Oude verhalen – Frank en Saskia

Hoe ging het korfbal lang geleden? Hoe was het korfbal vroeger bij SAMOS of DVS? Wat gebeurde er bij Synergo? We zoeken oude verhalen voor #100jaarkorfbalinUtrecht en #25jaarSynergo. Deze keer oude verhalen van Frank Backx en Saskia Backx-Wolf.

Frank (1955) was een zeer bekende en markante speler, (geridderde) sportarts/hoogleraar, SAMOS TC-voorzitter en trainer/ coach. Terwijl Frank nooit onder de korf kwam, deed Saskia (1957) dat wel. Zij trainde jeugdploegen, was actief met haar SAS-bal en het SAMOS-cabaret.

Voor mij waren Frank en Saskia vooral bekend van OVVO in Maarssen en ze werden steeds bekender vanwege verhalen uit de SAMOS-periode. Tijd voor een bezoekje voor hun oude verhalen. We hadden een mooi gesprek over gemengd douchen, spreekwoorden en gezegden, 7up tijdens een kampioenschap en melk tijdens een mental training. Uiteraard móest ik Frank vragen waarom hij in een sloot sprong om een bal te halen en dat dan nóg een keer deed om weer terug te gaan!

Oefenwedstrijd van SAMOS (bovenste rij) met trainer/coach Anton Poelstra (2e van rechts) en OVVO in 1978

Frank en Saskia

Saskia heeft altijd jeugdploegen getraind: ‘Tot en met de D-teams, vooral omdat ik het belangrijk vind dat de allerkleinsten de basis van het korfbal goed krijgen aangeleerd.

SAMOS-pupillen o.l.v. Saskia met o.a. Ivar (linksboven met aanvoerdersband) en Gjalt Knopper (rechtsboven)

Daarnaast zat ik in de jeugdcommissie en de jeugdtechnische commissie. Tegelijkertijd waren we iedere maandagavond bezig met SAMOS-krantjes rapen en nieten. Uiteraard had ik kantinediensten en ik was actief tijdens de cabaretavonden; naast presentator Bert van Lienden als Sam Os was ik Sas Os.’

Frank heeft naast de TC vooral ploegen getraind: ‘Samen met Bert van Lienden trainde ik een jaar de A2 en later het aspirantenteam met als spelers onder andere Anne de Roos, Edwin Brazil en Ivar Knopper. Dat was een sterke lichting en we werden nog kampioen van Midden-Nederland. Vervolgens wonnen we de beslissingswedstrijd tegen De Meeuwen en gingen we naar het NK. Daar zijn we zesde geworden.

SAMOS-A2 uit 1978 met de trainers Bert van Lienden (steunde toen ook al op zijn paraplu) en Frank Backx

Daarnaast zette ik vanaf mijn 24e mijn medische kennis als arts in voor de vereniging. Verder was ik voorzitter van de TC, dat heette toen nog de keuzecommissie (KC), met onder andere Henny Staal en Tjaak Blokker. Deze commissie hield zich vooral bezig met de teamsamenstellingen. In de zaal moesten er van elk team 4 mensen afvallen, omdat je van 12-tallen op het veld naar 8-tallen in de zaal ging. Dat gaf met 8 veldteams altijd een hoop gedoe.

Op een gegeven moment wilde iedereen in SAMOS 13 spelen, vanwege het bijzondere nummer en natuurlijk de aanwezigheid van Jos Hendriks. Ook hadden we nog wel eens trainerswisselingen waar we dan druk mee waren.’

Korfbal Saskia

Saskia begon als 6-jarige met korfbal: ‘Eerst heb ik nog 1,5 jaar alleen maar getraind, omdat je pas vanaf 8 jaar wedstrijden mocht spelen. Ik weet nog dat ik toen heel boos was, omdat ik in de P4 kwam, terwijl ik graag in het hoogste team wilde spelen, de P10, het hoogste nummer. Dat fanatieke zat er toen al in dus.

Een loopwonder was ik niet. Wel had ik een enorme vechtlust, spelinzicht, een goede pass en een “killing schot” rond de korf. Ik was een echte paaldame en stond dan 7 keer af te vangen voor Erik Spelten.

