Oude verhalen – Anne

Hoe ging het korfbal lang geleden? Hoe was het korfbal vroeger bij SAMOS of DVS? Wat gebeurde er bij Synergo? We zoeken oude verhalen voor #100jaarkorfbalinUtrecht en #25jaarSynergo. Deze keer oude verhalen van Anne de Roos.

Wie kent Anne (1968) eigenlijk niet? Eén van de beste dames van SAMOS, is mij verteld. De meeste mensen kennen haar als onze (ere)voorzitter, naamgever van de ‘Anne de Roos beker van Verdienste’, trainster/coach, aanjager en natuurlijk als vriendin van Geert (van Veerkracht Asbest – Sloop – GWW).

Deze oude verhalen van Anne gaan over het voorzitterschap van Synergo, over onzekerheid en bescheidenheid en over de rol van korfbal in Annes leven. Anne: ‘Bijzonder vind ik bijvoorbeeld dat mijn beste vrienden en vriendinnen en zakenpartner allemaal vanuit het korfbal komen!’.

Anne

Vanaf haar 16e was Anne als vrijwilliger actief: ‘Het begon bij SAMOS met de vraag om samen met mijn teammaatje en vriendin Claudia een jeugdploeg te trainen en coachen. Tot mijn 24e heb ik allerlei jeugdteams getraind en gecoacht. Bijvoorbeeld samen met Karel van Olderen aan het team van onder andere Habib.

In die tijd trainde ik de eerste jeugdselectieteams. Na mijn 30e, nadat ik een paar jaar was weggeweest omdat ik niet meer kon spelen, coachte ik vooral breedtekorfbalteams, zoals de D4 met Marek Snopko en de C3. Voor deze teams vind ik mijzelf uitermate geschikt. Je kunt ze zoveel leren en ze hebben er ook zoveel plezier in! Mijn hart ligt ook niet zozeer bij de prestaties, maar veel meer bij plezier maken. Daarbij zijn andere doelstellingen dan winnen belangrijk, zoals het aantal doelpogingen en onderscheppingen. Zo kun je ondanks verlies tevreden zijn. Omdat we soms ook met grote cijfers konden verliezen, waren die doelstellingen heel belangrijk.

Jaren later coachte ik naast het voorzitterschap nog 4 jaar lang senioren, waaronder Synergo 2, Synergo 6 en 10. Mijn laatste team was S3 met onder andere Jeroen B, Elline, Dennis, Freek en Lydie.

In de jaren ’90 zat ik in de jeugdcommissie, die toen zowel de technische als de nevenactiviteiten organiseerde. We hadden een keer een kabouterslaapfeest bedacht. In een donkere kantine hadden we een kabouterhol gemaakt met kruipgangen. In kaboutertenue ontvingen we de kinderen bij de deur en namen ze mee naar binnen. Ouders mochten uiteraard niet naar binnen.

Toen ik na 8 jaar stopte met de jeugdcommissie, kreeg ik een T-shirt met de kabouters en een boek met allemaal bedankjes. Eén daarvan weet ik nog heel goed: Maurice had op een verder lege A4-pagina, heel klein in het midden “bedankt” geschreven.

Verder ben ik actief geweest in de technische commissie voor de senioren. Dit was slechts een korte periode, want mijn hart ligt echt bij de jeugd. In 2007 vormden Christa Florax, Sander Hofman en ik samen de jeugdtechnische commissie (JTC). Toen kwamen we tot de conclusie dat we als vereniging met de jeugdteams twee keer per week moesten gaan trainen: dan werk je twee keer zoveel om beter te korfballen!

Ik coachte de B1 en Sander de C1 en met deze twee teams zijn we toen begonnen met wat nu heel gewoon is: twee keer per week trainen met de jeugd. Toen ontstond ook het plan “Groeien = boeien”. Dit plan presenteerden we op de ledenvergadering om draagvlak te krijgen voor zowel meer aandacht voor werving (groeien), als voor betere korfbalbegeleiding (boeien).’

Korfbal

Anne: ‘Met een vriendinnetje uit de klas ging ik in 1976 mee naar SAMOS. Ik vond het zo leuk en ben niet meer weggegaan.

Ik begon in Pupillen 5, ging daarna snel door naar de P3 en kwam vervolgens in de P1. Deze groep is jaren bij elkaar gebleven. We wonnen werkelijk alles. Met soms hele hoge uitslagen: soms zelfs dubbele cijfers! We hebben ook altijd goede trainers gehad, zoals Otto van de Vijver, Rob Lof, Erik Spelten en Frank Backx.

