staan. Ik ben altijd aanspeelbaar, zowel onder als voor de korf. Soms had ik wel eens een wedstrijd dat ik 2 of 3 keer scoorde. Ik heb veel schoten nodig om het juiste gevoel van mijn schot te vinden. Zeker nu met de coronaperiode.

In de senioren kwam ik in DVS 4 en 3 en dat was mijn niveau ook wel. Bij Synergo heb ik na zaterdag en midweek ook op zondag gespeeld.

Toen ik 37 was, heb ik in Hilversum mijn kruisband afgescheurd. Ik weet de blik van Peter Kalisvaart nog toen hij ernaar keek: het was niet goed. Na die operatie heb ik nog 3 jaar gespeeld. In 2010 ben ik gestopt, vanwege de lange reisafstanden voor de wedstrijden. Ineens moesten we door een verschuiving in de KNKV-regio’s naar Duiven, Almelo of Arnhem. Yvonne Nortier en ik reden dan ’s ochtend rond 10.00 uur samen uit Vleuten weg en we waren pas eind van de middag terug voor één wedstrijdje korfbal.

Een jaar later werd het er niet beter op toen we ineens naar het westen gingen: Rotterdam en boven Amsterdam. Ik kon het niet goed meer combineren met mijn gezinsleven. Mijn vrouw Petra en één van mijn kinderen volleybalden, een ander kind korfbalde. Elke zaterdag was het een grote puzzel voor Petra en mij. Op zondag korfbalde ik, zodat we ook die dag geen tijd hadden om met elkaar te zijn.’

Korfbal vroeger

‘Gras, gras en nog eens gras’, was direct Elroys antwoord over korfbal vroeger: ‘Dat gras was soms ook stoffig en droog, vaak zwaar. Ik vond op gras spelen het lekkerste, zeker bij nat weer met een lekker zwaar en zompig veld. Anderen zakten dan weg met hun noppen in het gras. Ik heb mijn beste wedstrijden gespeeld in de regen. Iemand zei toen een keer tegen me “Je bent echt óveral!”.

Je bent echt óveral!

En dan was er het middenvak, waarin niemand van ons wilde spelen. We hadden er een hekel aan. Ik zeker, want ik had toen geen speltechnische kennis en ik had geen idee hoe ik moest lopen in het middenvak. Mijn teamgenoten zeiden dan “wat doe je hier, je staat in de weg”. Of ik had allemaal lange mensen, met lange armen, tegenover me. Dan moest ik ook nog eens tegen de wind in gooien; ik kreeg de bal niet weg!

Korfbal in twee vakken vind ik een verademing! Nu komt een onderschepping altijd wel in de aanval uit. Dat was vroeger wel anders!

Een andere verandering in het korfbal vind ik het verdedigen: tegenwoordig is bijna niets meer verdedigd, hoe dicht je er ook op zit.’

DVS

‘Ik woonde in Nieuwegein-Zuid en fietste elke woensdag naar mijn neefje. Dan aten we, fietsten naar DVS, trainden samen en reden terug naar zijn huis. Daarna reed ik terug naar huis. Alles op de fiets, want met het openbaar vervoer naar het DVS-veld achter stadion Galgenwaard was een drama.

Bij DVS was het altijd gezellig. Het was geen grote vereniging en iedereen kende elkaar. Ik heb ook altijd in leuke en gezellige teams gespeeld. En natuurlijk hangt de gezelligheid in een team van jezelf af.

Bij DVS waren er altijd veel activiteiten. Ook toen ik nog geen lid was, ging ik met mijn neefje naar die feestjes. Daardoor kende ik al driekwart van de spelers in de junioren toen ik lid werd. Ik was een beetje verlegen jongen en het was makkelijk om zo te starten.’

“Dan coach ik wel niet”

‘In 1983 speelden we met DVS J2 tegen Animo. Alles dat coach George zei, viel bij onze ploeggenote Irene verkeerd. Op een gegeven moment zei George “dan coach ik wel niet” en liep van het veld af. Hij is zelfs niet meer met ons teruggereden!’

Schuim

‘Het allerleukste dat ik mij herinner van mijn tijd in de jeugd waren de toernooien. Met z’n allen gezellig in het zonnetje bij elkaar op kleedjes, kletsen, eten, drinken en af en toe een wedstrijdje spelen.

Tijdens een toernooi had een meisje in ons team hoofdpijn en had iemand nog wel een bruistabletje voor haar. In plaats van hem eerst in water op te lossen, stopte ze hem meteen in haar mond en deed er daarna wat water bij. Het schuim kwam haar neus uit!’

Bewust langs laten lopen

‘Vroeger was ik heel slecht in verdedigen, nu ben ik er wel wat beter in. Bij voorverdedigen was de tegenstander vaak een kop groter en ging de bal over me heen. Mijn voordeel was mijn snelheid en dan liet ik mijn heer soms bewust langs me lopen. Op snelheid onderschepte ik dan de bal vanuit de aangeef naar mijn heer. Ik heb nooit mensen horen klagen dat ik de bal uit hun handen tikte.’

“Nog nooit zo’n leuke wedstrijd gespeeld”

‘Voor de wedstrijd tegen Soesterkwartier had ik gehoord dat er een heel vervelende heer was die je altijd het bloed onder de nagels vandaan haalde. En ja hoor, ik liep tegen hem. Ik onderschepte heel veel, zat er heel dicht bovenop en speelde hem volledig uit de wedstrijd. Na afloop kwam hij naar me toe met een biertje: “Het was de slechtste wedstrijd van mijn leven, maar ik heb nog nooit zo’n leuke wedstrijd gespeeld.”’

