Oude verhalen – George en Ineke

Hoe ging het korfbal lang geleden? Hoe was het korfbal vroeger bij SAMOS of DVS? Wat gebeurde er bij Synergo? We zoeken oude verhalen voor #100jaarkorfbalinUtrecht en #25jaarSynergo. Deze keer oude verhalen van George Engels en Ineke Engels – Hoogewoning.

We kennen George (1941) en Ineke (1963) natuurlijk als trouwe supporters van Synergo. Ze zijn vaak de hele dag op het veld of in de hal. ‘Wij hebben belangstelling voor álle teams.’

George is een DVS’er in hart en nieren; kom niet aan DVS! Hij was jarenlang scheidsrechter en is een fanatieke supporter. George heeft eigenlijk wel in alle commissies een rol gehad en is van 1967 tot 1970 trainer/coach geweest bij Thor Harmelen. Hij was bij DVS bestuurslid en 5 jaar voorzitter. Ook is hij jarenlang wedstrijdsecretaris geweest. Eerst 25 jaar bij DVS, daarna nog 10 jaar bij Synergo. Dat wedstrijdsecretariaat heeft hem overigens nog heel wat leuks opgeleverd!

Ineke is nu voor de tweede keer bestuurslid: ‘Destijds met Anne de Roos, Eva Gijsbertse, Sander Harskamp en Femke van Hemert. Ik ben meer een doener dan bestuurder’. Toch wilde ze de taak in 2020 weer op zich nemen. ‘Die beslissing om het voorzitterschap samen met Mamoun te delen, namen we op de parkeerplaats van het veld.’ En, Ineke is zeker met kamp niet chagrijnig te krijgen!

George en Ineke namen de organisatie van het Synergo-recreantenteam over van Henk Verbaan. Zij verzorgden de trainingen, regelden wedstrijden en organiseerden het eerste Synergo-recreantentoernooi in onze nieuwe sporthal!

George en Ineke

George schreef mee in het DVS-clubblad “de DVS Klanken”: ‘Daarin was een rubriek “Jopie Klepzeiker”, een soort roddelrubriek, waar leden veel plezier aan beleefden.’

George: ‘Bij Synergo ben ik de eerste 4 tot 5 jaar nog TC-lid geweest. De laatste jaren heb ik jonge scheidsrechters begeleid. Ook fluit ik bij het schoolkorfbal. Dat doe ik vooral voor Ineke, want daar is het meer begeleiden dan fluiten.’

Fluiten is aan Ineke helemáál niet besteed: ‘Dat is één van de weinige taken die ik niet doe, daar heb ik echt een hekel aan’. Wel was ze actief bij de jeugdactiviteiten- en technische commissie en het typen van het SAMOS-krantje. Na het typen brachten Joke en Ineke dan na wat wodka-jus ‘s nachts het getypte krantje weg.

Natuurlijk is er voor Ineke het schoolkorfbal! ‘In het begin hielp ik Peter Kalisvaart mee met schoolkorfbal, samen met Habib Loukili en Rietje Pijper. Later heb ik het van Peter overgenomen. Soms hadden we maar 40 teams. Wat een verschil met nu! Nu hebben we zo’n 120 teams verspreid over 2 dagen! En na al die jaren zijn we vaste gezichten geworden voor de scholen en vakleerkrachten.’

‘We hebben nu de tijd mee. We moeten het schoolkorfbal blijven organiseren, ook als er een terugval is, net zoals we ook vroeger hebben meegemaakt.’
Naast bestuur en schoolkorfbal is Ineke nog altijd bij veel commissies betrokken en is zij actief voor Synergo in de wijk en stad.

