Oude verhalen – Bert

Hoe ging het korfbal lang geleden? Hoe was het korfbal vroeger bij SAMOS of DVS? Wat gebeurde er bij Synergo? We zoeken oude verhalen voor #100jaarkorfbalinUtrecht en #25jaarSynergo. Deze keer oude verhalen van Bert van Lienden.

Bert (1956) is in Utrecht bekend van U in de Wijk/ OndiepTV, geeft rondleidingen en begeleidt verjaardagspartijen in het stadion van FC Utrecht en hij is toeschouwer bij voetbalvereniging DHSC: ‘Vooral aan de bar’, zoals hij zelf zegt.

Bij SAMOS was hij spreekstalmeester Sam Os in de Bibelebonse Bouwkeet en speelde het karakter Rood draadje in de “Grijze korf”. Tijdens één van de cabaretvoorstellingen viste hij op het Gardameer en bezong het leven in China en hoe zij daar bami maakten. Samen met de hele crew van de Bibelebonse Bouwkeet heeft Bert de Beker van Verdienste ontvangen.

Buiten het veld was hij de speaker in de Catharijnehal, in het veld haalde hij ‘rare streken en vieze dingen’ uit en thuis speelde hij op een minikorf korfbalwedstrijden na. Dan keurde hij een doelpunt van de tegenstander af zodat SAMOS kon winnen.

We hadden een gesprek over onder andere afzakkende broeken, soep met sliertjes (SMS) of ballen bij ‘de appelsapvereniging’ (DVS).

Bert

‘Ik begon ‘in de pers- en propagandacommissie (PPC) om SAMOS te promoten. Daarnaast hielp ik mee om activiteiten te organiseren om geld binnen te halen voor de vereniging, zoals bij mensen thuis oude kranten ophalen.

Later hielp ik ook mee met het rapen en nieten van het SAMOSnieuws dat ik ook weer bezorgde bij de leden. Mijn oom Jan Staal verzorgde het stencilen en later nam Rinus Albers dit over. Ik heb nog de E-aspiranten getraind en trainde een jaar volgens mij de A1 met Frank Backx. Kantinediensten draaien vond ik niets; ik zat liever áán de bar.

Ik was verder vooral van het vermaak en de gekkigheid. Tijdens kampen bij boer Van Zanten in Otterlo was ik altijd actief tijdens de bonte avond. In de SAMOS-musical Assepoester was ik het narretje. Ik maakte daarin een koprol die helaas mislukte, maar ik kreeg wel applaus!

Naast mijn rol als spreekstalmeester in de Bibelebonse Bouwkeet was ik de speaker in de Catharijnehal bij wedstrijden van SAMOS 1. Ik las de opstellingen voor en riep om wie er een doelpunt had gemaakt. Vanuit mijn hokje bovenin de sporthal had ik een schitterend overzicht van het spel en de spelers.’

Korfbal

Bert kwam bij SAMOS via zijn familie, de familie Staal. Bovendien korfbalden zijn zusters Riet, Jetty en Ingrid er ook: ‘Mijn zwager Jacques Koole, betaald voetballer van DOS, heeft SAMOS 1 nog conditietraining gegeven.

Ik begon in de P3 toen ik 8 jaar oud was. Je mocht pas vanaf die leeftijd gaan korfballen. Daarna kwam ik in de P1 met onder andere Saskia Wolf.

Via de aspiranten E, de indeling was met letters A t/m E, klom ik op naar de aspiranten C. In de junioren speelde ik zaterdag in de J2 en deed ik af en toe mee met de J1 op zondag.

Ik vond het altijd een aparte belevenis als we kampioen konden worden. Dat waren ook de mooiste wedstrijden, omdat je gezien de stand op de ranglijst móest winnen!

We scoorden altijd wel zo’n 7 tot 10 doelpunten in een wedstrijd. Soms duurde het wat lang en stond je je in de verdediging af te vragen of je ooit nog in de aanval zou komen. Er werd immers gespeeld in drie vakken.

