Oude verhalen – Erik

Hoe ging het korfbal lang geleden? Hoe was het korfbal vroeger bij SAMOS of DVS? Wat gebeurde er bij Synergo? We zoeken oude verhalen voor #100jaarkorfbalinUtrecht en #25jaarSynergo. Deze keer oude verhalen van Erik Spelten.

Korfbal heeft Erik (1956) vooral heel veel gezelligheid gegeven. Deze topschutter van SAMOS, DKOD, OVVO en VOGEL komt veel voor in de oude verhalen en krantenberichten rond de jaren ‘80. Bovendien wist ik nog van een schottoernooitje/ reünie van SAMOS/ Synergo een paar jaar geleden dat hij nog steeds heel goed kan schieten!

Erik kwam als invaller met OVVO 5 voormalig SAMOS-trainer Anton Poelstra tegen. Anton kwam een scheidsrechter beoordelen en zei tegen Erik: “dat je dit nog doet op jouw leeftijd”. Eriks antwoord: “Korfbal blijft een leuk spelletje”.

We hadden een mooi gesprek over het leuke spelletje korfbal, coachen en leren, wedstrijden fluiten en over een speler die later het hoogste wilde bereiken en ging voor de landstitel. En natuurlijk over de vereniging waar we -met vele jaren ertussen- beiden hebben gespeeld: VOGEL.

Erik

‘Ik heb veel jeugdploegen getraind, waaronder een SAMOS-juniorenploeg en later OVVO A1 samen met Frank Backx. Tijdens de basisschooltijd van mijn kinderen heb ik ook regelmatig schoolkorfbalteams getraind en begeleid.

Later trainde ik ook senioren, bij SDO, OVVO, SAMOS en VOGEL. Mijn idee was en is dat je vooral vanuit de tactiek te werk moet gaan en de bal het werk moet laten doen.

Je moet vooral de bal het werk laten doen

Op een gegeven moment werd twee keer per week trainen geven en zelf nog trainen erg veel en ben ik andere trainers/ coaches gaan begeleiden.

Onder andere als docent voor het KNKV gaf ik regelmatig een dagcursus aan trainers over actiever korfbal spelen. Ik ben bijvoorbeeld tweemaal bij Victum geweest over hoe je de trainingen opbouwt, hoe je dynamisch korfbalt en hoe je ook zonder bal actief kan zijn en gevaar creëert.

Door een tekort aan scheidsrechters floot ik af en toe een wedstrijd, hoewel ik geen officiële cursussen heb gevolgd. En als er dan eens bij een eerste jeugdteam lastig en bemoeizuchtig publiek langs de lijn stond, moest ik wel eens wat dwingender optreden en ze aangeven: “Ik fluit, zij spelen, jullie moedigen aan”.

Ik fluit, zij spelen, jullie moedigen aan

Bij het cabaret nam ik zeker niet het voortouw. Ik speelde soms gitaar en heb samen met Frank Backx een keer een door ons bedacht lied gezongen: “aan mij zal het niet liggen”.

Later bij OVVO gaven mijn broer Marco en ik training aan de C1 en D1 en zo gaven we uitvoering aan het beleidsplan om de vereniging ook omhoog te stuwen, en dit talententeam in het bijzonder. Met de D1 deed er voor het eerst in de historie van OVVO een jeugdteam mee aan een NK. We werden tweede, achter Fortuna.

Via Marco heb ik me ook aangemeld bij Korfbalfoto.nl. Samen hebben we onder andere gefotografeerd tijdens het NK veld, een IKF Europa-Shield toernooi in Duitsland en bij een dameskorfbalteam.

De afgelopen drie jaar was na overleg met Kees Rodenburg het plan om wellicht internationaal iets voor het korfbalverbond te ondernemen in de vorm van cursussen of trainingen. Mede door corona is dit plan nog niet echt van de grond gekomen.’

Korfbal

‘Op de lagere school deed ik al veel aan sport, zoals zwemmen, gymnastiek en judo. Als jong broekie had ik op een gegeven moment de blauwe band met judo, maar moest ik zeker 2 jaar wachten om verder te kunnen voor de bruine band.

Meedoen met schoolkorfbal deed ik ook graag, met name omdat ik de leidster Elly Anokkee van VOGEL wel erg leuk vond. Al snel werd ik lid van VOGEL en stopte met andere sporten, omdat ik van mijn ouders moest kiezen wat ik zaterdagmiddag zou gaan doen.