Ik heb in de jeugd altijd op het hoogste niveau gespeeld. Met het aspirantenteam zijn we met Erik als coach naar de Nederlandse Kampioenschappen geweest! We hebben daar niet gewonnen, maar het was wel hele eer en we waren trots om daar te zijn.

Ik was altijd op het veld. Twee keer per week trainen, trainen geven, op zaterdag zelf spelen en op zondag mee met S1, 2 en 3. Of invallen in de junioren of in S5; ik ging overal mee naartoe. Ik heb veel uren korfbal gemaakt.

In de junioren speelden we voor SAMOS 1 en 2. Het publiek kwam op een gegeven moment ook voor ons! In de Catharijnehal was het bomvol, met veel mensen van buitenaf en je moest echt een plekje zoeken. We hadden in ons team heel goede dames en we konden allemaal goed schieten. Dat zag je later ook terug toen we zelf in het eerste gingen spelen: de heren én de dames scoorden.

Toen ik van coach René Buitenkant de allereerste keer mocht invallen in SAMOS 1, vond ik dat heel spannend. Gelukkig kwam in het vak bij Erik Spelten. Dat was vertrouwd, omdat hij mijn trainer was en me heel goed opving.

Ik was zelf een spelverdeler en ondersteuner. Ik stond vooral rond de paal; in de aangeef en in de rebound. Als het niet lukte in het vak, dan ging ik voorin in de punt van de aanval spelen. Ik had een goed schot en heb veel gescoord, maar ging niet van nature voorin aanvallen in de 1:1.

Verdedigen kon ik heel goed; ik was heel verstorend voor mijn tegenstandsters. Omdat de dames vaak nog de heren ondersteunden, was ik in mijn element als ik juist dat kon verstoren. Dat vond ik heerlijk! Ik verdedigde voor in de paalzone, zat in de ballijn, ving mee en ik was erbij voor bij de lijn. Mijn dame moest altijd eerst ieder anders doen dan wat ze gewend was.

Tijdens de trainingen leerden we ook dat je een driehoekje moest maken met jezelf, de bal en je tegenstander. Dat je moest kijken naar de voeten van je tegenstander en niet naar de ogen. Ik vond het heerlijk om me zó op te stellen zodat ik mijn tegenstandster dwong om haar mindere kant op te gaan.

Dit was ook het gevolg van de rode draad van het technisch beleid van SAMOS. Daar hielden Erik, Rob, Otto en Frank B. zich mee bezig. En de goede lichting van SAMOS 1 in de Hoofdklasse werkte voor ons als junioren natuurlijk ook heel erg inspirerend!’

Korfbal vroeger

‘We speelden op gravel, fantastisch! Dat liep zo lekker. Tegenstanders die normaal op gras speelden, vonden het dramatisch. Andersom vond ik dat ook. Op zo’n knollenveld liep ik te zwoegen op die noppen en kreeg ik hele zwarte kuiten, omdat ik elke keer tegen mijn eigen enkels aantrapte.

We speelden op gravel, fantastisch! Dat liep zo lekker

Het middenvak vond ik ook fantastisch! Nadat je de bal hebt onderschept, is het middenvak de ultieme oefening in vrijlopen. Een treintje opbouwen en doorzetten. Slechtere tegenstanders kregen de bal niét naar hun aanvalsvak. Ons middenvak haalde er heel veel ballen eruit. Frustrerend voor tegenstanders.

Tijdens de wedstrijden van Utrecht-Antwerpen in Antwerpen moesten we “het plein oversteken”. We hadden natuurlijk geen idee wat dat was. “Het plein” bleek Vlaams voor het middenvak te zijn.

Ik weet ook nog dat de Utrechtse korfbalfederatie (UKF) jaarlijks het Utrechts toernooi organiseerde. Naast uitwisselingsmomenten met de andere verenigingen in de stad waren het echte stadsderby’s!

Daarnaast was er jaarlijks een sporttechnisch kamp. Een week lang in de zomer startten we om 07.00 uur met 50 doorloopballen en 25 uitwijkballen. Dan noteerden ze hoeveel je er scoorde. Bij het ontbijt vertelden de trainers wie alles had gescoord en wie in de top-3 zat. Daarna trainen, lunchen en onderlinge partijtjes. De hele week lang. Het was heel intensief en je moest er écht veel korfballen!