Verdedigend was ik niet goed in de 1:1. Ieder vak had in die tijd een steunende dame naast de aanvallende dame en daar speelde ik dan altijd tegen. Wel kon ik goed ballen wegtikken en ik was onder de korf schier onverslaanbaar.

Tot mijn 31e heb ik bij SAMOS gespeeld. Dat laatste jaar was ik nog AR bij S3 t/m S6. Dat werkte niet, omdat ik veel vaker mee moest met de selectie. Toen ben ik helemaal gestopt.’

Korfbal Frank

Frank begon met korfbal als 11-jarige bij BKC in Breda: ‘Toen ik was ingeloot voor de studie geneeskunde in Utrecht, verhuisde ik naar Utrecht. Ik woonde als 19-jarige student in de studentenflats tegenover het SAMOS-veld en kon binnen 5 minuten het veld oprollen. Helaas konden mensen van buiten SAMOS in die tijd hooguit meedoen met het derde, waardoor ik met huisgenoot Roeland Opstroom (ex-Deetos) bij SKV 1 ging meetrainen. Een jaar later ging ik met Roeland, die Ron Staal kende, bij SAMOS kijken in de Catharijnehal. Dat vond ik zo imponerend dat ik de overstap heb gemaakt.

Naast het korfbal drie keer in de week speelde ik nog twee keer in de week hoofdklasse zaalvoetbal. Ik was een allround speler en was met name verdedigend goed. Dat kwam eveneens goed van pas in mijn rol van laatste man bij het zaalvoetbal.

Ik ging altijd tot het gaatje en maakte als het moest ook wel een bewust overtreding. Ik had blijkbaar ook de kwaliteiten om altijd aanvoerder te zijn.

Terwijl mijn teamgenoot Erik Spelten een echte topschutter was, had ik een wisselvalliger schot. Onder de korf kwam ik nóóit; dat was toentertijd het domein van de dames.

Op mijn 30e ging ik voor NOC*NSF op Papendal werken en maakte ik de overstap naar DKOD, waarmee ik in 1986 de finale van Nederland haalde. Toen Saskia en ik kinderen kregen, ben ik gestopt, om in 1993 bij OVVO te gaan spelen. Tot ik in 1996 mijn kruisband scheurde en helemaal stopte.’

SAMOS 1 (1979) in de zaal met boven: (van l naar r) trainer-coach Hans Oele, Kees Vreeken, Ton van Rhenen, Frank Backx, Rob Engelsman, Remco Langenberg, Erik Spelten. Onder: Aukje van Alphen, Jeannette Albers, Saskia Wolf, Marian van Luijn, Jooske Cox.

Korfbal vroeger

Volgens Frank en Saskia waren de wedstrijden vroegen veel meer afgetekend in functies. Frank: ‘De paaldame stond onder de korf, de andere dame als aangeef en beide heren bevonden zich voorin om te schieten (2-1-1). Het spel was daarmee heel doorzichtig.

Toen ik overstapte naar DKOD, liet onze coach Ben Crum ons veel creatiever spelen. Hij wilde met veel diagonale ballen spelen en de heren moesten ook onder de korf komen, waardoor het gevaar van vier kanten kwam.

SAMOS – Blauw Wit A’dam in 1982 met (van l naar r) Erik Spelten, Joost Leonard, Jeannette Albers en Rob Lof

Nieuw in die tijd was het collectief voorverdedigen. In 1983 hebben Erik Spelten, Kees Vreeken en Maaike Duivevoorden nog een scriptie geschreven over collectief voorverdedigen. We noemden Kees ook altijd statistie-Kees: hij hield toen al alles bij! Ook schreef hij geweldige stukken in het Nederlands Korfbalblad.’

Saskia: ‘In de kantine van SAMOS lag er altijd drab op de vloer van al dat gravel. Het gravel vrat je schoenen en noppen op, maar ik vond het heerlijk om er op te spelen! In het zompige gras zakte ik nog wel eens weg.