Ik was geen topkorfballer; ik was meer van het werkkorfbal. Ik had best een goed schot, dat is me goed aangeleerd. Verdedigen kon ik wel, maar ik draaide altijd te snel en dan moest ik handen en voeten gebruiken om de tegenstander het scoren te beletten. Ik ben menig keer het veld uitgestuurd door overtredingen en commentaar op de leiding…

Ik kon hard lopen en had snelheid. In het middenvak konden ze altijd de bal op me kwijt. Bij HKC, waar ik later ging korfballen, noemden ze me daarom “Speedy Volita”, naar het beroemde renpaard.

In 1970 was de oprichting van FC Utrecht en zat ik elke thuiswedstrijd in De Galgenwaard. Na onze wedstrijd ging ik dan als een gek naar het stadion. Omdat dit lastig te combineren was met korfballen op zondag, stapte ik van SAMOS 4 over en ging bij HKC op zaterdag spelen. Daarnaast deed ik bij SAMOS nog de Bibelebonse bouwkeet en zo heb ik altijd binding gehouden met SAMOS.’

Ik haalde rare streken en “vieze dingen” uit om te kunnen winnen

Rare streken en vieze dingen

Bert: ‘Ik kon niet zo goed tegen mijn verlies en wilde altijd winnen. Kon dat niet linksom, dan maar rechtsom. Ik was klein en moest andere dingen doen. Ik haalde rare streken en “vieze dingen” uit om te kunnen winnen, zoals onder de korf even op iemands tenen staan, een ellenboog geven of een tegenstander in zijn ballen knijpen. Het aantal keer dat ik zelf te grazen ben genomen valt wel mee.

Misschien had ik het met dat soort dingen beter bij het voetbal kunnen houden, hoewel ik met korfbal altijd heel veel heb lol gehad. Vaak was ik aanvoerder in het team waarin ik speelde, dat was iets natuurlijks.

Het korfbal kwam goed van pas tijdens basketbaltoernooien die werden gehouden op de Thorbeckeschool aan de Van Asch van Wijckskade. Daar kon ik mijn korfbalschot goed benutten, omdat ik van heel ver kon schieten. We hebben daar nog prijzen behaald!’

Scheidsrechters

Bert lag vaak met de scheids in de clinch en is ‘maar zo’n 8 a 9 keer van het veld gestuurd’. Een voorbeeld van een kort gesprek tussen Bert en een scheidsrechter:

  • B: “Je fluit zoals je eruit ziet.”
  • Scheids: “Hoe zie ik er dan uit?”
  • B: “Ja, slecht.”

Aan scheidsrechter Hosemans vroeg ik eens: “Dit was toch gewoon een professionele overtreding?”, waarop zijn antwoord was: “Eruit!”.

Of een andere keer zei ik tegen de scheids “Daar zakt mijn broek van af”, waarop ik mijn broek liet zakken.

Toen ik bij HKC speelde en eens een bal niet goed onder controle kreeg, riep ik spontaan “Jezus!”. Direct floot de scheidsrechter en kwam naar mij toe. Vol verwondering keek ik hem aan en zei tegen hem dat ik niet wist dat hij zo heette. Kon ik ook weer vertrekken.’

Dit was toch een professionele overtreding? Ja, eruit!

Bouwkeet

Bert: ‘Met de Bibelebonse bouwkeet zamelden we geld in voor een nieuw clubhuis. Je had dan een Bibelebonsebouwkeetsleutel als kaartje om binnen te komen. Elke vrijdagavond traden er “artiesten” op. We hadden beroemdheden zoals Meatloaf, ABBA en The Rolling Stones, waarbij er werd geplaybackt of zelfs live werd gezongen. Het was dus de voorloper van Hennie Huismans soundmixshow.

Of we speelden een typetje of droegen een gedicht voor. Ook was er altijd een loterij waar mooie prijzen mee te winnen waren.

Ik praatte de boel aan elkaar als spreekstalmeester met een raar hoedje op en een raar jasje aan. Sam Os was mijn naam. Later kwam Saskia Wolf erbij; Sas Os.

In de voorbereiding van die avonden reed ik in de pauzes van mijn werk even naar Max Smulders op de Vismarkt om bandjes in te spreken welke prijzen er waren en wie deze beschikbaar hadden gesteld. Pierre van Ostade in de Berend Boudewijnquiz deed dit ook zo.

Ik heb de originele “eerste teksten” van de Bibelebonse Bouwkeet nog waarin mijn rol staat beschreven. Deze zijn getypt door Henny Hendriks, de vrouw van Jos, de bedenker van de Bibelebonse Bouwkeet.’

