Oude verhalen –Mamoun

Hoe ging het korfbal lang geleden? Hoe was het korfbal vroeger bij SAMOS of DVS? Wat gebeurde er bij Synergo? We zoeken oude verhalen voor #100jaarkorfbalinUtrecht en #25jaarSynergo. Deze keer oude verhalen van Mamoun Loukili.

Wie kent Mamoun (1972) eigenlijk niet? Of het nu in een project bij het betaald voetbal is, als korfbalscheidsrechter of tegenwoordig als voorzitter van Synergo. Hij is altijd op zoek naar verbinding en hoe iets wél kan.

Vroeger stak hij voor zijn training op maandagavonden het clubblad in elkaar en was trainer/ coach en TC-lid. Een hele slimme korfballer, volgens zijn oude trainer/ coach Marco Spelten “El Virtuoso” genoemd, die hele onverwachte dingen deed in het veld. Bovenal kennen de meesten hem als coach en scheidsrechter. Hij ontving in 2010 de KNKV-bondsspeld voor zijn verdiensten voor het project Tijd voor korfbal en in 2012 de ‘Anne Roos Beker van Verdienste’ van Synergo.

Een onverwachte vraag van Mamoun in 2010 om een keer korfbaltraining te geven in Nador, in Marokko, legde de basis voor onze mooie persoonlijke band en mijn liefde voor Marokko. Ik vind het een grote eer en ben dankbaar dat ik ook Mamoun mocht interviewen over zijn oude verhalen.

Een gesprek over creatieve dingen en ‘simpel scoren’, een “stevige handicap”, handbal, “vergeetachtig fluiten”, onze gezamenlijke Synergo-oma Tjaak, korfbal in Marokko, over de warmte van de vereniging Synergo en erbij mogen horen.

Mamoun

‘Wat heb ik bij het korfbal eigenlijk niet gedaan?’, zegt Mamoun. ‘Ik deed de verschillende dingen die iedereen wel kent: naast de kantinediensten was ik onder andere trainer, scheidsrechter en TC-lid.

Ik begon lang geleden met het clubblad. Dan legden we op maandagavonden alle verschillende pagina’s op stapels om er telkens eentje af te pakken, te nieten en te vouwen om er het clubblad van te maken.
Sinds 2020 ben ik voorzitter van Synergo, samen met Ineke. Het was geen ideale periode om te starten, want een maand later kregen we te maken met het coronavirus.

We hebben ook al moeilijke besluiten moeten nemen vanwege het coronavirus. De periode zonder korfbal en zonder fysieke aanwezigheid maakte het een grotere uitdaging om mijn kracht van contact maken en verbinden te gebruiken. Ik denk dat we het aardig voor elkaar hebben gekregen; de mensen kennen het bestuur, spreken ons aan en ik hoor dat ze tevreden zijn.

Ik heb het naar mijn zin en geniet van de club. Ik krijg veel terug dat mensen het fijn vinden om bij Synergo te zijn. En als spelers naar een andere vereniging weggaan, komen ze ook vaak weer bij Synergo terug.’

Korfbal

Mamoun: ‘Op de lagere school zat ik in een sportieve klas en we hadden allemaal veel balgevoel: gaf ons een bal en we konden het. Ik wilde graag voetballen, maar mijn ouders waren niet sportminded en vonden voetbal te fysiek.

Toen deed onze klas mee aan het schoolkorfbaltoernooi bij SAMOS. Het talent van mijn klasgenoot Younes en dat van mij viel op en we werden gevraagd om lid te worden. Dit had ik thuis verteld, maar mijn ouders begrepen niet dat je dan moest betálen om te sporten. Want je kon volgens mijn vader gratis sporten door bijvoorbeeld met stenen of truien zelf een doel te maken om te voetballen of door te gaan hardlopen rond ons huizenblok.