Korfbal

George korfbalde vroeger bij het Gelderse Animo in Wolfheze. In 1955 kwam hij in Utrecht wonen. ‘De volgende dag was ik lid van DVS.’ Hij speelde toen al tegen Ben Crum en volgens George was Ben ‘tactisch wat beter’. ‘Ik was geen goede verdediger. In mijn eerste wedstrijd tegen SSS Wageningen viste ik 4 keer!’ George was volgens eigen zeggen ‘een echte aanvaller, maar geen verdediger. ‘Ik was enorm fanatiek. Ook tegen medespelers en scheidsrechters…’

George: ‘In een wedstrijd van DVS 1 tegen DVS 2 speelde ik tegen Hans de Ridder. Hans was een goede verdediger, maar ook geniepig. Ik nam een doorloopbal en verwachtte dat hij iets zou doen. Maar Hans deed niets en ik miste de doorloopbal grandioos!’

Wat George ook nog goed weet was de wedstrijd DVS tegen SAMOS: ‘ik liep tegen Rob Engelsman. Ik had het heel moeilijk tegen hem en was er langs voor een doorloopbal. Maar Rob blokte me toen van achter!’

‘Na mijn meniscusoperatie sprong ik tijdens mijn eerste wedstrijd voor bij de lijn: kruisband kapot. Na een jaar revalidatie kreeg ik in mijn eerste wedstrijd van coach Johan van Kooten Niekerk een invalbeurt tegen Unitas. Ik scoorde toen het winnende doelpunt! Ik heb 17 jaar in DVS 1 gespeeld, waarvan 1 seizoen samen met mijn 2 zussen en 1 broer. Toen ik 34 was, ben ik vanwege een knieblessure gestopt.’

‘De tip van Tom de Roos in de tijd bij Synergo vergeet ik ook niet: Vang de bal om meteen te kunnen schieten. Ik haalde eerst de bal nog naar beneden.’

Ineke woonde in Overvecht en kwam als 11-jarige bij SAMOS terecht. Via het schoolkorfbal! ‘Sinds die tijd ken ik Joke Janssen. We hebben niet altijd in dezelfde teams gespeeld, maar waren wel vriendinnen. Ik heb gespeeld in de hoofdklasse aspiranten en zelfs districtsjunioren. Rond 1978 speelde ik nog tegen Dalto om het kampioenschap van Midden-Nederland van de A-aspiranten (nu B).’

Ineke: ‘Ik blonk niet specifiek uit, maar had altijd een goed schot. En inzicht. Ik was nooit echt snel, ik stond op de goede plek en scoorde vooral van afstand en de korte kansen. Ik hing eigenlijk net tegen de eerste teams aan. Als de teams in de zaal van een 12-tal terug moesten naar een 8-tal, dan viel ik af. Helaas had ik slechte knieën en enkels. Elke week fietste ik naar de Amsterdamse straatweg en tapete Frank Backx mijn enkels. En met het gravel waar we op speelden, moest je elke keer de steentjes uit je knieën halen als je onderuitging.’

‘Tussen 1985 en 1996 heb ik onder andere door blessures niet gekorfbald. Daarna besloten Joke en ik om weer te gaan korfballen, in het midweekteam van Synergo. Door mijn blessures op het knollenveld, “de zandbak”, kreeg ik veel te maken met de wedstrijdsecretaris: George!’

‘Daarna ging ik ook ineens graag klaverjassen op vrijdagavonden, want daar stond George achter de bar… Na altijd op zaterdag te hebben gespeeld, besloot George ook in het midweekteam te gaan spelen, waarna wij elkaar nog meer zagen.’

Vroeger mocht je elkaar niet eens aanraken, geen enkel fysiek contact

Korfbal vroeger

Ineke: ‘We trainden toen 2 keer per week, op zaterdag was er dan een training van 100 keer schieten en dan speelden we zondag de wedstrijden.’
‘Vroeger’, vertelt George, ‘mocht je elkaar niet eens aanraken, geen enkel fysiek contact. En als ik nu kijk…! Er wordt ook niet meer gefloten voor lopen met de bal. Ook zie ik veel one-handers, terwijl wij altijd leerden om met 1 hand te gooien en met 2 handen te schieten!’

Over het oplossen onder de korf zijn George en Ineke het zeker eens: ‘dat gepiel en gedraai om de korf: verschrikkelijk!’