Vrije ballen vonden plaats op de plek van de overtreding. Dat kon ook vóór in het vak zijn. Bij de vrije ballen had Saskia de zogenaamde Sas-bal: ‘ik deed of ik aangaf. Dan stapte mijn dame in, stapte ik terug en scoorde. Er was een seizoen dat ik er 3 had gemist. Toen ging ik er bij nadenken en dat werkte niet meer.

Tijdens een cabaretavondje zat Frank eens op een wc-pot en droeg een gedicht voor aan Sas Os: “De Sas-bal ging teloor, want de dames springen minder voor”.

Korfbal in drie vakken vond ik ook heerlijk, ondanks dat ik niet van lopen hield. Ik maakte in het middenvak ook al de Sas-bal middels een dubbele beweging; mijn dame stapte, ik kreeg de pass en daarna was de bal het vak uit. Door het middenvak was het korfbal natuurlijk minder spectaculair en er waren minder doelpunten.

Tegenwoordig moet je als korfballer allround en atletisch zijn. Wat me opvalt is hoe weinig spelers uitstappen onder de korf als er een verdediger inspringt.’

Invallen

Saskia: ‘Toen ik 16 was, zou ik reserve staan bij het tweede voor een wedstrijd tegen DKOD om degradatie uit de reserve hoofdklasse. Ik was die week echter ziek geweest en de coach liet me starten, zodat hij geen extra wissel kwijt zou zijn als ik het niet meer volhield.

Ik scoorde die wedstrijd 5 keer en nam in de verlenging de beslissende strafworp. Toenmalig voorzitter Jo van Leeuwen, een lieve en warme man met een ongelooflijk hart voor de vereniging, zag geel en groen van de spanning! Nadat ik de strafworp had gescoord, zei Cees Verhoef: “Meisje, wat leuk voor je”.

Jaren later ging Marco Spelten in een volle Catharijnehal tot onze verrassing warmlopen om in te vallen. Hij stond net in het veld, pakte de bal en schoot: doelpunt. Hij heeft daarmee 1 wedstrijdstukje Hoofdklasse gespeeld én gescoord.’

Spelers uit die tijd 1979 (van l naar r): Erik Spelten, At Voogt, Rob Lof, Irene van Ditmarsch en Saskia Wolf

Fanatiek omhoog

Frank: ‘We hadden in de jaren ‘80 goede trainers, zoals Wim Wink, die in 1980 landskampioen was geworden met Allen Weerbaar. En we hadden een uitgebalanceerd team met enkele topspelers én goede waterdragers; een sterke groep die het hoogste wilde nastreven. De groep was ook mondig, waarin sommigen zeker hun zegje wel deden. Wijzelf zeker.

Het team was fanatiek en wilde graag meer trainen dan twee keer per week. Op zaterdagen deden Erik Spelten en ik altijd extra schottraining in de gymzaal waar Erik lesgaf.

We hebben een paar veldwedstrijden zelfs bovenaan gestaan in de Hoofdklasse! om vervolgens in de laatste competitieronde te degraderen met 17 punten uit 18 veldwedstrijden.’

Afdeling Midden-Nederland

Frank: ‘In 1977 speelden we met de afdeling Midden-Nederland een semi-interland tegen De Rode Duivels. Het team bestond uit 8 SAMOS-spelers, 5 van Dalto en onder andere Dick van Remmerden van Soesterkwartier.’

Duurloop

Frank: ‘Tijdens een trainingsweekeinde in augustus 1983 bij korfbalvereniging Mariarade in het Zuid-Limburgse Hoensbroek sliepen we bij gastgezinnen. Voor de gastheer/ voorzitter van de club had ik namens ons team een plant meegenomen als dank voor zijn gastvrijheid. Toen bleek dat hij een plantenzaak had!’

Saskia: ‘Tijdens dat weekeinde liepen we een duurloop. Dat vonden Marian van Luijn en ik maar niets. Met een bal en een korf erbij lukte het me nog wel, maar Marjan en ik liepen zover achteraan in het bos dat we de rest niet eens meer zagen. We waren bang verdwaald te zijn en gingen terug. Toen bleek dat we 100 meter voor het einde waren omgedraaid!’