We hadden het thuis niet zo breed en dat had ik gemeld bij SAMOS. Vervolgens kwam een SAMOS-delegatie van Tjaak Blokker met nog een dame van het gouden trio Tjaak, Netty van Leeuwen en Annie de Vos bij mijn ouders thuis. Mijn vader ontving ze heel gastvrij en beleefd, maar ik had er weinig vertrouwen in. Hij was het er niet mee eens dat hij moest betalen om mij te laten sporten. Ik weet niet wat er die avond precies gezegd en gebeurd is, ineens mocht ik lid worden! Mijn vader kon blijkbaar ook geen nee zeggen tegen Tjaak…

Vele jaren later begreep ik dat er destijds een sponsor was voor mijn contributie. Er was toen niet zoiets als een jeugdsportfonds, dus iemand moet iets hebben geregeld. Tot op heden heb ik slechts een vaag vermoeden wie het was. Als iemand het 100% zeker weet, dan hoor ik het graag!

Voor het SAMOS-shirt gingen mijn vader en ik naar een sportzaak in de Voorstraat en hij heeft het shirt voor mij gekocht. Ik was helemaal trots!

Toen ik een jaar of 11 was, werden we vanuit school met ons provincieteam tweede van Nederland met handbal. Ik was keeper en we speelden in Emmen de finale tegen de provincie Groningen. Daarmee zijn we nog op het jeugdjournaal geweest. Handbalvereniging UDSV uit Utrecht vroeg mij en klasgenoot Younes daarna om te komen handballen. Door de warmte bij SAMOS bleven we korfballen.

Ik was een teamspeler, een slimme korfballer en ik moest het vooral van mijn inzicht hebben. Ik hield mijn hoofd koel en bleef rustig. Daarom nam ik ook altijd de strafworpen. Daarnaast deed ik vaak dingen die onverwacht waren. Marco Spelten was mijn trainer in de D1 en hij noemde me daarom altijd “El virtuoso”.

Het voordeel van mijn “stevige handicap” was dat mijn tegenstander vaak een andere speler tegenover zich kreeg dan dat hij vooraf dacht. Want na een paar minuten stond hij door mij vaak met 2-0 achter. Ik was heel rap op de eerste meters.

Ik heb altijd in de selectieteams gespeeld. Tot en met de aspiranten, want in de junioren kwam ik in J2. Er was grote concurrentie in de junioren en ik botste vaak tegen vooroordelen op van trainers: ik was stevig en leek me extra te moeten bewijzen. Men keek minder goed naar mijn kwaliteiten om onverwachte dingen te doen en anderen te laten scoren.

In mijn tweede juniorenjaar waren er twee nieuwe trainers bij de J1 van de SAMOS-selectie, Ivar Knopper en Edwin Brazil. Zij zagen mijn kwaliteiten van inzicht, hard werken en verbinden. Ik kwam in de J1 en speelde onder andere met Inge, Christa, Sandra en Brahim. Ondanks dat Ivar en ik het niet altijd eens waren, gaf hij me de aanvoerdersband. Ik was heel blij met deze erkenning voor mijn kwaliteiten.
Mijn motto was: wie slim korfbalt, hoeft niet zoveel te lopen. In het middenvak liet ik Maurice het loopwerk doen. Je moet ieders kwaliteiten gebruiken… Ik deed wat mijn zoon Abdeslam nu ook doet: slim zijn en ervan gebruik maken als de scheidsrechter even niet kijkt.

Wie slim korfbalt, hoeft niet zoveel te lopen

Ook verdedigend liep ik weinig en maakte ik gebruik van mijn inzicht. Verdedigen deden we met alle vakgenoten samen. We kenden elkaar en hoefden er niet over na te denken.

Ik liet heel weinig doelpunten door. Belangrijk was natuurlijk dat ik mijn eigen zwakkere punten kende en erkende. Er bij de middenlijn of in de 1:1 bovenop gaan, zou ik verliezen. De eerste vijf minuten van de wedstrijd was ik enorm gefocust; dan observeerde ik welke rol de tegenstanders in het vak hadden. Ik verdedigde niet alleen op de man, ik was meer bezig om in het hele vak te saboteren. Ik kon heel goed de acties van de tegenstanders voorspellen en anticipeerde daar op. Ik liep de kortere lijnen aan de binnenkant en zette dan even aan om de bal te onderscheppen.