Omvallen

‘Tijdens een wedstrijd tegen Juko in Nieuwegein was mijn tegenstander een heel stevige en zwaar uit de kluiten gewassen man. We speelden op een zwaar kleiveld en ik maakte een snelle beweging in de aanval. Mijn heer stapt in, zet zijn voeten in het gras en valt zo om! Knap, kruisband afgescheurd!’

Synergo-trainer

‘Een paar jaar geleden kreeg ik een appje van Joram: “Ben jij niet degene die mij trainen heeft gegeven in de C-jeugd?”. Hij stuurde een teamfoto mee van Synergo C1 (boven: Angelique, Carolien, Elroy, Guido, Joram; onder: Franny, Elise, Marnix, Serkan).

Thuisfluiters

‘Ik vond het altijd leuk om de jeugdleden iets te leren. Jammer dat we tegen sommige verenigingen zo vaak echte thuisfluiters hadden! Van die scheidsrechters die willens en wetens in twijfelgevallen -en vaak ook de niet-twijfelgevallen- tegen je fluiten. En dan moet je je jeugdspelers gaan vertellen waarom ze de bal niet kregen of waarom het doelpunt vreemd genoeg gewoon telde.

Ik ben niet iemand die tegen de scheidsrechters praat. In de senioren was het vaak ook mijn “taak” om teamgenoten te wijzen dat ze hun mond moesten houden tegen de scheids. Rietje Pijper bijvoorbeeld reageerde altijd op de scheids. Sóms had ze wel eens gelijk hoor!

Ik heb ook zelf wel gefloten en dan maak je ook wel fouten. Sommige spelers hebben zo’n gevoel van onrecht en dan kunnen ze ook niet meer helder denken.’

Buitenaards

‘Wat me nog wel eens opvalt bij verenigingen is dat de eerste teams zichzelf altijd iets hoger inschatten dan de rest. Ze houden daarmee een beetje afstand van de rest van de vereniging, alsof ze zelf buitenaards zijn. Wanneer die spelers later in lagere teams gaan spelen, gaan ze meestal meer op in de vereniging.’

Fusie en shirt

‘Ik heb destijds wel meegekregen dat het bij DVS speelde om te fuseren met SAMOS, maar was er niet echt bij betrokken. Ik weet nog wel dat de spelers uit het eerste van DVS niet wilden fuseren.

Voor het nieuwe fusieshirt van Synergo was er discussie en gesteggel binnen de shirtcommissie over wat voor soort shirt het moest worden. Niet te veel de basis van DVS of van SAMOS, zoals met de banen op het shirt. Ook waren er veel vragen als welke materialen, welke pasvorm en welke leverancier. Uiteindelijk is het ontwerp van het shirt heel anders geworden dan waarvoor de vereniging gekozen had.’

Niet dreigen maar doen

Elroy: ‘Ik hoef niet elke wedstrijd te bewijzen dat ik in het team hoor. Dat besluit hebben anderen genomen: speel gewoon lekker en doe je ding!

Speel gewoon lekker en doe je ding!

Natuurlijk zijn er in een vereniging altijd mensen die vinden dat zij hoger moeten spelen. Zo niet, dan dreigen ze om weg te gaan. Ik vind dat je dan maar moet gaan.

Die keuze heb ik zelf ook gemaakt. Ik heb een jaar in het midweekteam van Synergo gespeeld, maar dat was het niet voor me. Het spelletje bestond eruit dat mijn vakgenoten vanaf de middenlijn schoten om verder wel te zien wat er gebeurde. Daarvoor korfbalde ik al te lang; ik was geen beginner meer. Tegen de TC heb ik toen gezegd dat ik dan wel op zondag wilde spelen, maar dat ze me niet in het laagste team moesten zetten. Dat team zag ik gewoon echt niet zitten. Helaas kwam ik toch in het laagste zondagteam terecht en toen heb ik bedankt.

Twee jaar later ben ik weer begonnen. Toen kwam ik in Synergo 4! Een leuk team, met allemaal oude rotten zoals ik.’

Wens voor Synergo

‘Er is een hele hoop veranderd in de vereniging. Van gravel naar een grasveld met gras voor 1 wedstrijd, vervolgens kunstgras en nu is er een mooi complex.
Soms kom je bij een vereniging en dan voel je er meteen een leuke sfeer hangen. Dat vind ik zowel bij DVS als bij Synergo zo.

De laatste keer dat ik met Fiducia bij Synergo was, speelde ik tegen Synergo 6, met oud-DVS’er Peter Kalisvaart. En voor ons speelde het team van Eva Gijsbertse en Dick van Straaten. Als de bal weg was, stonden ze snel even met me aan de zijlijn te praten.

Ik voelde me weer welkom bij Synergo en dat heb ik altijd gevonden. Je trekt de spelers en het publiek aan die passen bij je vereniging. Synergo is prestatiegericht én er is tijd voor gezelligheid. Er zijn altijd mensen die je herkennen en op je afkomen. De vereniging heeft een open karakter. Dat is iets waardevols.

Ik hoop dat iedereen zich bij Synergo welkom voelt en zich welkom blijft voelen, waar je ook vandaan komt.’

Elroy, bedankt voor deze mooie verhalen!
Sander.

Zie ook