DOS’46

Met uitwedstrijden ging er volgens Frank altijd publiek mee. ‘Als SAMOS dan scoorde, gingen er standaard 4 paar armen omhoog, waaronder die van Saskia’s vader, Cok Wolf. Hij was altijd aanwezig.

Bij DOS’46 was het vaak zo druk dat niet iedereen de sporthal in kon en het was na afloop altijd erg gezellig. Elk jaar als we uit tegen DOS’46 speelden, was er het WK of EK schaatsen. Dan keken we daar samen naar op tv.’

Kersttoernooi

‘Tijdens een kersttoernooi in 1978 in Ede hebben we nog een geldprijs gewonnen: 500 gulden voor ons als toernooiwinnaar!’

Van boven naar beneden en van L naar R: Trainer Anton Pelstra, Erik Spelten Frank Backx, At Voogt, Remco Langenberg, Aukje van Alphen, Rob Engelsman, Betty van Mechelen, Saskia Wolf, Jose Vleeshouwer, Jeanet Albers en Rob Lof met check en bloemen

Beren en binnendoorweg

‘Luc van Krieken was de eerste betaalde trainer van SAMOS’, vertelt Frank. ‘Hij zei altijd dat we moesten “beren”, oftewel heel hard werken.’

Volgens Saskia wist Luc van Krieken in Rotterdam wel een binnendoorweg naar tegenstander De Sperwers: ‘Niemand had een TomTom, dus iedereen volgde hem, maar hij bleek de weg dus toch ook niet te weten. We kwamen uiteindelijk 35 minuten te laat en gelukkig wilde de scheidsrechter toch laten spelen. We kwamen nog met 4-0 voor, maar hebben die wedstrijd hopeloos verloren.

Op de muziek van “Kunt u ons de weg naar Hamelen vertellen, meneer?”, hebben we later bij het afscheid van Luc als coach een liedje gemaakt voor hem: “Kunt u ons de weg naar het Sperwersnest vertellen, meneer?”.’

In de media

Frank: ‘Op maandag ging ik altijd kranten kijken op het Vredenburg. Daar hingen de kranten van het Utrechts Nieuwsblad (UN) en het Nieuw Utrechts Dagblad (NUD) achter het raam. Alle uitslagen en wedstrijdverslagen van alle korfbalverenigingen van de regio Utrecht stonden in de kranten.

We zijn met SAMOS zelfs met nieuwsflitsen op de radio geweest! In het sportprogramma NOS Langs de Lijn was een live-reportage van onze hoofdklassewedstrijd KVS-SAMOS.’

Sloot

Frank: ‘In de wedstrijd tegen Sparta in het Friese Wartena lagen de lijnen van het veld vlak naast de sloot en probeerde ik een slecht geplaatste bal binnen te houden. Dat lukte me niet en de bal vloog naar het weiland aan de andere kant van de sloot. Ik wilde over de sloot springen, maar zakte bij de afzet al tot aan mijn lies in de modder. Ik ploeterde naar de overkant en pakte de bal. Op de terugweg probeerde ik opnieuw af te zetten, maar ik zakte weer in de modder en molenwiekte terug.
De scheidsrechter legde de wedstrijd stil, zodat ik een korte douche kon nemen om me op te frissen. Daarna gingen we verder.’

Strafworp zoals Van Hanegem

Frank: ‘Tegen PKC in Papendrecht stond Sjaak Euser klaar om op 6-6 een strafworp te nemen. En net als Willem van Hanegem had gedaan bij Feijenoord, gooide ik een kluit aarde naar Sjaak vlak voordat hij hem nam. Sjaak miste en ik moest hard wegrennen!’

Lekker windje

Tijdens een training kwam het volgens Saskia nog wel eens voor dat ‘iemand een windje liet, die soms behoorlijk stonken! Op een dag stoof iedereen weg na een windje en stond alleen Rob Lof nog in zijn eentje onder de korf, terwijl hij riep: “Ik was het niet, ik was het niet”!’

Teamarts Nederlands team

‘Als arts van het Nederlands jeugdteam’, vertelt Frank, ‘verving ik een keer de arts van het Nederlands seniorenteam. Ik behandelde een speler waar ik de komende week tegen zou spelen. Met een grote glimlach adviseerde ik hem dan om 2 weken niet te spelen.’