Een ander verschil met korfbal vroeger is dat je tegenwoordig ook niet meer zo hoeft na te denken of iets verdedigd is. Een schot was lang geleden veel sneller verdedigd.

Daarnaast vind ik vragend begeleiden als nieuwe manier van trainen geven goed. Nu stel je veel meer vragen in plaats van dat spelers moeten uitvoeren wat de trainer zegt. En dynamisch korfbal is leuk, gewoon een goed schot nemen zonder rekening te houden met de rebound. Want het gedraai om de korf voor de aangeef om achterverdedigen op te lossen is toch niet om aan te gluren!’

Fiets gejat

‘Toen ik een jaar of 13 was, zijn er binnen twee weken twee fietsen van me gestolen bij SAMOS. Ik had mijn fiets netjes op slot gedaan, maar: gejat. Daarna kreeg ik een nieuwe en binnen 1 week precies hetzelfde: opnieuw gejat. Ik durfde het niet opnieuw tegen mijn ouders te vertellen! Achterop de fiets bij Rob Engelsman zijn we de wijk doorgegaan op zoek naar mijn fiets. Echt superlief van Rob! De moeder van Claudia is toen mee naar huis gegaan om het mijn ouders te vertellen.’

Dierbaar

In het archief bij Renske kwam ik een foto tegen van Anne met Christa. De foto hangt ook bij Anne thuis. Anne: ‘Deze foto is me heel dierbaar. Hij is genomen in Enschede, na de wedstrijd tegen Nääs met Jan-Willem Briedé als coach. Die wedstrijd moesten we winnen om te handhaven en dat deden we ook. In dat team zat ik toen met onder andere Christa, Gjalt, en Annelie. Drie van mijn liefste vrienden in mijn leven.’

Coopertest

‘In de junioren kregen we van onze coach Erik Spelten een Coopertest. Dat vonden we als team he-le-maal niets en we hebben het geweigerd. We moesten toch. Als dames hebben we toen die 12 minuten uit protest alleen maar gewandeld. Daarna zei Erik “Jullie hebben je punt gemaakt en kunnen niet moe zijn na deze 12 minuten, dus ik verwacht dat jullie de rest van de training héél fanatiek zijn!”.’

Laat het zien!

‘Brahim en Hannah waren destijds al echte belhamels. En dan zeg ik het vrij netjes. Ze speelden in Amsterdam en ik ging kijken. Het publiek wist Brahim met opmerkingen goed op de kast te jagen. Op een gegeven moment was hij het zo zat, dat hij zijn broek liet zakken en het publiek stil kreeg door zijn blote kont te laten zien!’

Kernwapens

‘In de jaren ’80 had de SAMOS-selectie een SAMOS-shirt gemaakt met teksten om te protesteren tegen de plaatsing van kernwapens in Nederland.’

Zelf in SAMOS 1

‘Mijn eerste jaar in de senioren speelde ik hoofdklasse met nog maar een paar spelers uit het “SAMOS topteam”. De rest was gestopt. Het was een moeilijk jaar en we degradeerden direct.

Het jaar daarna in de overgangsklasse hetzelfde liedje. Tegen Drachten stonden we bijvoorbeeld met 13-0 achter. We scoorden 13-1 en At Voogt sprong van blijdschap een gat in de lucht! Wij niet, wij schaamden ons kapot…

Daarop volgde een vijftal jaren in de 1e klasse. Echt een leuk en hecht team met Christa, Annelie, Hannie, Inge, Marion, Gjalt, Timon, Eric en Klaas. Wat hadden we toen een spelplezier, inzet en verbondenheid!’

Oudega

‘De wedstrijd in het dorp Oudega in Friesland is me bijgebleven. Toen we er eenmaal waren, bleek dat er nóg een Oudega was. En ja, wij zaten bij de verkeerde. Dus gauw weer de auto in, onderweg in de auto omkleden, vlak voor tijd zonder warmlopen het veld in en spelen.’

Afdelingsteams

‘Ik speelde altijd in de afdelingsteams van Midden-Nederland, altijd ook met mijn toenmalige vriendje Ivar. We hadden gave trainers, veel lol en vooral heel veel korfbal. En het was erg leuk korfballen, want je speelde met de besten uit de regio.