Italië: Vissen op het Gardameer

‘Tijdens de cabaretavonden maakten we samen met onder andere Hanneke Striekwold, Rob en Heleen Engelsman en Jeanette Albers een reis door de wereld.

In Italië stond ik op een bootje te vissen op het Gardameer en zong op de wijs van de Parelvissers’:

Vissen op het Gardameer, O wat is het een kolereweer.
Ik lig liever met mijn vrouw in bed, maar de menopaus verbiedt mij het.
Porco dio, ik ben weer doornat. ‘k Hoef vanavond weer niet in bad.
Wat een leven, wat een baan. Had ik maar in een ijssalon gestaan.
Nou tot ziens, ciao maar weer, de groeten vanuit Torbole aan het Gardameer!

China

‘In China zongen we op de wijs van Kiele kiele Koeweit (Farce Majeure)’:

In Holland, ja u weet het wel, trekken we voor bami aan de bel.
In China, ja, daar doen wij dat niet, daar staat moeder in de keuken zoals u ziet.
China, China, China, Kiele kiele loempia.

Onder de rode (en grijze) korf

‘Na de Bibelebonse bouwkeet kwamen de avonden onder de Rode korf. Dat was een praatprogramma waar mensen uit het hele land naartoe kwamen. De laatste van deze avonden was een eerbetoon, als een soort terugblik: “Onder de grijze korf”.

Omdat Tjaak Blokker altijd zo betrokken was bij de vereniging, kondigde ik – toen Tjaak ook op toneel moest verschijnen – haar aan als iemand die iedereen kende: Mrs. SAMOS. Als je bij SAMOS een kast opentrok, dan kwam zij eruit.

Voor het 50-jarig jubileum van SAMOS in 1971 hadden we na de receptie in het Vossenhol een groot feest in het gebouw van Kunst en Wetenschappen aan de Mariaplaats. Hier trad de band op van Unit Gloria met onder andere Robert Long.

Korfbal vroeger

Bert: ‘Ik ging veel mee als supporter met de uitwedstrijden van SAMOS 1. Wij vertrokken dan rond 10.00 uur met de bus van Kruyz tours vanaf het Leidseveer. Dan reden we naar bijvoorbeeld SCO in Oldeholtpade (Friesland) voor een wedstrijd die om 14.00 uur begon. Rond 20.00 uur waren we weer thuis. Het was echt een dagje uit en we hadden in die tijd minder andere dingen te doen. De vereniging was je basis, de plek waar je het meeste kwam; het thuishonk.

In de junioren speelden we een keer kampioenswedstrijd tegen Welgelegen op een heel smerig veld: een sintelveld, alles was koolzwart.

Elk seizoen speelden wij in de junioren tegen vaak dezelfde verenigingen. We kenden die gasten allemaal wel. Zo ontstonden er ook wel wat bijnamen, zoals SMS (“Soep Met Sliertjes”) en SKV (”Slome KorfbalVereniging”). DVS noemden wij vroeger altijd de appelsapvereniging, omdat zij altijd wat netter waren en nog nooit van bier gehoord hadden. Tenminste dat dacht ik.

Met drie vakken was het middenvak het transportvak dat van toegevoegde waarde was om de bal van A naar B te spelen en waar je lekker in kon draven. In de aanval waren er toen nog echte “paaldames”. Later moesten we de afvang meer rouleren.

Ik vind dat je vroeger veel vrijer kon spelen. Nu heb je elke keer dat tolletje en dat gedraai onder de korf. Korfbal vind ik leuk om te doen, als kijksport is het zeker als niet-korfballer minder.’

Soep, ballen!

‘Als 11-jarige zat ik tijdens veldwedstrijden op de houten tribune langs het spoor met een grote koperen scheepstoeter. En dan zongen we: “Soep, soep, soep! Ballen, ballen, ballen! Kielekielekiele hoi, hoi, hoi! Soep…, ballen…, kiele, hoi! Soep, ballen, kiele, hoi, hoi!”’

Sponsor

‘In de jaren ’80 konden we bij SAMOS de ABN Amro als sponsor krijgen. De vereniging vond echter dat het niet kon omdat de bank in die tijd belangen had in ik meen in Zuid-Afrika. Ik vond het een gemiste kans. Financieel had SAMOS hier wijzer van kunnen worden.’