Gemengd douchen

Saskia: ‘In een uitwedstrijd tegen BEP konden we veldkampioen van de Overgangsklasse worden en dan zouden we daarna gemengd douchen. Dus plots stonden de heren bij ons in de dameskleedkamer, “omdat wij toch niet naar hen zouden komen”.

Toen we onder de douche stonden, kwamen we erachter dat trainer Kees Vreeken er niet was. Dus Frank stapte, met alleen een strooien hoedje voor, de kantine in om Kees te halen.’

Veldkampioen Overgangsklasse na winst tegen BEP (1981), met handige strooien hoedjes.

Appelsap

Saskia: ‘Als je Hannie Evers vroeg wat ze wilde drinken, was dat steevast “appelsap”. Toen we kampioen waren, vroeg iemand of Hannie nu ook een appelsap wilde: “Nee, natuurlijk niet. Doe maar een 7up!”’

Melk

Saskia: ‘Voor de wedstrijden hadden we mental trainingen. Dat was eigenlijk de voorbespreking, maar dan bij iemand thuis. We hadden een wedstrijd om 14.00 uur en dan zaten we om 11.00 uur bij elkaar. Rob Engelsman vroeg met een slaperig hoofd om melk, omdat hij rechtstreeks uit de kroeg kwam. Hij speelde dan wel vaak zijn beste wedstrijden!’

Het oude Vossenhol

SAMOS organiseerde iedere vrijdagavond voor een jaar lang feestavonden waarbij Saskia actief was. ‘Naast het vele plezier was een andere drijfveer om geld voor de nieuwe kantine in te zamelen. Later zijn er in de nieuwe kantine nog vele cabaretavonden geweest. Eén van de sketches was een optreden van de heren van SAMOS 1 als De Dolly Knots.

De oude kantine, het Vossenhol, had zijn langste tijd gehad. Op een dag in 1974 hadden Kees Vreeken en Wim Dirksen door heel lang te douchen met die oude geisers nog bijna een koolmonoxidevergiftiging opgelopen!’

Meer cabaret: Carnaval

Frank: ‘Als “buitenlanders” deden we met een SAMOS-groep een keer mee aan de grote carnavalsoptocht van 1980 in mijn geboorteplaats Breda.
We hadden een auto met daaroverheen een koe, gemaakt van afgekeurd gips dat ik geregeld had via mijn werk in het militair hospitaal. Het politieke motto was “We worden uitgemolken maar we blijven lachen”.

Onno Stoopendaal was premier van Agt en ik minister Alberda. De rest liep als koe achter de auto aan met latex handschoenen als uiers en een enorme snuit van ijzerdraad en gips. Na afloop klaagde Vera van Lienden dat ze zo’n pijn in haar nek had. Zij had de hele middag niet dóór de ogen gekeken maar door de mond.

Toen we langs de gevangenis liepen, riep Jos Hendriks hard: “Blijf zitten waar je zit en verroer je niet!”. Ook ging hij op het fietspad liggen, op zo’n tekening van een fiets: “Ik ben klaar met lopen en ga fietsen”. Of hij deed alsof hij een hondje bij zich had. Met een draadje in zijn hand liep hij dan rond en gaf hem bevelen.

Onno Stoopendaal ging tijdens carnaval vrouwen versieren in de kroeg. En toen hij beet leek te hebben, stoof de dame ineens weg. Hij had haar botweg gevraagd of hij met haar naar bed mocht. En net toen hij weer eens aanspraak had, riep Rob Lof “Alle ballen verzamelen” en moest hij komen lappen voor de geldpot.

We sliepen bij mijn ouders op zolder en moesten dan een klein trappetje op. Jos zei dan “Net als ik naar boven wil, is de roltrap kapot” en als we dan eindelijk bijna sliepen: “Gek hè, het is helemaal niet koud op zolder”.’

Scaldis

Saskia: ‘Elk jaar hadden we op tweede Paasdag een toernooi bij Scaldis, in België. Gek genoeg was het er áltijd slecht weer. Bij het uitstappen van de bus regende het al en we zagen ook nog een bordje “verboden op het gras te lopen”. Dan was de toon gezet.

