S4: Pannkeltje

Als 3/13e van je teamgenoten in de categorie ‘holebi’ valt, kan het zomaar voorkomen dat je je in het kader van een teamuitje ineens op een PANN-feest bevindt. Deze ervaring wil ik graag met jullie delen. Maar voordat ik jullie meeneem naar de Winkel van Sinkel, afgelopen vrijdagavond, neem ik jullie eerst mee naar januari 1986.

In die maand verruilde ik namelijk de eerste klas voor de tweede klas (voor mensen die na 1980 geboren zijn: dat is wat nu groep 3 en groep 4 heet). Om redenen die er nu even niet toe doen, ging ik dus na de kerstvakantie over naar een volgende klas en mijn juffrouw nodigde me uit om een boek uit de schoolbibliotheek te halen. In deze bibliotheek hadden we drie niveaus: geel, rood en blauw (ongeveer corresponderend met A-, B- en C-boeken in de Openbare bibliotheek) en de juf vond dat ik, nieuw als ik was in de tweede klas, maar eens moest beginnen met een geel boek.

Ik was het hier niet mee eens, want de meeste boeken uit die categorie kende ik al, vond ik stom en saai en/of veel te dun. Er was echter geen praten aan: ik moest eerst een geel boek lezen voordat ik door mocht naar rood. Ietwat eigenwijs (en met een logica die ik nu alleen maar aan mijn nog net geen zeven jaar toe kan kennen) koos ik het dikste boek dat er was: dan zou ik ze eens wat laten zien! De dikste boeken die ertussen stonden, waren de Pinkeltje-boeken, geschreven door Dick Laan. Aldus zette ik me aan Pinkeltje ontmoet Wolkewietje (inderdaad, een wat discutabele naam, daar heb ik me later best vaak over verbaasd).

In dit, overigens verder tamelijk stomme boek, ontmoet onze blauwgemutste kabouter een vreemd mannetje dat in een heel andere wereld woont: Wolkewietjeland. Pinkeltje wordt meegenomen naar dit bewuste land en kijkt zijn ogen uit. Hij verwondert zich aldaar over van alles en nog wat (althans, in mijn herinnering). Welnu, zoals Pinkeltje zich in Wolkewietjeland voelde, zo voelde ik mij ook een beetje op het PANN 25+-feest van vrijdag 9 november. Veel was anders. Ik zal het proberen samen te vatten:

1. Op een PANN-feest zijn er ook alfa-mannetjes, maar die gedragen zich volkomen anders dan hetero-alfa-mannetjes: allereerst drinken zij geen bier, maar wijn, wat al best opvallend te noemen is. Daarnaast bewegen zij vele malen eleganter en soepeler dan de meeste mannen die ik in andere gelegenheden tegenkom en ten slotte vallen ze niemand lastig. Een laag uitgesneden T-shirt en soepele heupen zijn genoeg om bovenop de apenrots te belanden.

2. Vrouwen kunnen zich bijzonder boertig gedragen. Het betrof slechts enkele uitzonderingen, maar als je je ineens door enkele dames in militante houthakkershemden heen moet worstelen onder luid ‘oeh oeh oeh’-geroep, is dat op zijn minst een bevreemdende ervaring te noemen.

3. Maywood is cool.

4. Als een meisje aan je vraagt of de jongen naast je nog vrijgezel is, dan moet je eerst even nadenken voor wie zij het vraagt en bij voorkeur zien dat er ook nog een jongen naast haar staat. Dat kan een hoop ongemakkelijke situaties voorkomen (sorry Freek).

Dat was natuurlijk niet alles. Ik kan ook nog vertellen dat er veel bier was, dat mijn rode laarsjes niet geschikt zijn om op te dansen en dat de DJ niet kon mixen (maar wel een goede foute smaak had). Maar dat zijn geen dingen waar Pinkeltje zich in Wolkewietjeland over verbaasd zou hebben.

Femke