In die tijd had VOGEL geen juniorenteam en na een paar aspirantenjaren speelde ik direct in de senioren. Ook kreeg ik tot mijn verbazing een uitnodiging voor selectietrainingen bij het Nederlands team en heb ik na enige spannende weken een junioren zaal-interland gespeeld in AHOY.

We hadden in die tijd lang haar en rookten flink. We kwamen een keer voor een uitwedstrijd bij Landlust Amsterdam en daar zeiden ze tegen ons dat hun junioren uit speelden. Maar wij kwamen spelen tegen hun eerste!

Vaak waren wij de underdog; tegenstanders onderschatten ons, totdat we vaak in korte tijd op voorsprong kwamen, onder andere door de lange bal-truc met vakgenoot Bernard Starrenburg.

Bij VOGEL had ik een heel erg leuke tijd en ik vond het heel gezellig. Ik studeerde en hoefde niet per se hoog te spelen. Toen ik 21 en afgestudeerd was, zag ik na onze wedstrijd in sporthal De Dreef SAMOS spelen. Dat vond ik leuk met al dat publiek en die sfeer! Vanuit het studentenkorfbal kende ik ook al wat mensen van SAMOS, zoals At, Jeanette, Frank, Roeland en Heleen en in de jeugd met VOGEL had ik wel eens tegen sommige anderen gespeeld. Het leek me leuk om dit ook te kunnen meemaken en ik dacht wel in SAMOS 1 te kunnen komen.

Ik heb bij SAMOS in de glorietijden gespeeld. We wonnen een keer met 20-21 tegen Fides Pacta en hadden daarmee in die tijd het meeste aantal doelpunten gescoord in 1 wedstrijd. Paul en ik scoorden er allebei 8!

Ik ben perfectionistisch, was niet zo gemakkelijk en was kritisch, vooral op mijzelf. Daarnaast was ik sfeergevoelig; ik hield er bijvoorbeeld totaal niet van als ik een paar keer op mijn handen werd geslagen bij het schot. Ik presteerde beter als het spel voor me werd klaargezet en ik me daar niet mee hoefde te bemoeien. Dan kon ik mij meer op mijn schot concentreren.

Mijn sterke punt was uit beweging schieten met een verdediger erbij. Dan keek ik altijd welk been de verdediger voor stond en het liefst schoot ik op links.

Er waren momenten dat ik -soms ook tot mijn eigen verbazing!- best vaak raak schoot. Ik denk dat ik wel tot 1 van de betere schutters in de hoofdklasse behoorde. Tegen de verenigingen Pams en SCO kon het wel eens wat lastiger zijn, daar liepen een paar knappe verdedigers rond.

Ik was prestatiegericht en in die tijd kwam het bij lastige wedstrijden voor, zoals tegen DOS’46 uit, dat Frank Backx en ik elkaar al buiten de sporthal liepen op te peppen.

Na 7 jaar SAMOS begon mij de ontbrekende en in mijn ogen noodzakelijke topsportcultuur bij SAMOS op te breken. Er was simpelweg te weinig perspectief, er was geen trainer bekend voor het nieuwe seizoen en er waren wisselingen in het team. Utrechts korfbal had door bijvoorbeeld een fusie van SMS en SAMOS ook een flinke boost kunnen krijgen.

Mede door de ambitie van Ben Crum om met zijn club DKOD hoge ogen te gooien, wilde ik in mijn nadagen, ik was bijna 31, die overstap wel maken. Een stap naar de absolute top, met de bedoeling om in de finale van het NK uit te komen. Helaas is het me met DKOD nét niet gelukt om landskampioen te worden: twee keer tweede.

Bij DKOD ben ik aanvallend en verdedigend een completere speler geworden. Ik kwam mede door de capaciteiten van mijn vakgenoten nu wat vaker in een assisterende of zelfs af en toe in reboundpositie. Daardoor kon ik als aanvallende speler nog gevaarlijker worden, omdat er veel meer variatie was. Als ik bij SAMOS mijn dag niet had, was het bijvoorbeeld een stuk lastiger voor mij en mijn vakgenoten om dan om te schakelen.

In 1988 stopte ik bij DKOD en ging terug naar SAMOS. Ik speelde eerst een paar wedstrijden in het team van mijn vrouw Pieteke in SAMOS 7. Al snel speelde ik in het 4e, met onder andere Kees Koolschijn, Betty van Mechelen, Jan-Willem Briedé en At Voogt. Dit was een heel gezellig team en we hebben samen veel lol gehad, ook op de meerdere reünies!