We mochten maar weinig wisselen in de wedstrijden, dus we deden alsof er blessures waren om toch te kunnen wisselen. Op een gegeven moment hadden we een dame te weinig in het veld. Daarop kwam Hans Kraak het veld binnen in een rokje met een pruik op. Toen werden we gediskwalificeerd.’

Partij!

Saskia: ‘In een uitwedstrijd tegen Klimop in Asten stond het met rust al 8-0 voor ons. We hadden afgesproken dat degene die een doelpunt doorliet, een kratje bier moest betalen.

Partij! O sorry, toch niet!

Ton van Rheenen riep plots “partij” en onze verdedigers draaiden zich natuurlijk om, waarop Ton met een grote grijns reageerde: “O sorry, toch niet”. Het werkte niet, Klimop miste de open kansen en de einduitslag was 14-0.’

In een flits

Frank: ‘We stonden een keer voor het rode verkeerslicht op de Kardinaal De Jongweg. Naast ons stond een andere auto met teamgenoten. Ik gaf wat gas en reed een heel klein stukje vooruit. De auto naast ons reed vol gas weg, door het rode licht en er was een flits. Annemieke van der Spek werkte toentertijd bij de Utrechtse politie en heeft die bekeuring kunnen wegmoffelen…’

Cadeaus

Saskia: ‘Naast het korfbal zaten we niet in de dancing, maar altijd bij elkaar. Het was een grote vriendengroep, als een familie. Ik weet nog dat we op een keer Sinterklaas vierden en dat we allemaal een heel mooi ingepakt cadeau kregen. Bij het uitpakken bleek dat iedereen een cadeau had gekregen uit je eigen huis! Dat was met huisgenoten afgestemd.’

Pizza

Saskia: ‘Elke week aten we pizza bij La Fontana. Dan at Frank naast zijn eigen pizza ook van 11 mensen de restjes.’ Frank: ‘Ik kon in die tijd veel eten ja.’

Zaalkorfbalfinale Reserve-Hoofdklasse Deetos 2 – SAMOS 2 in de Rijnhal te Arnhem (1982)

Kaas van het brood laten eten

Saskia: ‘We hadden een feestje bij Frank Dingjan met S1 en S2. Hij woonde antikraak in boerderij Meereveld en had veel ruimte.

We hadden daarvoor met S1 eerst nog een bowlingavondje en zouden daarna naar Frank gaan. We hadden er die avond eigenlijk niet veel zin in en toen we bij Frank binnenkwamen was de stemming niet al te feestelijk. Totdat At Voogt met zijn hoofd tegen de lamp liep en iemand zei: “met je hoofd tegen de lamp lopen”. Vanaf dat moment zijn we spreekwoorden gaan uitbeelden. Kees Vreeken kwam ineens met ontbloot bovenlijf binnen en vroeg welk spreekwoord hij uitbeeldde. Na weinig om het lijf gehad te hebben, kwam hij vervolgens naakt de kamer binnen met niets om het lijf. Of we moesten iemand volgen naar buiten en werden om de tuin geleid.

We hadden de grootste lol en we waren tweeëneenhalf uur bezig met allemaal spreekwoorden en gezegden. Uiteindelijk gingen we heel vrolijk rond 4.00 uur naar huis.

De volgende dag speelden we bij BEP in Purmerend en waren ronduit slecht. Nel Reitsma zat in de rust van de wedstrijd een boterham met kaas te eten en we kwamen niet meer bij toen trainer Luc van Krieken zei dat we ons het kaas van het brood lieten eten!’

Visie

Volgens Frank was de visie van SAMOS waar de vereniging naartoe wilde onduidelijk: ‘SAMOS werd wel het Volendam van het korfbal genoemd; er waren afwisselend degradaties en weer kampioenschappen en het lukte niet om stabiel in de hoofdklasse te blijven.