Oude kranten

‘Tijdens het ophalen van oude kranten belden we een keer aan en hoorden we een hoop gestommel voordat de dame open deed. Zij vroeg met een pijnlijk gezicht “Wat kom je doen?” Ik antwoordde toen: “Heeft u nog oude kranten?”. Later hoorden wij dat door de val mevrouw haar arm had gebroken.

Alle oude kranten verzamelden we in een hok, die we dan een aantal keer per jaar leeghaalden. Dan stond er op zaterdagochtend om 05.00 uur een container van de firma Scherpenzeel langs de weg en laadden we de oude kranten in. ’s Middags moesten we nog korfballen, dan was je kapot!’

Wedstrijden naspelen

‘Thuis had ik een korfbalpaaltje van zo’n 30 centimeter hoog met een SAMOS-korfje. Met een balletje van kurk schoot ik dan in mijn kamer op de korf. Ik was hartstikke zuiver! Ik speelde wedstrijden na en soms scoorde ik in de laatste minuut voor de tegenstander. Kwam deze daardoor op winst, dan keurde ik de bal af wegens lopen, want SAMOS moest winnen.’

SAMOS-kampen

‘De SAMOS-kampen duurden een hele week, van zaterdag tot zaterdag. Er waren twee verschillende kampen voor de junioren en de aspiranten. Pas veel later realiseer je je hoe uniek die kampen allemaal waren.

In het begin gingen wij met de bus naar het kamp bij boer Van Zanten in Otterlo. Later brachten de ouders ons met eigen vervoer. Er was ook een dag dat de ouders langskwamen om even te kijken hoe het ging. De vader van Roel van Lente reed dan mee met mijn ouders.

Met kamp aten we ook sperziebonen. Ik was totaal geen fan van sperziebonen en maakte een kuiltje in de grond en weg waren de bonen.’

Meer dan korfbal alleen

‘Buiten het korfbal trokken we als vrienden veel met elkaar op. Het was meer dan korfbal alleen. Iedere zondagavond zaten wij met een man of zes bij Roel van Lente. Toen ik met Harrie Huurenkamp een keer met vakantie naar Griekenland ging, kwamen we SAMOS-clubgenoot Rob Merten tegen die op hetzelfde eiland in hetzelfde resort zat.

Ook kwam ik veel bij Jos en Hennie Hendriks. Vele jaren later gingen wij ook carnaval vieren in Breda. Wij logeerden dan bij de ouders van Frank Backx. Veel gelachen om en met Onno Stoopendaal die na een gehouden optocht waarin wij ook aan mee deden kramp in zijn kaken had van het lachen naar het publiek. Hij was alleen vergeten dat hij een masker op had, dus dat lachen had hij achterwege kunnen laten.’

Papoea Nieuw-Guinea

‘Toen de korfballers uit Papoea Nieuw-Guinea in Utrecht waren, sliepen ze bij gastgezinnen: Bij SAMOS, HKC, Welgelegen, DVS en SMS. Bij ons thuis sliepen er twee, waarvan er eentje Tarupa heette, een hele grote forse kerel. Mijn moeder schrok zich kapot toen ze hem voor het eerst zag.

De Papoea’s liepen op blote voeten op het gravel en de moeder van Harrie miste later nog twee jurken. Wij zijn nog uit eten geweest in een Papoeaas restaurant in Driebergen voordat zij vertrokken naar PSV om daar hun korfbalreis te vervolgen.’

Amerikanen

‘Rond 1980 hadden we ook Amerikaanse korfballers in huis. Met één ervan heb ik nog contact via Facebook.’

Wens voor Synergo

Bert: ‘Met zijn allen vorm je de vereniging. Dat was bij SAMOS al en ik had er altijd een hele mooie tijd.

Ik hoop dat Synergo nog lang kan blijven bestaan en op een zo hoog mogelijk niveau kan spelen. Als vereniging wil je het hoogste niveau nastreven, maar dat moet natuurlijk haalbaar zijn. Vergeet daarbij ook de mensen die lager spelen niet.’

Bert, bedankt voor deze mooie verhalen!
Sander.

Zie ook