Een ervaring rijker – Mathijs in het 3e
Een ervaring rijker: dat is wat ik dacht toen ik zondag het veld afliep. Donderdag werd ik gevraagd om mee te spelen met het 3e en na 2 weken daarvoor mee te zijn geweest naar de andere kant van het land om te kijken hoe het 3e op het nippertje verloor, stond ik nou in de “basis”.
Een leermoment, dacht ik van te voren maar ook een kans om te bewijzen. Dat laatste vervloog al na 20 sec. toen ik een soort Jan van de Efteling tegenover me kreeg. Met zijn lange armen en slungelige verschijning was hij mij toch vaak te slim af. Het werd al snel duidelijk: die heer weghouden bij de korf. Wat na verloop van tijd steeds beter lukte.
Verdedigend was het een flinke kluif. Zakte ik, schoot hij ze er rustig in, maar deed ik een stapje dichterbij, dan liep hij erlangs. En dan baal je als een man die even oud als je vader is je voorbij loopt. Maar ja, bij korfbal noemen ze dat ervaring. Knipper je met je ogen dan is het al te laat.
Het was lastig, ik moest me steeds concentreren op hem en af en toe maar hopen dat het goed ging. Halverwege de eerste helft werd ik gewaarschuwd voor de korte wegtrekkers achter de korf (wat een terugkerend tafereel was). En steeds trapte ik er weer in, omdraaien, niet goed opgesteld staan. Steeds was ‘ie weer weg, sacherijnig werd ik er van.
Aanvallend ging het gelukkig wat beter. Ik mocht veel schieten, maakte soms een actie erachteraan en moest veel bij Maurice blijven om te dubbelen en voor het schot te komen. Iets wat wij in de A ook leren, maar wat ik nu voor het eerst gebruikte. Opspelen, de heer komt op je af en dan schieten. Dit ging steeds beter, ik snapte steeds meer wat er van me verwacht werd.
Na de rust (met een ruststand van ik geloof 4-13) kwam ik met een gevoel uit de kleedkamer van ‘ik ga er helemaal voor’. Nog een stapje harder, beetje feller en vooral geconcentreerder. En het leek een stukje beter te gaan: in de verdediging zat ik er iets korter op (voor mijn gevoel) en het ging al iets beter. Maar ook hier was weer een wapen tegen, namelijk het balletje eroverheen. Aangezien lange Jan ongeveer met zijn hand de onderkant van de korf raakte, was dat een makkelijke oplossing. Ik wandel achter hem aan, heb geen idee wat er gebeurt en opeens heeft ‘ie de bal.
Toen werd mijn tegenstander gewisseld. Een kleine snelle heer kwam tegen mij lopen van, ik schat, dezelfde leeftijd als ik. En het eerste schot dat hij loste was al raak. Nee hè, dacht ik, krijgen we dit ook nog. Maar aanvallend kreeg ik meer ruimte, wat kwam tot een mooie actie in het vak waarin ik de eer kreeg om de bal door het mandje te gooien. Een mooi moment snel samenspelen, mijn heer het bos in sturen (zoals wij dat altijd noemen) en dan schieten.
Aanvallend werd het wat makkelijker, maar verdedigend ook. Minder druk op het schot en alleen maar volgen. En nog steeds kreeg ik van die korte wegtrekkers om mijn oren. Maar hij schoot ze er gelukkig niet in. Op het eind heb ik nog een doorloopballetje erin geprikt. En mijn missie was voldaan. 11 minuten: 2 voor 1 tegen. Persoonlijke overwinning. Maar ook een andere overwinning: 11-10 in de 2e helft voor het 3e. Helaas hadden we de eerste helft al verloren.
Al met al een prima leerschool. Waaruit blijkt dat ik verdedigend ontzettend veel te kort kom, waar ik mij bij de junioren vaak prima red. En aanvallend vallen er ook nog genoeg dingen bij te spijkeren. Toch mooi dat je nog wat heb bij te leren, anders is het ook niet leuk om te trainen. Ik kijk nu al uit naar een volgende wedstrijd op zondag.
Mathijs Pot (A1)