Wat is een goed schot?

Duizend korfballers, duizend verschillende technieken. “Ik schiet op mijn manier en dat werkt”, zeggen ze dan. Het is een fabel, helaas. Een technisch goed schot betekent meer scoren.

Want halen die korfballers met hun eigen bedachte techniek een constant schotpercentage van rond de vijftien procent en dat ook nog eens onder hoge druk? Natuurlijk niet. Alle topkorfballers hebben een ding gemeen: ze schieten op dezelfde, technisch juiste, manier. Maar wat is hun techniek dan?

Een goed schot ontstaat als volgt:

1) Handen: een juiste balhouding. Dit is nog wel het ingewikkeldste deel. Als je de bal juist vangt, heb je ‘m in principe goed. Elke beweging of draai met de bal nadat je hem hebt gevangen kost tijd en is niet nodig.

2) Armen: de bal stuur je met je armen. Je armen wijzen daarom ook schuin omhoog, richting de korf. Ze blijven zo lang mogelijk bij elkaar. Als het goed is, draaien je handen naar buiten.

3) Benen: kracht geven aan een schot doe je met je benen. Zo horen naast elkaar te staan en nagenoeg recht. Bij het schot uit beweging zet je je afzet been verder naar achteren en gaat de knie van het andere been omhoog als tegengewicht.

Tot slot: “elk schot moet hetzelfde zijn”, hoor je trainers (waaronder ik zelf!) vaak roepen. Ik besef me nu dat ik dat eigenlijk onzin vind. De herhaling volgt automatisch op de goede techniek. Als elk schot anders is, is er iets mis met de techniek.

Op de foto Gert Vader, speler van OVVO. Hij staat mooi recht, zet af op links en zijn rechter knie is mooi mee omhoog gekomen, zodat hij helemaal in balans staat. De armen wijzen strak naar de korf en zijn handen zijn naar buiten gedraaid. Een technisch perfect schot.

Meer technieken vind je onder de trainersinfo.

Oskar (reacties: oskarvandevijverapenstaartjegmail.com)