Mijn hoogtepunt was toen we in de junioren Hoofdklasse speelden. Vooral de derby’s tegen SMS vond ik heel leuk. In de zaal waren onze thuiswedstrijden voor die van SAMOS 1 en 2 in de Catharijnehal. Dan speelde SAMOS bijvoorbeeld tegen Fortuna voor zo’n 1.500 toeschouwers! Volle tribunes, dat was top!

In de senioren blesseerde ik mijn knie op het knollenveld van RDZ rond het jaar 2000. Ongeveer een jaar later begon ik weer en blesseerde ik mijn knie weer. Toen was het klaar.

Na vele jaren vroeg wedstrijdsecretaris Paula van Luijn me of ik kon invallen in Synergo 9. Dat bleek die wedstrijd geen goed plan te zijn geweest. Door mijn blessure kon ik niet meer korfballen. Ik heb altijd veel plezier gehad aan het spelen en ik vond het spelletje zo leuk.

Ik ging coachen en training geven. Eerst aan het team van onder andere Wendy, Paula, Lieke, Jurre, Leon en Peter. We werden meteen kampioen. Later trainde ik het team met mijn oude vrienden, met Anita en Anton, Brahim en Sandra, Maurice en Mascha en Rob en Erwin Harmsen. Toen zijn we weer kampioen geworden.’

Korfbal vroeger

‘SAMOS speelde op gravel. Dat gravel had een voordeel, behalve als het hard regende. Dan lagen er teveel plassen op het veld en werd de wedstrijd afgelast. Als kind baalde ik als een stekker als de wedstrijd niet doorging. Dan was ik het hele weekeinde niet te genieten.

Omdat de junioren- en seniorenteams van SAMOS op zondag speelden, had ik ook op zondag een dagbesteding. Lekker invallen in andere teams, waardoor ik wel zo’n 3 tot 4 wedstrijden speelde in een weekeinde. Of we zetten twee palen neer en gingen tienen. Er stond ook nog een tafeltennistafel in de kantine!

Ik was het hele weekeinde bij SAMOS. Dan hadden we 2,50 gulden meegekregen om wat te eten en te drinken te kopen. Daar konden we de hele dag mee doen.’

Jezelf zijn en warmte

‘Ik heb me altijd thuis gevoeld bij de vereniging. Er was een fijne sfeer en een veilige omgeving. Ik werd altijd in mijn waarde gelaten en kon mijzelf zijn. Ik had een andere achtergrond en ik was “anders”.

Ik ben opgevoed met de Marokkaanse cultuur. Daarin is samen douchen bijvoorbeeld een intimiteit die je niet met anderen deelt, ook niet met mannen onderling. Ik douchte dus thuis, behalve als er aparte douches met een deurtje waren. Hier maakte men bij SAMOS geen enkel punt van. Dit geldt ook voor bijvoorbeeld alcohol. Ik heb nooit een sociale druk gevoeld. De vereniging liet me in mijn waarde en ik kon en mocht mijzelf zijn.

Dat zie ik nu nog steeds bij Synergo. De mensen zijn onderdeel van de vereniging, ook zij die niet per se passen in het “normale”. De vereniging accepteert iemand zoals hij of zij is.

Toen in 1993 mijn broertje overleed, was ik als verwerking en rouw een tijdje weg bij SAMOS. Ondanks alle warmte nam niemand contact op toen ik zomaar wegbleef. Ik stond op het punt om te stoppen met korfballen, was zoekende en wist niet hoe ik met het verdriet moest omgaan. Op een dag verscheen ik weer. Ik merkte toen dat de vereniging ook niet wist hoe ze ermee om moest gaan. Gelukkig is dat nu wel anders!’

Betrokken ouders

‘Mijn ouders hadden niet veel met sport en ik miste destijds een ouder die langs de zijlijn stond te kijken. Als mijn vader al aanwezig was bij SAMOS, dan was het bij de rommelmarkt.