In 1985 speelden we promotiewedstrijden met Midden-Nederland in Engeland. Daar gingen we met de bus naartoe en sliepen bij mensen thuis. In 1986 mocht ik mee tegen West-Duitsland met Cees van Buuren als coach. Dat was zo leuk!’

Nederlands team

‘In mijn laatste juniorenjaar waren Ivar en ik vanuit Midden-Nederland geselecteerd voor selectiewedstrijden in Zeist tegen andere afdelingen. Na elke wedstrijd vielen er mensen af. Ivar viel ook af en ik bleef over: ik was geselecteerd voor het Nederlands team! Er moest toen nog 1 dame afvallen en daarvoor waren nog 2 selectiedagen. Ivar vond het lastig dat hij niet was geselecteerd en ik vond het spannend. Ik heb toen maar gezegd dat ik niet kon vanwege mijn eindexamen…’

Portugal

‘Rond 1988 gingen we met de selectie van Midden-Nederland naar Faro in Portugal voor een promotietour langs middelbare scholen. We speelden dan eerst onderlinge wedstrijden en daarna mixwedstrijden met de scholieren.

Volledig onverwacht werd ik de aanvoerder. Ik was echt zo verlegen in die tijd. In de wedstrijd vond ik het aanvoerderschap wel oké, want bij SAMOS was ik ook aanvoerder. Maar hier waren er verplichtingen die ik niet had zien aankomen; ik moest bijvoorbeeld mee naar het gemeentehuis terwijl de rest de stad in mocht. En na afloop van een wedstrijd tegen het Portugese team aten we samen. Ik moest dan na een officiële aankondiging een speech geven. In het Engels! Ik durfde niet, ik klapte helemaal dicht.

Het voelde alsof ik ons land in de steek had gelaten: de aanvoerder van “het Nederlandse team” heeft helemaal niets gezegd. Dit was een kantelpunt in mijn leven; zo’n situatie wilde ik nooit meer!’ Ik nam me voor om dit soort situaties niet meer uit de weg te gaan.’

Achillespees

‘Vanaf mijn 20e kreeg ik steeds meer last van mijn achillespees. Ik had eigenlijk altijd pijn. Op een gegeven moment kon ik niet meer springen en ik ging maar fanatiek door.

In 1994, ik was toen 26, vroeg Inge van Meeuwen onder de douche wat ik toch voor een bult op mijn hak had. Ik keek eens goed en besefte dat ik zoveel last had dat ik écht moest stoppen. Toen ik het mijn coach vertelde, vroeg hij of ik nog één wedstrijd kon spelen, een hele belangrijke. Ik vond dat ik geen nee kon zeggen en ik heb het gedaan…

Ik kon niet meer korfballen. Dat vond ik zo frustrerend! Ik vond het zo lastig om bij het korfbal te zijn zonder zelf te spelen. Ik leerde mijn vriend Geert kennen en hij was fanatiek zeiler. Ik ben toen een paar jaar gaan wedstrijdzeilen. Dan reden we naar Friesland om lekker samen te zeilen. Ik ben toen een paar jaar bij SAMOS (dat Synergo werd) weg geweest.’

Auto

‘Een paar jaar later ging het toch weer kriebelen; ik miste mijn club. Ik ging weer coachen. Toen ik Synergo 2 coachte, had ik vaak de auto van Geert mee, een Audi A6. Arjan, Gijs, Erik en Robin wilden altijd per se met mij meerijden, want in zo’n auto wilden zij wel gezien worden.’

Synergo B1

‘Rond 2008 coachten Gjalt en ik Synergo B1, wat een geweldig team! Tijdens een teamfeestje in de winter was er een competitie tussen de jongens en de meiden. Zo moesten de heren midden op straat in water gedoopte tampons happen van een lijn en zich verkleden als dames. Helaas was Marieke die avond ziek en toen stelde Bas voor om zo verkleed even met het team bij haar thuis langs te gaan. Onderweg waren er hilarische reacties op straat en toeterende auto’s.

We hadden een keer als teamuitje een speurtocht door de wijk waarbij ze bij mensen moesten aanbellen om ingrediënten te verzamelen voor een smurfencake. Laat ik het zo zeggen: de ene cake was beter gelukt dan de andere. Na afloop heb ik alle restjes van de cakes bij elkaar gedaan en ingevroren. Aan het eind van het seizoen heb ik hun als onverwachte traktatie die resten van die smurfencakes gegeven. We hebben dikke lol gehad met elkaar!’