Ineke: ‘Het korfbal is nu meer fysiek, er zit meer snelheid in het spel. Zonder middenvak is het spel veel dynamischer, met veel diagonale cross-passes. Voor de jeugd vind ik het 4korfbal een verademing: meer beweging, meer scoren. Van mij mag het tot en met de D!’

Scheidsrechter

George had met 16 jaar zijn scheidsrechtersdiploma. ‘Tot 1972 heb ik in de afdeling gefloten. Scheidsrechter Arie de Knijff zei toen tegen me dat als ik ook landelijk wilde fluiten, dit het moment was om dat te doen. Want: “je kunt maar tot je 50e fluiten.”’

‘Ik ben als scheidsrechter een keer achterna gezeten en naar de kleedkamer gevlucht. Maar ik had wel een goede beoordeling!

‘Uiteindelijk ben ik op 57 jarige leeftijd gestopt met op landelijk niveau fluiten. Ik ben dus 7 jaar langer doorgegaan dan Arie had gezegd.’ Ik heb reserve Hoofdklasse gefloten, met teams als PKC 2, Rohda 2, Dalto 2, en de top van de A1 en B1’. Om er direct aan toe te voegen: ‘En toen was er nog geen Korfbal League!’

‘En tijdens een wedstrijd van De Meeuwen D1, ik was toen rond de 70 jaar, gebeurde er niet veel, het was nogal saai. Mijn beoordelaar vroeg na afloop wat ik nog wilde bereiken op mijn leeftijd. Want hij vond dat ik wandelde in het veld! En hij stelde absurde vragen, waarna ik mijn beoordelingsgesprek vroegtijdig heb beëindigd. Dit was mij in al die jaren nog niet gebeurd.’

Een stukje meefietsen, ‘zomaar’

George: ‘In 1957 waren Hans de Ridder en ik naar Groningen gefietst om onder andere in het Oosterpark promotiewedstrijden te spelen voor de Christelijke Korfbal Bond (CKB). We ontmoetten daar 2 meisjes uit Garrelsweer, Sietske en Annelies. Ze zeiden dat we “mooie trainingspakken” hadden die zij onder hun hoede hielden tijdens de wedstrijden. Die twee zijn vanuit Groningen met ons meegefietst tot Assen. Zomaar. Ik weet zelfs hun huisnummer nog. Ik heb ze daarna nooit meer gezien.’

Ze fietsten zomaar mee?! Denk even mee met Ineke en mij toen George dat verteld had:

  • George en Hans sliepen in Bedum, even ten noorden van Groningen
  • Sietske en Annelies woonden in Garrelsweer. Dat ligt tussen Groningen en Delfzijl in, dus in het noordoosten van Groningen
  • De meisjes zijn meegefietst tot Assen (dat is ten zuiden van Groningen)

Maar volgens George waren ze ‘alleen maar meegefietst’. En na even aandringen van Ineke en mij of er écht niets gebeurd was: ‘Ja, een kusje kon er altijd af’!

3 teams in 1 bus

‘Ongeveer in 1958 konden we door de planning van de korfbalbond met 3 eerste teams van 3 verschillende verenigingen in 1 bus naar de uitwedstrijden. Vanaf station Utrecht stapten we in de bus. We reden naar Wageningen (SSS) en daar stapte het eerste team uit. Door naar Bennekom (DVO) waar het tweede team uitstapte. Vervolgens eindbestemming Heelsum (DKOD) voor het derde team. Na de wedstrijden haalde de bus iedereen weer op voor de terugreis. Onderweg kaartten we dan’, aldus George.

Bij Ineke ging het vervoer anders: ‘Met Janwillem Wind als coach gingen we overal naar de uitwedstrijden op de fiets; bijvoorbeeld naar Harmelen en Maartensdijk. Als het echt ver was, gingen we met de trein. Nu vinden spelers Hoograven soms al ver weg!’

Bukken en verstoppen

‘Toen Ineke met Ingrid van Lente een junioren 2 team coachte, hadden zij een teamuitje in een huisje in Zeeland. ‘Onderweg propten we alle kinderen in de kofferbak. En als de politie langskwam, dan riepen we dat iedereen moest bukken. We sloten ons trouwens op in het huisje, want de Zeeuwse jongens zaten achter de meiden aan.’