Helaas koos het bestuur van SAMOS nooit echt voor topsport en ging meer voor gezelligheid. Daardoor stapte ik destijds ook over naar DKOD. Ik denk dat als SAMOS in de goede tijd een combinatie was aangegaan met SMS, we wel tot de top-3 van Nederland hadden kunnen behoren. Met de zusjes Van Beek van SMS en we hadden Ben Crum als trainer/coach kunnen hebben.

Later hield ik me bij OVVO bezig met het technisch beleid en kon ik mijn ideeën die ik destijds bij SAMOS had bij OVVO uitvoeren. De ideeën zoals de ontwikkelingen voor topsport en een eigen sporthal zaten in die tijd bij SAMOS al in mijn hoofd.’

Huwelijken

Uit het korfbal zijn veel huwelijken voortgekomen. Saskia was ambtenaar van burgerlijke stand en mocht daarom mensen van SAMOS trouwen, zoals Daphne Gerlach en Kees Serton, Frank Dingjan en Annemieke van der Spek, en Sieger Terpstra en Grietje Doorten.

Frank: ‘Onder andere bij de trouwerij van Nico Van Kouteren had ik als cadeau een grote doos met daarin een kapot servies. Dat laatste wist het bruidspaar natuurlijk niet. Tijdens het overhandigen van het cadeau liet ik dan “per ongeluk” de doos vallen en kletterde het kapotte servies op de grond. Dan moest je de blik van het bruidspaar zien!’

Saskia: ‘In 1986 zijn Frank en ik zelf getrouwd en het eerste weekend na ons trouwen stond de wedstrijd SAMOS – DKOD op het programma. Omdat Frank net was overgestapt naar DKOD, moesten we meteen tégen elkaar spelen. Ik was aanvoerder van SAMOS en Frank van DKOD. Op de wedstrijddag had Frank het SAMOS-wedstrijdmapje met de spelerskaarten uit mijn tas gejat.

Voor de wedstrijd kregen we nog felicitaties en bloemen van scheidsrechter Kees Kuiper. Frank startte bij DKOD in de aanval en ik in de aanval van SAMOS. Ik scoorde de 1-0 en 2-0 en Frank had dus niet gescoord. Tijdens de vakwissel zei ik tegen hem: “Lekker aangevallen, schat?”.’

SAMOS in 1981: Bovenste rij (van l naar r) Annemiek van der Spek, Henny Dessé, Frank Backx, Kees Vreeken (trainer), Steven Berdenis (verzorger), Paul Engelsman, Rob Lof en Hannie Evers. Onderste rij: Erik Spelten, Jooske Cox, Aukje van Alphen, Saskia Wolf, Marian van Luijn, Maaike Duivenvoorden (met krukken op de stoel), Jeannette Albers en Rob Engelsman

Wens voor Synergo

Frank: ‘Nu met de sporthal en mooie locatie zijn er volgens mij een duidelijke visie en een meerjarenbeleid nodig bij Synergo. Helaas is de vereniging nog niet daadkrachtig genoeg om een stabiele topclub te zijn.

Ik hoop dat Synergo kan groeien naar topsport om de concurrentie aan te gaan met bijvoorbeeld Dalto. In een grote stad als Utrecht zou er toch er een grote hoog spelende korfbalclub moeten zijn. Als er talentvolle kinderen zijn, dan wil je natuurlijk ook wat kunnen bieden op hoog niveau.

Dat kun je uiteraard niet zonder veel vrijwilligers en mensen die hun schouders eronder blijven zetten. Met sterke bestuurders en sterke commissies.

Ik waardeer de diversiteit binnen Synergo en de maatschappelijke betrokkenheid van de vereniging in de omliggende wijken zoals Overvecht. Een hele leuke ontwikkeling vind ik ook de inzet voor korfbal in Marokko.’

Frank en Saskia zijn het erover eens: ‘We hopen dat het de vereniging goed blijft gaan. De fusie van DVS en SAMOS heeft echt geleid tot een eenheid bij Synergo.’

Frank en Saskia, bedankt voor deze mooie verhalen!
Sander.

SAMOS wint op een donderdagavond (1984) in een tjokvolle Catharijnehal met 10-9 van rivaal Dalto en handhaaft zich in de zaalhoofdklasse, terwijl Dalto degradeert.

Zie ook