Voorzitter

‘In 2009 zou Eric Grendel stoppen als voorzitter van Synergo en er was nog geen nieuwe: dat vond ik niet kunnen. Ik vond het wel spannend om het zelf te doen, want ik had niet eerder zo’n eindverantwoordelijkheid op me genomen. Na veel nadenken en overleggen, besloot ik het te doen. Ineke zou de JTC doen en mij ondersteunen, net zoals zij nu Mamoun ondersteunt.

Een week voor de ledenvergadering sms’te ik Eric of we het over het voorzitterschap konden hebben. Hij sms’te onmiddellijk terug: “JA!”. Hij was heel blij dat ik het op me wilde nemen. Tijdens de ledenvergadering kondigde Eric aan dat er een nieuwe voorzitter was gevonden, maar verder zei hij niets en leidde de vergadering. De hele tijd vroeg ik me af of de leden wel blij zouden zijn. Ik vond het spannend en uitdagend om deze rol te vervullen! Aan het eind van de vergadering vertelde Eric dat ik het wilde doen. Er volgde een dik applaus!

Als eerste actie deelde ik kopjes uit, met de boodschap dat ik vind dat het kopje altijd half vol is. In die tijd merkte ik dat bij Synergo het glas vaak half leeg was; er was negativiteit en er was veel werk te verzetten. We waren als vereniging niet zo groot en vele vrijwilligerstaken lagen in handen van weinig leden. Ik wilde positief beginnen en meer optimisme in de vereniging brengen. Later vertelde Astrid Kouwenberg me dat zij zes kopjes heeft gespaard: “Ik heb een Anne-servies”, zei ze.

We gingen eerst bouwen aan de vereniging, met zijn allen. Omdat het zonder gezamenlijk doel lastig bouwen is, bepaalden we samen met de commissies hun doelstellingen en taken ten opzichte van de visie en missie van de vereniging.

Er ontstond enthousiasme en het gevoel het samen te doen. Zo kwam er een plan en ontstond er meer structuur. En er kwam meer verbinding, waaruit ook de slogan “Synergo, dat zijn wij” ontstond. Onze inzet had resultaat: we begonnen te groeien in leden! En dat maakte dat we al snel uit onze accommodatie groeiden. Daar moest iets gebeuren…

Daarnaast heb ik ook veel contacten buiten de vereniging gezocht. Ik ging overal naartoe: de KNKV-bondsraad, districtsvergaderingen, Vereniging Sport Utrecht (Nu Sport Utrecht).

Ineke hield zich bezig met werving in promotie in de wijken en ik ging de stad en het land in. Daaruit kregen we ook veel aangeboden en gevraagd, zoals een subsidie voor de jeugd, een scholing of een verzoek om te laten zien wat we bij Synergo doen.’

‘De eerste stap naar onze fantastische accommodatie’

‘Tijdens een korfbalnetwerkavond met de voorzitters van de korfbalverenigingen vroeg ik aan VSU-voorzitter Jan Boessenkool wat hij ging doen het weekeinde. Hij antwoordde dat hij een rondje met de Utrechtse raadsleden ging maken langs de sportvelden. Ik zei dat daar een leuke korfbalvereniging ontbrak en nodigde hem uit om bij Synergo langs te komen. Dat vond hij een goed idee en hij nam de uitnodiging aan. Op weg naar huis heb ik in de auto het bestuur op de hoogte gebracht dat we de raadsleden over drie dagen zouden ontvangen in de kantine. Dit was onze kans om onze accommodatievernieuwing te starten.

We besloten de wethouders en raadsleden een boekje te presenteren over onze vereniging. Met Oskar, Eva, Huub, Sander Ha, Jeroen, Mamoun, Ineke en Hans de Wind hebben we op een rijtje gezet wat Synergo doet en Marc heeft er in diezelfde drie dagen een heel mooi boekje van gemaakt. Dit was de basis voor de sporthal en nieuwe accommodatie op sportpark Loevenhout.’

Yes!

‘Na afloop van een zoveelste cruciaal overleg met de gemeente Utrecht dronken Hans de Wind en ik nog een kopje koffie in het Stadskantoor. Ik nam een foto toen we nét uit de vergadering kwamen en we wisten dat het zou lukken met de sporthal en de nieuwe kantine! En kijk nu eens wat er staat. Dat hebben we ontzettend goed gedaan! Het is gelukt, yes!