Toen mijn broertje Habib ging korfballen en later ook mijn eigen kinderen, vond het ik belangrijk dat ik er bij was. Ik bracht ze weg, keek bij trainingen en bij zowel uit- als thuiswedstrijden. Ik vind het goed als ouders betrokken zijn bij de sport van hun kinderen, want ouders zijn een groot onderdeel van de sportbeleving van hun kinderen.’

Creatief

Mamoun: ‘Simpel scoren vond ik maar saai. Ik deed vaak onverwachte dingen. Bij een strafworp gaf ik een knipoog naar Maurice. Hij begreep het direct en na het fluitsignaal gooide ik de bal naar hem zoals Cruijf en Olson samen een penalty namen bij Ajax.

In de wedstrijd Drachten 2 – SAMOS 2 nam ik een vrije bal. Mijn tegenstander vloog in en omdat ik klein was, was ik gemakkelijk te blokken. Maar dat liet ik niet gebeuren! Ik hield de bal vast, de tegenstander stormde op me af en ik scoorde een onderhandse kans.

In een wedstrijd tegen SKV stond ik in de aangeef tegen een temperamentvolle heer. Alleen, hij had zijn handen naar beneden en verdedigde mij dus niet. Ik gooide de bal omhoog en scoorde met mijn rug naar de korf.’

Scheidsrechter

Toen Mamoun 19 was, haalde Pim van der Laan hem de maandagavonden op om samen de scheidsrechterscursus te volgen. Mamoun: ‘Dat je de regels leert en kent, maakt je nog geen scheidsrechter. Zeker in het begin van een scheidsrechterscarrière fluit je op het allerlaagste niveau met spelers die vroeger heel hoog speelden. Ga daar maar eens goed mee om.

Door mijn korfbalinzicht zag ik de situaties vooraf al gebeuren en kon ik de acties voorspellen. Als feedback kreeg ik vaak te horen dat ik alles zag. Leuk om dat van bijvoorbeeld Leo Monrooij en René Zaal als beoordelaars te horen.

In het begin ging ik met de bus naar de uitwedstrijden. Dan reisde ik 2 uur om naar een afgelegen dorp te gaan. En dan moest ik ook weer terug. Scheidsrechter zijn is wel een eenzame taak. Het is buiten het zicht van de club. Ik floot voor Synergo, maar voelde me als scheids ook weer niet echt een onderdeel van de vereniging. Ik miste de verbinding met de vereniging en wat waardering, bijvoorbeeld doordat de vereniging de scheidsrechters niet faciliteerde, al was het maar door scheidsrechterskleding aan te bieden. Gelukkig zijn dat grote verschillen met nu.

Ik ben nog even gestopt met fluiten om zelf weer te korfballen. Door mijn knieblessure kon ik niet meer korfballen en toen heb ik het fluiten weer opgepakt. Ik promoveerde en floot op een gegeven moment reserve Overgangsklasse en Hoofdklasse junioren. Met die volle tribunes kreeg ik een déjà vu van toen ik zelf nog in de junioren speelde.’

Respect

‘Het viel me op dat wedstrijden steeds harder werden en dat jeugdcoaches steeds fanatieker over de schreef gingen. Juist jeugdcoaches moeten het goede voorbeeld geven!

Het KNKV belde me eens om de wedstrijd Rohda tegen Dalto te fluiten. Twee teams met allemaal oudgedienden, waaronder René Kruze, waarbij hun eerdere wedstrijd was ontspoord. Leuk dat het KNKV belde en dat ik mocht fluiten. Overigens verliep deze tweede wedstrijd heel netjes.

Als scheidsrechter dien je ook een autoriteit te zijn: als iemand een waarde overtreedt, dan ben ik heel duidelijk en grijp ik in. Daarmee creëer je ook respect.