Staking

In 1981/1982 deed Ineke mee aan een studententoernooi in Londen. ‘Toen we met de boot terug moesten, was er echter een staking en konden we niet terug! Ik was al lang geen student meer en moest gewoon werken. Ik moest dus mijn baas bellen en hij was niet blij.’

Feestjes

George: ‘Toen we Hoofdklasse afdeling Centrum (is nu Midden-Nederland) speelden, trainden we op vrijdagavond in een school aan de Springweg. Na deze trainingen gingen we altijd naar café Karel de Stoute.’

Ineke ging elk weekeinde stappen: ‘Vrijdag, zaterdag en zondag. Soms stonden we met een halve kater in het veld. En na de wedstrijden aten we op zondag pizza bij La Fontana. We hadden veel feestjes en gingen veel uit met SAMOS-mensen. Dan aten we midden in de nacht saté.’

Aanschrijfkaart

Bij DVS kreeg ieder persoonlijk een aanschrijfkaart om de wedstrijden te spelen. ‘Met een boete als je niet kwam.’

Wedstrijdformulieren

Toen George 62 jaar was, ging hij met vervroegd pensioen. ‘Ik had een leuke en jonge vrouw die nog veel en hard werkte. Ik wilde iets doen om me niet te vervelen. Toen heb ik gereageerd op advertentie in het KNKV-blad om op het bondsbureau de wedstrijdformulieren te controleren en in te voeren. Dat heb ik 8 jaar gedaan.

Twee keer in de week was ik samen met onder andere Jan Zaal, Henk Otten, Nel Kruit op het bondsbureau in Zeist. De wedstrijdformulieren kwamen per post binnen. Wij controleerden dan de namen en spelersnummers en of alles goed was ingevuld. Dan legden wij alle papieren formulieren op volgorde van wedstrijdnummers om ze makkelijker te kunnen invoeren in het competitiesysteem. We zaten elkaar dan wel een beetje te stangen over de wedstrijdresultaten van onze clubs.

Mijn eerste TIA kreeg ik op het bondsbureau. Ik voelde me erg raar, maar gelukkig was het heel kort. Ik ben daarna teruggefietst naar Maarn en toen ik Ineke vertelde wat er was gebeurd, ben ik snel naar een arts gegaan.’

Sy-ner-go

George is blij dat DVS en SAMOS gefuseerd zijn. ‘Dit heeft veel opgeleverd. Ook veel nieuwe leden. Beide verenigingen hadden dezelfde sportcultuur. Dat DVS christelijk was en op zaterdag speelde en SAMOS op zondag, maakte helemaal niets uit. Het was een geweldige tijd met DVS en Synergo.’

George is de bedenker van de naam Synergo! ‘Het kwam van het woord synergisme. Dat was bij ons op het werk een laboratorium-uitspraak. Hierbij heeft de gecombineerde activiteit van verschillende chemicaliën samen een veel groter totaaleffect dan de effecten van de afzonderlijke chemicaliën. Als afgeleide daarvan kwam Synergo in mijn brein op. Het idee werd goedgekeurd. En het effect van de fusie is inderdaad veel groter!’

Wens voor Synergo

Synergo hoeft volgens George en Ineke niet per se te groeien tot 1.000 leden. Ze vinden 500 leden een mooie ambitie. Ze hopen dat meer mensen zich bij de vereniging betrokken voelen en zich erbij blijven betrekken: ‘Er zijn nog steeds mensen die niet zoveel doen en de groep vrijwilligers kan altijd groter’.

Beiden hopen ook ‘dat Synergo altijd blijft bestaan’. ‘Dat Synergo de leuke gezellige vereniging blijft en daarnaast maatschappelijk en sociaal betrokken blijft. Dat als we heel oud zijn, Synergo nog steeds de plek is waar we altijd naartoe kunnen gaan. Waar iedereen welkom is. Het is echt een plek thuis!’

George en Ineke, bedankt voor deze mooie verhalen!
Sander.

Zie ook