In 1995 stopte ik bij SAMOS en vervolgens ging ik vanaf 2000 bij OVVO spelen, waarvan de laatste jaren midweek. Daarna stapte ik nog over naar VOGEL, omdat Marco daar speelde en vroeg of ik niet een paar keer wilde meetrainen. Samen hebben we nog een 2e team opgericht. Bij OVVO 3, 4, de midweek en ook met VOGEL heb ik zoveel lol gehad en prachtige momenten meegemaakt.

Na een dik gewonnen wedstrijd van VOGEL 2 zei mijn tegenstander tegen Marco dat hij eens in Groningen, spelend bij ROG tegen SAMOS, ook eens 8 goals om z’n oren had gehad. Hierop zei Marco: “Dit was precies dezelfde heer waar je toen tegen speelde!”.

Op mijn 61e ben ik gestopt en was de cirkel rond: Ik ben gestart met korfbal bij VOGEL en ging naar SAMOS, stapte over naar DKOD, ging terug naar SAMOS, kwam bij OVVO en ik speelde als laatste weer bij VOGEL.’

Blauw Wit

Erik: ‘In het begin dat SAMOS in de hoofdklasse speelde, onderschatten de tegenstanders ons; SAMOS tegen de landskampioen… dat moest toch geen probleem zijn.

In de eerste aanval speelde ik regelmatig tegen Joost Leonard, de beste verdediger van Blauw Wit Amsterdam. Dat was natuurlijk niet makkelijk, maar er waren momenten dat hij weinig vat op mij kreeg en ik kon profiteren van de zijn spaarzame fouten. In sporthal Hoograven kwam het een paar keer voor dat op het moment dat ik de bal schoot, ik al wist dat het een goal ging worden. Bizar!

Een andere keer speelden we als nieuwkomer in de hoofdklasse een uitwedstrijd tegen Blauw Wit, regerend landskampioen. Frank tegen Joost en ik tegen Cort van Dijk, een paar van de gevestigde namen bij Blauw Wit.

Onze tactiek was om Blauw Wit uit hun normale spel te halen en rustig kansen zoekend te spelen. We kwamen zo op 2-3 en liepen uit naar 2-6. In de rust hadden we afgesproken om tijd te rekken. Dat lukte, hoewel de landskampioen terugkwam van 2-10 tot 8-10.

We maakten in het vervolg van het seizoen naam als vereniging waar het lastig was om tegen te spelen. Toen was er geen sprake meer van onderschatting!’

Nederlands team

‘Tot mijn 32e ben ik vier keer bij een interland tegen België betrokken geweest: twee keer spelend in de basis, één keer als invaller en één keer als reserve. Ook heb ik nog in het Olympisch Stadion gespeeld tijdens het 100-jarig bestaan van het KNKV: oud-Oranje tegen oud-België.

Mensen zeiden dat als ik in mijn carrière bij een topclub als PKC of Fortuna had gespeeld, ik misschien wel vaker zou zijn gekozen. Maar dat betwijfel ik.’

Korfbal vroeger

‘Vroeger’, vertelt Erik, ‘korfbalden we meer op gevoel en gooiden we vooral veel lange ballen naar elkaar. Een lange jongen, maar nog eerder de dames, ging onder de korf staan en dan kon ik schieten. Doordat ik kon herhalen, was de kans wat groter op een goal. En als ik een schijnbeweging maakte, voelden Betty van Mechelen en Saskia Wolf dat heel goed aan en wisten we van elkaar intuïtief wat we gingen doen.

In dit tijd namen sommige teams het uitschakelen van de tegenstander nog wel eens erg letterlijk. Tegen ROHDA ben ik op een vervelende manier afgestopt, of ze lieten je voorin het veld tegen een blok lopen. Het gebeurde ook wel dat ze expres in je rug sprongen, veel op je armen en handen sloegen, je uit de wedstrijd probeerden te praten en ik ben zelfs wel eens getackeld in het middenvak.

Het was bovendien allemaal wat meer onbevangen in die tijd. Later speelden we bewuster. Hierin hebben trainers als Kees Vreeken en vooral Ben Crum een grote rol gespeeld. Door het spel en de tegenstanders te analyseren, allerlei gegevens te verzamelen en meer tactische vondsten uit te proberen.

In de wedstrijd SAMOS – DKOD bijvoorbeeld stelde Ben de vraag hoe we SAMOS met DKOD het beste konden bestrijden in sporthal Catharijne. Een lastige hal om van afstand te schieten, want het was moeilijk om diepte te bepalen door de grote ruimte achter de korf en de kleur van de achtergrond. Voor hem was één van de oplossingen om mij veel te laten schieten, omdat ik in die hal jaren had gespeeld en getraind.