Ik vind het leuk als je respect terugkrijgt van een speler die meestal weinig respect heeft voor de scheidsrechter. Tijdens de wedstrijd Synergo 1 – MIA 1 bleef Dirk zeuren. Toen zei ik: “Als je het nu nog niet snapt, dan moet je eruit”. Je hoopt dat het niet hoeft, maar hij ging door en dan móet je als scheidsrechter ook optreden. Dus vertelde ik hem: “Als je bent afgekoeld, geef het aan en dan kun je er weer in”. Na een tijdje kwam hij naar me toe en zei dat hij weer kon spelen. Ik heb hem daarna niet meer gehoord.’

Vergeten

‘Lang geleden’, vertelt Mamoun, ‘floot ik een wedstrijd op het oude veld van OVVO. Ik was in die tijd heel chaotisch en vergat regelmatig van alles. Die keer was ik mijn horloge, mijn kaarten én mijn pen vergeten.

Gelukkig was mijn neef Abdelkader met me mee en we spraken af dat hij een aantal keer per helft naar het clubhuis zou lopen om binnen op de klok te kijken. Dan gaf hij aan hoe lang de wedstrijd nog was.
Als er in het veld iets gebeurde, dan dreigde ik met kaarten in de hoop dat er niets nodig was, terwijl je de kaarten eigenlijk niet eens per se hoeft te laten zien bij een formele waarschuwing. Als iemand mij commentaar wilde geven, dan riep Abdelkader al snel dat ze hun mond moesten houden.

Tijdens de wedstrijd ving ik de tussenstanden op via de spelers en na afloop bij het invullen van het wedstrijdformulier leende ik een pen omdat “mijn pen het niet deed”.’

Muntjes

‘Een andere wedstrijd was Abdelkader samen met Abdeslam met me mee. Ik kreeg van de thuisploeg muntjes voor mijzelf en voor hen om wat te eten en te drinken na afloop van de wedstrijd. Ik vroeg mijn beide familieleden om de muntjes bij zich te houden. Na de wedstrijd bleek dat ze alle muntjes hadden opgemaakt! Wie had er nou het werk gedaan?! Toen we weggingen, zei ik dat er iets met de achterklep van de auto was en dat ze beiden even moesten uitstappen om te kijken. Toen ben ik een flink stuk weggereden.’

Gestopt

‘Rond 2017 ging het heel goed met fluiten. Ik was op dieet, deed ernaast aan hardlopen en was 25 kilo afgevallen. Dat merkte ik ook met fluiten. Ik floot steeds hogere klassen en tijdens jeugd-NK’s.

Hoger fluiten betekent helaas ook steeds verder reizen. Soms nam ik één van mijn kinderen mee, want elke keer alleen in de auto om te gaan fluiten, stond me steeds meer tegen.

Ik zat in een dilemma. Ik kon promoveren terwijl mijn vrouw Nadia en ik nog een kind zouden krijgen. Ik weet nog dat ik op een dag vanuit de auto op de A2 scheidsrechtersaanwijzer Bert Patist belde om te zeggen dat ik zou stoppen met fluiten. Ik koos ervoor om meer tijd te besteden aan mijn gezin.’

Oma Tjaak

‘Tjaak Blokker heeft een hele belangrijke rol in mijn leven en in mijn persoonlijke ontwikkeling. Ze heeft ervoor gezorgd dat ik mocht korfballen. Daarnaast was zij de oma die ik in Nederland niet had. Zij breide bijvoorbeeld een SAMOS-sjaal voor me en was enorm zorgzaam. Ik heb altijd heel veel respect voor haar gehad en ze had heel veel gezag.

Ik benoem Taak altijd als ik wat mag zeggen tijdens interviews of belangrijke gebeurtenissen in mijn leven. Toen ik de KNKV-bondsspeld ontving voor de verdiensten voor het project ‘Tijd voor Korfbal’ heb ik haar uiteraard genoemd.

Toen ik voorzitter werd, kreeg ik van Anne een doosje dat Tjaak had gemaakt om de problemen van een voorzitter in te doen. Dit doosje is me heel dierbaar. Ik ben Tjaak erg dankbaar en ben enorm trots op haar.’

Korfbal in Marokko

‘In 2007 gaf ik een korfbalclinic in mijn geboorteplaats Driouch in Marokko. Op een basisschool hing de meegebrachte korfbalmand in een vlaggenmast en zo konden de leerlingen schieten.