Dit is een heel trots moment dat ik nooit zal vergeten! Heel terecht dat er nu een “Hans de Wind Plein” naambordje in onze kantine hangt.’

Samen

‘We hebben heel veel mensen die veel doen voor onze club. Synergo omarmt de plannen waar mensen mee komen en we zeggen daar ja tegen. We zijn naar elkaar en naar buiten toe nog vaak te bescheiden. En we doen zoveel!

In 2009 behaalden we de tweede plaats als sportvereniging van het jaar en in 2015 wonnen we deze Utrechtse Sportprijs! We hebben bijna 400 leden, we hebben ons gigantische schoolkorfbaltoernooi, we zijn een veilige club waar je jezelf mag zijn. En weet je nog hoe trots George keek toen hij door de erehaag van scheidsrechters liep tijdens zijn huldiging op het moment dat hij stopte als scheidsrechter?

Een ander mooi moment vond ik de buitengewone algemene ledenvergadering met de enorme opkomst toen we ja zeiden tegen de plannen voor deze nieuwe accommodatie. Bovendien hebben we zelf onze kantine gesloopt, hoe leuk was dat?! En weet je nog dat de Red Blue Giants langs de lijn stonden?

Het verband tussen al deze dingen is dat we het allemaal samen met elkaar deden. En dat we elkaar waarderen voor wat we doen.’

Tjaak

‘Eén van mijn dierbare herinneringen is de begrafenis van Tjaak Blokker. De aula zat vol, waarvan zo’n 95% korfballers, jong en oud! Ik vond het een enorm mooi eerbetoon, met speeches van mij en Sander Hofman en een mooi boekje door Sander Hofman geschreven en door Marc in één week opgemaakt met oude korfbalverhalen van Tjaak.’

Kringen maken

‘Ik merk dat als je mensen inspireert, ze graag willen bewegen en dat iedereen wil bijdragen. Wim Datema zei eens het volgende tegen me: “Anne, jij maakt kringen op het water. Je gooit een steentje in het water met een boodschap of een initiatief. Anderen pakken dat idee weer verder op”. Ik was er stil van, wat een mooi compliment.’

Erevoorzitterschap

‘Hoe stil kun je worden als je benoemd bent tot erevoorzitter van Synergo? En dat de Beker van verdienste naar mij vernoemd is? Naast de mooie woorden, de bloemen en cadeaus van de leden was dit zeer onverwacht. Dit had ik helemáál niet zien aankomen.

Later vertelde Oskar dat het erevoorzitterschap ter plekke tijdens de ledenvergadering was bedacht. De bedoeling was om me erelid te maken. Totdat Otto van de Vijver even naar het bestuur toeliep en influisterde dat er ook de mogelijkheid was van een erevoorzitter! Wauw!’

Doosje

‘Toen ik voorzitter werd, wilde Tjaak Blokker bij me langskomen in mijn nieuwe huis in Lopik. “Ik wil wel eens weten hoe je woont”. Ik kreeg toen een klein doosje dat Tjaak zelf had gemaakt met aan de bovenkant een stuk stof. Ik deed het open en er zat niets in. Tjaak zei toen: “Ik weet dat je als voorzitter heel veel op je af krijgt. En in dit doosje kun je je zorgen stoppen.”

Toen Mamoun voorzitter werd, heb ik het doosje aan Mamoun gegeven. Met één verschil: ik heb er een briefje in gedaan met dit verhaal van Tjaak. En vanwege zijn speciale band met Tjaak wil ik dat hij dit specifieke doosje houdt.’

Wens voor Synergo

‘Synergo zit in mijn hart. En in de harten van de leden. Het is een club, een plek waar iedereen zich thuis voelt, veilig voelt, kan sporten en bewegen, plezier kan maken. En vrienden voor het leven maakt en soms zelfs een partner vindt.

Ik vind het fantastisch hoe het bestuur en de commissies nu ook weer alles op alles zetten om zoveel mogelijk te bieden en te blijven verbinden in deze coronatijd. Ik hoop dat we elkaar blijven inspireren en waarderen en samen invulling blijven geven aan alle aspecten en taken van de club. Synergo dat zijn wij!’

Anne, bedankt voor deze mooie verhalen!
Sander.

Zie ook