Destijds hielden de trainers ook minder objectieve gegevens bij. Er waren nog geen programma’s voor de statistieken bijvoorbeeld. Tegenwoordig wordt er enorm geanalyseerd met videoprogramma’s en computers.

Amsterdamse ploegen speelden daarnaast vaak op gravel/ grind. Dan moesten ze eerst de speeltoestellen weghalen om te kunnen korfballen. In de kranten stonden nog leuke artikelen over de stofwolken op ons gravelveld.

Een ander punt was dat Kees de Boer van LDODK zo lang was en zo goed kon springen en timen dat hij de bal uit de korf kon tikken bij een strafworp. Toen heeft het KNKV de regel van de strafworp aangepast en mocht het niet meer.

Tijdrekken is ook aan banden gelegd. Later was er nog de introductie van de schotklok.’

Meer dan alleen korfbal

In de vakanties bleef Erik ook bewegen: ‘Met Kees Vreeken heb ik nog de Mont Ventoux op de fiets beklommen en we hadden fietstochten met Otto van de Vijver, Pieteke, Maaike Duijvenvoorden, Jooske Cokx en Roeland Opstroom. Ik fietste bijvoorbeeld naar Zwitserland en anderen reden er met de auto naartoe.’

Nog een helft…

‘We hebben Betty van Mechelen eens onder de douche vandaan moeten plukken: we moesten nog een helft spelen!’

‘Dat was niet de bedoeling’

In de wedstrijd SAMOS – DKOD speelde ik tegen At. Toen At tegen me scoorde, zei ik hem: “dat is niet de bedoeling”.’

Oorkonde Coach van het jaar

Na een paar wedstrijden als speler in SAMOS 7 leek mij het een stuk beter om ze te gaan coachen. Dat was ook erg leuk om te doen. We speelden een keer tegen SKV 1, een beter team, dat zich absoluut geen raad wist met het achterverdedigen van SAMOS. Ik geloof dat SAMOS met 3-2 won of zoiets.’ En met een grote lach vervolgt Eik: ‘Volgens het team was ik de “coach van het jaar” en kreeg ik een oorkonde.’

Korfbal op school

Als gymdocent aan de Internationale Schakelklassen (ISK) voor buitenlandse kinderen gebruikte Erik korfbal voor samenwerking tussen de leerlingen: ‘Want korfbal is samenspelen en zo kon ik ook de meisjes eenvoudig betrekken bij het sporten.

In de basketballes floot ik dan elke keer af als een leerling heel lang ging dribbelen. Eerst snapten ze er niets van en werden boos, maar na enige tijd viel het kwartje; ze moesten vooral samenspelen.

In die tijd heb ik ook een keer het middelbare scholieren korfbaltoernooi in de gemeente Utrecht georganiseerd, op het SAMOS-veld. De ISK deed ook met een gemengd team mee, heel bijzonder! De gewonnen taart konden we alleen pas na het ondergaan van de zon opeten vanwege de Ramadan… Ik zie ons nog aan tafel zitten met de taart in het midden!’

Materiaal

‘Voor de sportlessen op de ISK mocht ik extra materiaal aanschaffen ten behoeve van culturele minderheden, waaronder een aantal extra korfbalpalen en manden.

Dat het gymzaaltje van de dependance van de ISK aan de Bruisdreef in plaats van twee brakke manden en twee kapotte hoogspringstandaards goede spullen had, was een pre: deze konden we ook mooi gebruiken om extra op schot te trainen. Met spelers van SAMOS en later met Tjeerd de Jong, op vrijdagmiddag na de lessen op het schoolpleintje! Ook SAMOS gebruikte “mijn gymzaal” om te trainen.

Op een gegeven moment had ik allemaal afgekeurd materiaal, zoals kapotgeschoten manden, kapotte palen en een dikke mat met gaten. De gemeente wilde ze niet vervangen en vergoeden. Levensgevaarlijk! Daarop heb ik al het materiaal buiten gezet om te laten ophalen door de gemeente. Toen kon het ineens wel…’

Internationaal

‘Op een Engelse school gaf ik korfballessen. Vooraf gaf ik de docenten videobanden van korfbal, omdat ze daar netball gewend waren. Als iemand bij netball wil schieten, dan moet je de aanvaller laten schieten. De verdediger mag op gepaste afstand slechts de hand omhoog houden. Dat vonden ze natuurlijk wel even wennen, omdat je bij korfbal de intentie moet hebben om de bal te blokkéren. Bovendien staan de palen bij netball op de achterlijn, die heb ik naar voren verschoven in het veld.’