Tijdens een bijeenkomst van het project ‘Tijd voor Korfbal – meedoen allochtonen door sport’ liet ik de foto’s zien van deze clinic in Marokko. Daardoor leerde ik na afloop (wijlen) Ate van Heusden en Harry Feijen van PSV korfbal kennen. Samen bespraken we plannen om iets te doen met korfbal en Marokkanen in de Eindhovense en Utrechtse wijken. En in Marokko zelf, waar korfbal volgens de bestuurders goed kon bijdragen aan de emancipatie in Marokko.

Samen met Paula van Luijn en later met leden van PSV korfbal en Synergo zijn we naar Marokko gegaan. Om trainingen te geven en om elkaar en elkaars landen en cultuur beter te leren kennen.

In 2012 kwamen de Marokkaanse korfballers van de uitwisseling naar Eindhoven en Utrecht.

Synergo en PSV Korfbal ontvingen ook een delegatie met de Marokkaanse Staatssecretaris van Sport van de regio Marokko-Oost, uit Oujda. Hij nam de bal uit tijdens een wedstrijd van Synergo 1.

Het heeft ervoor gezorgd dat Marokko in 2015 als korfballand is toegetreden tot de International Korfball Federation (IKF)!’

Voorzitter

‘Begin 2020 zocht Synergo een nieuwe voorzitter. Wat je daarvoor vooral ook nodig hebt, is tijd. En tijd heb ik niet zo heel veel over. Omdat ik vind dat je het voorzitterschap met volle inzet moet doen, zou ik dus nooit in mijn eentje voorzitter kunnen zijn. Daarom heb ik Ineke gevraagd om het samen te doen.

Het is intensief en kost veel tijd, zeker met het coronavirus. Het duo-voorzitterschap met Ineke helpt om als bestuur zaken te durven loslaten en om autonomie aan de commissies te geven en te dúrven geven. Die autonomie vind ik ook de vertaling van het motto “Synergo, dat zijn wij”. Het betekent voor mij als voorzitter dat de bestuursleden zelf voorbeeldgedrag vertonen hoe we ons bewegen in de vereniging en hoe we dingen aanpakken.

Het bestuur stimuleert daarmee eigenaarschap en minder consumerend gedrag van de leden. Dat is een mooie uitdaging. Ik hoop dat we nog meer eigenaarschap kunnen geven, zoals bij de budgettering, zodat de commissies een grotere verantwoordelijkheid krijgen en nemen.

Als je als lid of commissielid iets ziet en constateert, ben je al eigenaar. We willen graag dat de leden niet aan de zijlijn blijven staan, maar dat ze iets zelf oplossen. Daarbij kun je ondersteuning krijgen van de specifieke expertise van commissies om het al dan niet zelf op te lossen.

Ik daag ook jongeren uit om ook mee te doen in de commissies. Om ervaring op te doen en omdat het leuk om is samen iets te doen voor Synergo!’

Wens voor Synergo

Mamoun: ‘In juni 2022 vieren we het 25-jarig jaar bestaan van Synergo. Dan vieren we ook dat we zo’n prachtige club hebben.

We hebben een fantastische gastvrije vereniging waar iedereen welkom is en zichzelf kan zijn. Juist de verschillen in zijn, denken en doen zorgen voor meer dan de som van de afzonderlijke delen; de synergie van Synergo.

Met een lustrum kijk je een beetje terug in de geschiedenis van Synergo, SAMOS en DVS. Al die mensen die 100 jaar geleden al de basis legden voor wat we nu doen en voor wat wij de komende jaren nog lang willen voortzetten. Cultuur en waarden veranderen niet gauw en SAMOS en DVS leven voort in Synergo.

Ik wil tot slot mijn complimenten en dank uitspreken aan alle voorzitters van Synergo en SAMOS en DVS die deze lijn bewandeld hebben. Ook ik blijf dit als voorzitter bewaken, samen met de leden!’

Mamoun, bedankt voor deze mooie verhalen!
Sander.

Zie ook