Paal-leed

‘Nu we het over palen hebben; in mijn VOGEL-tijd had iemand een keer uit boosheid de paal uit de grond getrokken. En toen een speler een keer bij een doorloopbal de paal doormidden liep, werd de wedstrijd gestaakt; er was geen andere paal.

Ik heb ook nog een heel raar doelpunt gemaakt vanwege een probleem met de paal! Iemand was tegen de paal gelopen, zodat de paal 45 graden gedraaid was en de mand een stuk lager hing. De scheids had nog niet afgefloten en daar profiteerde ik van door de bal er snel doorheen te gooien. Dat doelpunt kon hij echt niet affluiten.’

Interim SAMOS-trainer/ coach

‘Toen ik trainer was van SDO Kamerik vroeg Jan-Willem Briedé me op een gegeven moment om SAMOS 1 de laatste drie wedstrijden te trainen en coachen om het team in veiligheid te brengen. SAMOS zat in de penarie na een conflict met een opgestapte trainer. Ik heb toegezegd en was daarmee ook interim-trainer/ coach van SAMOS.

Gelijk in het begin van de eerste wedstrijd onder mijn tijdelijke leiding maakte een tegenstander bij de lijn een schijnbeweging en sprong een SAMOS-heer meteen in, onbegrijpelijk! Ik heb hem duidelijk gemaakt dat als hij dat nog een keer zou doen, ik hem direct zou wisselen. Als speler kijk je toch waarom je iets doet?! Uiteindelijk hebben we ons na de drie wedstrijden veilig gespeeld.’

Bewegen

‘In 1982 hebben Frank en ik een artikel geschreven over korfbal in Sport Gezondheidszorg in de praktijk. Hierin geeft Frank zijn medische kennis en gebruikte ik mijn visie op bewegen vanuit mijn rol als docent.

Vanuit het bewegingsonderwijs creëer je leersituaties waarbij de leerlingen zelf moeten ontdekken wat ze beter kunnen doen. Als de leerlingen bijvoorbeeld in de gymles zwaaiend aan een touw moeten landen op de mat die je op een gegeven moment verder weg legt, vraagt dit een bewegende oplossing van een leerling om op diezelfde mat te kunnen blijven landen.

Dat ontdekken en aanpassen geldt voor korfbal natuurlijk ook. Veel teams lopen patronen of willen eerst twee keer rond de korf spelen voordat ze pas gaan aanvallen. Het gaat natuurlijk om Doeltreffen, Opbouwen tot doeltreffen en Voorkomen van doeltreffen (DOV)!

Ook is het gelukkig al lang gangbaar dat je korfbalspecifiek moet trainen, want bijvoorbeeld hardlopen in de duinen maakt je geen betere korfballer…’

Bread and butter goals

‘Ik ben groot voorstander van doelgericht korfballen: het scoren staat voorop! Die bal afmaken, zonder extra glamour. De Engelsen noemen dat “bread and butter goals”; geen show geven, maar voor het resultaat gaan. Een doorloopbal is bijvoorbeeld een 100% kans, maar veel spelers weten deze kansen met rare fratsen nog wel eens om zeep te helpen.’

Doelgericht: eerst scoren, zonder glamour

Dieptepunt

Als dieptepunt noemt Erik zeer duidelijk het moment dat SAMOS degradeerde met 17 punten! ‘De nummer laatst Steeds Hooger had 4 punten en we gingen er samen uit!

In de laatste wedstrijd hadden twee tegenstanders een uitslag die niet mogelijk leek. Was er sprake van matchfixing…? Hoewel, tegen Archipel stonden we met SAMOS een keer in de rust voor met 10-3. Daarna lukte niets meer en verloren we met 14-11!’

Wens voor Synergo

‘Ik vind Synergo heel goed in de breedtesport en vind het ook erg leuk dat de vereniging zo maatschappelijk betrokken is.

Fijn dat de vereniging veel jeugd heeft, met een mooie accommodatie en dat het eerste weer een plekje terug heeft in de hogere klassen. Goed werk!

Ik hoop dat Synergo op deze weg kan blijven doorgaan en de ingezette lijn kan volhouden. Om ook weer op hoger niveau te floreren en eruit te halen wat erin zit.’

Erik, bedankt voor deze mooie verhalen!
Sander.

Zie ook